Kamut

Kamut is een oude graansoort die in de afgelopen jaren opnieuw in de belangstelling is gekomen. Het heeft een lange geschiedenis die teruggaat tot het oude Egypte, waar het volgens sommige verhalen al werd gegeten door farao’s. Het behoort tot de tarwesoorten en staat bekend om zijn grote, amberkleurige korrels. Het graan heeft een nootachtige smaak en een stevige beet, wat het bijzonder aantrekkelijk maakt voor mensen die van karaktervolle granen houden. Ondanks dat het verwant is aan moderne tarwe, wordt dit graan vaak beter verdragen door mensen met een lichte tarwegevoeligheid, al is het niet glutenvrij.

De herontdekking in de twintigste eeuw is te danken aan Amerikaanse landbouwers die enkele korrels uit een Egyptische tombe mee naar huis zouden hebben genomen. Of dit waar is of niet, feit blijft dat Kamut tegenwoordig een beschermde merknaam is voor een specifieke soort khorasantarwe die biologisch wordt geteeld, meestal in Noord-Amerika. Het graan wordt met veel zorg verbouwd en verwerkt, en dat proef je terug in de uiteindelijke gerechten. Kamut wordt zelden bewerkt tot witmeel en is bijna altijd verkrijgbaar als volkoren, wat de voedingswaarde ten goede komt.

Wat het zo interessant maakt, is dat het niet alleen voedzaam is, maar ook veelzijdig. Je kunt het gebruiken als basis voor salades, in soep, of als vervanger van rijst of pasta in warme maaltijden. Het bevat een rijk palet aan voedingsstoffen, waaronder eiwitten, vezels, vitamines uit het B-complex en belangrijke mineralen zoals magnesium, zink en selenium. Bovendien is de textuur na het koken stevig en aangenaam, waardoor het ook in koude bereidingen zijn structuur behoudt.

Voor mensen die bewust met hun voeding omgaan, is Kamut een waardevolle toevoeging aan het menu. Het geeft een verzadigd gevoel, ondersteunt een stabiele bloedsuikerspiegel en biedt variatie in een wereld die gedomineerd wordt door moderne tarweproducten. Het is wel belangrijk dat je weet hoe je het bereidt, bewaart, en eventueel roostert of droogt. In deze tekst gaan we daar stap voor stap op in.

Hoe gebruiken?

Kamut is een veelzijdig graan dat op verschillende manieren kan worden ingezet in de keuken. De meest eenvoudige toepassing is het koken van de hele korrels. Na een nacht weken, kook je het graan in ruim water of bouillon tot het gaar is. De korrels behouden hun beet en vormen een stevige basis voor hartige gerechten. Denk aan een lauwwarme salade met geroosterde groenten, feta en een dressing van olijfolie en citroen. Ook in een stoofschotel met linzen, wortel en komijn doet Kamut het goed.

Je kunt het ook gebruiken als alternatief voor rijst in een pilav of risotto. Door de korrels eerst even aan te fruiten in wat olijfolie en dan langzaam gaar te laten worden in bouillon, ontwikkelt Kamut een diepe, aardse smaak. In combinatie met paddenstoelen, prei of pompoen komt het graan uitstekend tot zijn recht. Voor vegetariërs of veganisten is het bovendien een fijne eiwitbron in combinatie met peulvruchten of tofu.

In soepen geeft het een stevige bite. Voeg een handvol gekookte Kamut toe aan een tomaten- of groentesoep en je krijgt een voedzame maaltijdsoep. Ook in koude zomerse gerechten werkt Kamut verrassend goed. Meng het met kerstomaatjes, avocado, basilicum en een klein beetje balsamicoazijn voor een frisse lunch. Door zijn nootachtige smaak vormt het een goede tegenhanger van frisse ingrediënten zoals komkommer en citroen.

Kamutmeel wordt soms ook gebruikt in brood en gebak. Omdat het een ander glutengehalte heeft dan gewone tarwe, levert het een iets compactere structuur op. Voor een luchtig brood combineer je Kamutmeel het beste met een deel gewone tarwebloem. In pannenkoeken of muffins kun je Kamutmeel juist wél als enige meelsoort gebruiken voor een stevige, voedzame hap. Voeg dan wel iets meer vocht toe, omdat Kamutmeel meer water opneemt.

Medicinale toepassingen

Het wordt vaak geprezen om zijn hoge voedingswaarde en de positieve werking op de spijsvertering. Door het hoge vezelgehalte helpt Kamut bij een regelmatige stoelgang en ondersteunt het de darmgezondheid. De vezels werken ook verzadigend, wat overeten kan voorkomen. In vergelijking met moderne tarwe bevat Kamut meer eiwitten, wat belangrijk is voor spierbehoud en herstel na inspanning.

Dankzij het gehalte aan antioxidanten, zoals selenium en zink, kan Kamut bijdragen aan het versterken van het immuunsysteem. Selenium speelt ook een rol bij de bescherming van cellen tegen oxidatieve stress. Voor mensen met een lichte tarwegevoeligheid wordt Kamut soms beter verdragen, hoewel het niet geschikt is voor mensen met coeliakie, omdat het nog steeds gluten bevat.

Daarnaast levert het een reeks B-vitamines die belangrijk zijn voor de energiestofwisseling en het zenuwstelsel. Vitamine B1 en B3 zijn bijvoorbeeld betrokken bij het omzetten van voedsel in energie, wat het graan interessant maakt voor sporters of mensen die vaak vermoeid zijn. Door Kamut regelmatig te eten, kun je dus bijdragen aan een stabieler energieniveau en een betere weerstand.

Kamut bewaren

Het bewaren hangt af van de vorm waarin je het koopt. Ongekookte, droge Kamutkorrels kun je het beste koel, donker en droog bewaren. Kies een luchtdichte pot of een glazen weckpot met een rubberen rand om vocht en lucht buiten te houden. Zet deze pot op een plek uit de buurt van warmtebronnen en zonlicht, bijvoorbeeld in een voorraadkast. Zo blijft de Kamut zeker zes tot twaalf maanden goed.

Heb je Kamut al gekookt, dan bewaar je die bij voorkeur in de koelkast. Laat de korrels eerst goed afkoelen voordat je ze in een afsluitbare doos doet. Voeg eventueel een paar druppels olijfolie toe om plakken te voorkomen. In de koelkast blijft gekookte Kamut tot vier dagen houdbaar. Als je van plan bent het langer te bewaren, kun je het beter invriezen of drogen.

Ook Kamutmeel kun je bewaren, maar het is gevoeliger voor bederf dan hele korrels. Bewaar het meel in een goed afgesloten pot op een droge, koele plek. Je kunt Kamutmeel ook in de koelkast bewaren als je weinig gebruikt en bederf wilt voorkomen. Ruik altijd even aan het meel voordat je het gebruikt. Een muffe geur duidt op beginnend bederf.

Invriezen

Kamut kun je prima invriezen, vooral als je al een grotere hoeveelheid hebt gekookt. Laat de korrels eerst volledig afkoelen. Verdeel ze daarna over porties van bijvoorbeeld tweehonderd gram in diepvrieszakken of -bakjes. Druk zoveel mogelijk lucht uit het zakje en sluit het goed af. Etiketteer de inhoud en de datum. In de vriezer blijft Kamut tot drie maanden goed.

Bij het ontdooien laat je Kamut het best langzaam ontdooien in de koelkast. Heb je haast, dan kun je het ook direct in een pan opwarmen met een scheutje water. Roer regelmatig door en verwarm tot het warm is. Let op dat je het niet laat aanbranden. Ontdooide Kamut is ideaal voor snelle salades of als vulling in groentesoepen.

Voor wie vaak restjes heeft, is invriezen een handige manier om voedselverspilling te voorkomen. Je kunt ook kleine hoeveelheden invriezen in ijsblokvormpjes, zodat je telkens een eetlepel kunt gebruiken bij het koken. Eenmaal ontdooid moet Kamut wel binnen een dag worden opgegeten.

Drogen

Drogen is een minder bekende manier om gekookte Kamut langer houdbaar te maken, maar het kan zeker. Verspreid de gekookte, afgekoelde korrels in een enkele laag op een bakplaat en droog ze in de oven op vijftig graden. Laat de ovendeur op een kier zodat het vocht kan ontsnappen. Dit duurt enkele uren, afhankelijk van de hoeveelheid.

Eenmaal gedroogd kun je het bewaren in een luchtdichte pot op een droge, koele plek. Je kunt de gedroogde korrels weer gebruiken door ze te wellen in heet water of bouillon. Dit duurt ongeveer een uur. De structuur blijft wat steviger dan bij vers gekookte Kamut, maar dat kan in sommige gerechten juist prettig zijn.

Drogen is handig als je Kamut wilt meenemen op reis, bijvoorbeeld voor gebruik in de bergen of op de camping. Gedroogde korrels zijn licht en nemen weinig ruimte in, en je hoeft alleen maar water toe te voegen.

Roosteren

Roosteren is een uitstekende manier om de smaak van Kamut te verdiepen. Door de korrels droog te roosteren in een pan, komt hun nootachtige aroma beter naar voren. Dit doe je in een droge koekenpan op middelhoog vuur. Blijf roeren en haal de pan van het vuur zodra de korrels beginnen te poppen of lichtbruin kleuren. Dit duurt meestal vijf tot zeven minuten.

Geroosterde Kamut kun je toevoegen aan salades voor extra crunch, of gebruiken als topping over soepen of ovenschotels. Je kunt de geroosterde korrels ook mengen met noten en zaden voor een gezonde snack. Bewaar geroosterde Kamut in een luchtdichte pot, dan blijft het weken krokant.

Naast de smaakverdieping zorgt roosteren er ook voor dat de korrels gemakkelijker verteerbaar worden. Het is een eenvoudige handeling die een gerecht net dat beetje extra geeft. Zeker als je Kamut wat saaier vindt in pure gekookte vorm, is roosteren een goede afwisseling.

Alternatieven

Als je geen Kamut hebt, zijn er verschillende alternatieven. Farro is bijvoorbeeld een goede vervanger. Dit is een andere oude tarwesoort met een vergelijkbare bite en nootachtige smaak. Je kunt farro op dezelfde manier bereiden als Kamut. Ook speltkorrels zijn een goed alternatief, al zijn die iets zachter van structuur na het koken.

Voor mensen die liever geen tarweproducten eten, is boekweit een mogelijkheid. Hoewel het geen graan is, heeft boekweit een vergelijkbare textuur en past het goed in salades en warme gerechten. Quinoa is een glutenvrij alternatief dat sneller gaart en lichter van structuur is. Het heeft een mildere smaak, maar neemt aroma’s van andere ingrediënten goed op.

Barst je voorraadkast van de linzen, dan kun je die ook overwegen als vervanger. Ze bevatten meer eiwit, garen sneller en zijn geschikt voor warme maaltijden en soepen. De structuur is anders, maar voedzaam zijn ze zeker. Ook zilvervliesrijst komt in de buurt, zeker in termen van kooktechniek en toepassingen.

Andersom kun je Kamut ook gebruiken in plaats van andere granen. Heb je een recept met bulgur of couscous, dan kun je die gerust vervangen door Kamut voor extra vezels en een vollere smaak. Zo wordt Kamut niet alleen een alternatief voor tarwe, maar ook voor minder voedzame graanproducten.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Aanbevolen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *