Hop groeit als een klimplant die zich met rankende stengels omhoog werkt langs hekken, palen en bomen. Het is een plant die van nature in heel wat Europese landschappen voorkomt, vooral in vochtige, voedselrijke gronden. Je herkent hem aan zijn harige bladeren en de kenmerkende hopbellen, die zacht en harsachtig aanvoelen. Die bellen worden vaak geoogst net voordat ze volledig rijp zijn, omdat ze dan het meeste aroma bevatten.
In de volksmond denken mensen bij het woord hop vrijwel meteen aan bier, en dat is ook niet zo gek. Want zonder hop zou bier een vlak en wat zoetig drankje zijn. Het zijn juist de bitterstoffen uit hop die balans geven en zorgen voor houdbaarheid. Maar wat veel mensen vergeten, is dat hop niet alleen in bier thuishoort. De jonge scheuten zijn eetbaar en zelfs culinair interessant, en de hopbel zelf kan ook als keukenkruid gebruikt worden, bijvoorbeeld in het maken van kruidenmengsels of kruidenthee.
Wat hop extra bijzonder maakt, is dat het niet alleen smaak toevoegt, maar ook eigenschappen heeft die een gerecht of een drankje wat zachter of juist frisser kunnen maken. De geur van hop is kruidig, met lichte tonen van citrus of dennenhars, afhankelijk van het type. In de keuken is het daarmee een beetje een vergeten ingrediënt, dat veel meer waardering verdient dan het nu krijgt.
Ook historisch gezien is hop een fascinerende plant. Al sinds de middeleeuwen wordt hij gecultiveerd in kloostertuinen en gebruikt als conserveermiddel. Voor de tijd van koelkasten was hop een manier om bederf tegen te gaan. En dat werkt nog steeds. Niet alleen in drank, maar ook in gerechten kun je met hop spelen om houdbaarheid, aroma en bitterheid in balans te brengen.
Hoe gebruiken?
Hop kun je op meerdere manieren in de keuken inzetten. De jonge scheuten van hop zijn in het voorjaar een echte delicatesse. Je oogst ze net zoals asperges en kookt of stoomt ze kort. De smaak is fris en een beetje aards, met een lichte bitterheid. Ze passen goed in salades met citroenrasp en een dressing van yoghurt en dille. Ook geroosterd in olijfolie met een snufje zeezout komen ze goed tot hun recht.
De hopbellen zelf worden meestal gedroogd gebruikt. Je kunt ze verwerken in kruidenboter, door ze fijn te malen en in combinatie met bijvoorbeeld citroenmelisse en bieslook toe te voegen. Een klein beetje volstaat, want de smaak is intens. Ook in soepen geven hopbellen een onverwachte twist. Denk aan een romige aardappelsoep of een wortel-gembersoep met een vleugje hop, waardoor het geheel net iets spannender wordt.
Een andere interessante toepassing is in zoetere gerechten. Hop kan gebruikt worden in siropen of als smaakmaker in appelcompote of perentaart, juist om het zoete wat te temperen. Een snufje hop in jam geeft een licht bittere toon die verrassend goed werkt bij bijvoorbeeld abrikoos of pruim. Vooral bij zelfgemaakte confituren met weinig suiker is dit een mooie aanvulling.
Tenslotte is hop heerlijk in kruidenthee. Je combineert het dan bijvoorbeeld met valeriaanwortel of kamille voor een rustgevend avonddrankje. Hop werkt kalmerend en geeft een licht bittere smaak aan de thee. Dat kan in het begin even wennen zijn, maar het effect is zeer aangenaam. Je hebt slechts een paar gedroogde hopbellen per kop nodig. Laat het vijf tot zeven minuten trekken in heet water.
Medicinale toepassingen
Hop wordt al eeuwenlang ingezet om zijn rustgevende eigenschappen. Vooral mensen met slaapproblemen gebruiken het in de vorm van thee, capsules of zelfs als geurzakje onder het kussen. De werkzame stof humuline helpt het lichaam te ontspannen en zorgt voor een betere nachtrust. In de kruidengeneeskunde wordt hop dan ook vaak aanbevolen bij stressgerelateerde klachten.
Ook bij spijsverteringsproblemen is hop effectief. Het stimuleert de productie van maagsappen en gal, waardoor het helpt bij een trage spijsvertering of een opgeblazen gevoel. Thee van hop, liefst gecombineerd met munt of venkel, wordt dan na de maaltijd gedronken. Het bevordert niet alleen de vertering maar kalmeert ook de maagwand.
Sommige mensen gebruiken hop bij overgangsklachten, zoals opvliegers en prikkelbaarheid. Dat komt doordat hop een licht oestrogeenachtige werking heeft. Er zijn extracten en tincturen verkrijgbaar die speciaal voor dit doel worden gebruikt. Natuurlijk is overleg met een arts of fytotherapeut daarbij altijd verstandig.
Hop bewaren
Verse hopbellen zijn kwetsbaar en verliezen snel hun geur en smaak als je ze verkeerd bewaart. Je bewaart ze het beste direct na de oogst in een luchtdichte verpakking, liefst in de koelkast. Daar blijven ze tot een week goed, mits ze niet nat zijn. Controleer ook altijd op schimmel of bruine plekken, want die tasten de kwaliteit snel aan.
Een betere manier om hop langer te bewaren, is door ze vacuüm te verpakken. Dit voorkomt oxidatie en zorgt dat het aroma behouden blijft. Als je dat combineert met invriezen, kun je hop soms tot wel een jaar bewaren zonder merkbaar verlies van kwaliteit. Zorg er dan wel voor dat de hop goed droog is vóór je hem vacumeert.
Let op dat je hop nooit bewaart bij direct zonlicht of naast sterke geuren zoals knoflook of ui. Hop neemt namelijk snel geur en smaak op uit de omgeving. Een afgesloten glazen pot of een donkere vacuümzak in een koele voorraadkast is het meest geschikt als je hop korter dan een maand wilt bewaren.
Invriezen
Hop invriezen is een effectieve manier om het aroma lang te behouden. Je gebruikt hiervoor schone, droge hopbellen. Leg ze eerst los op een bakplaat in de vriezer zodat ze niet aan elkaar kleven. Na een paar uur kun je ze overdoen in diepvrieszakjes of vacuümzakken.
Zorg ervoor dat je de hop niet ontdooit en opnieuw invriest, want dan gaat veel geur verloren. Haal alleen de hoeveelheid uit de vriezer die je echt nodig hebt. Gebruik ingevroren hop direct, bijvoorbeeld in thee of soep, zonder ontdooien. Zo blijft het aroma krachtig en zuiver.
Ook ingevroren hopbellen kun je fijnmalen in een vijzel of keukenmachine. Doe dit terwijl ze nog bevroren zijn voor het beste resultaat. Het poeder kun je dan verwerken in kruidenmengsels of marinades. Bewaar het poeder ook weer luchtdicht in de vriezer.
Drogen
Hop drogen doe je het liefst zo snel mogelijk na de oogst. Vers geplukte hop bevat veel vocht en kan gemakkelijk gaan schimmelen. Spreid de hopbellen uit op een droogrek of rooster, op een goed geventileerde plek uit de zon. Draai ze af en toe om zodat alle kanten drogen.
De ideale droogtemperatuur ligt rond de veertig graden Celsius. Je kunt eventueel een voedseldroger gebruiken of de oven op een lage stand zetten met de deur op een kier. Reken op een droogtijd van twaalf tot zestien uur. De hop is droog als de bellen krokant aanvoelen en knisperen tussen je vingers.
Gedroogde hop bewaar je in een luchtdichte pot, bij voorkeur donker en koel. Zo blijft de geur minimaal zes maanden goed. Voor thee en culinaire toepassingen is dat vaak meer dan voldoende. Je kunt eventueel ook kleine porties drogen en steeds nieuwe batches maken voor vers gebruik.
Hop kweken
Hop kweken vraagt wat ruimte, maar is goed mogelijk in een grote tuin of zelfs in een pot op het balkon. Je start met een wortelstek of jonge plant, liefst in het voorjaar. Kies een zonnige plek met goed doorlatende grond. Hop houdt van voedzame bodem, dus meng wat compost of oude mest door het plantgat.
De plant groeit snel en heeft houvast nodig. Plaats een stevige paal, klimrek of gespannen draad waarlangs de ranken omhoog kunnen groeien. In de zomer kan hop wel tot zes meter hoog worden. Regelmatig snoeien helpt om de groei te beheersen en de energie naar de bloemen te sturen.
Water geven is belangrijk in droge periodes, maar voorkom dat de wortels in een plas blijven staan. Mulchen helpt om vocht vast te houden. Onkruid weghouden rond de voet van de plant is ook aan te raden, want hop houdt niet van concurrentie.
Vanaf het tweede jaar kun je beginnen met oogsten. De bellen verschijnen in de nazomer en zijn rijp als ze wat lichter en droger aanvoelen. Pluk ze op een droge dag en verwerk ze direct. Je kunt ze drogen, invriezen of vers gebruiken. Laat wat bellen hangen voor de sier of voor insecten.
Ook in een pot kun je hop laten klimmen. Zorg dan wel voor een flinke pot van minimaal twintig liter en een stevige klimhulp. Geef regelmatig voeding tijdens het groeiseizoen, bijvoorbeeld vloeibare plantenvoeding of compostthee. Ook hier geldt: zon, water en houvast zijn de sleutels tot succes.
Alternatieven
Als je geen hop hebt, zijn er een paar interessante alternatieven. Voor het bittere aroma dat hop toevoegt aan gerechten of drankjes, kun je bijvoorbeeld duizendblad gebruiken. Dat heeft een vergelijkbare, licht bittere toon en past ook goed in soepen of marinades.
Een ander alternatief is artisjokblad. Dit heeft een sterke, wrange smaak en wordt in sommige mediterrane recepten gebruikt voor hetzelfde effect als hop. Je kunt het vers of gedroogd toevoegen aan sauzen of stoofgerechten, maar gebruik het spaarzaam.
Voor het kalmerende effect in kruidenthee is citroenmelisse een goed alternatief. Deze heeft een zachte smaak en een vergelijkbare werking op het zenuwstelsel. Ook passiebloem en valeriaan zijn hiervoor geschikt, eventueel in combinatie met kamille.
Hop is op zijn beurt ook een vervanger voor andere bittere kruiden. In een kruidenmix waar normaal gentiaan of engelwortel in zit, kun je hop gebruiken voor een mildere smaak. En in bouillons of pickles waar je normaal korianderzaad of mosterdzaad gebruikt, kan een snufje hop net wat meer diepgang geven.
Tot slot kun je hop ook vervangen door specerijen met een bitterzoet profiel, zoals gedroogde sinaasappelschil of fenegriek. Deze geven net als hop een gelaagde smaak en werken goed in kruidenmengsels, vooral in combinatie met kruidnagel of laurierblad.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.