Basilicum is een kruid dat je meteen herkent aan de frisse geur die vrijkomt zodra je de blaadjes tussen je vingers wrijft. Het heeft iets zachts en tegelijk iets uitgesproken. Wie eenmaal verse basilicum gebruikt in zijn keuken, wil eigenlijk niet meer terug naar gedroogde kruiden uit een potje. Toch weten veel mensen nog niet hoe veelzijdig dit kruid is, en hoe makkelijk je het zelf kunt telen, bewaren of verwerken.
Zelf gebruik ik het bijna dagelijks, niet alleen in Italiaanse gerechten maar ook in simpele salades, bij verse tomaten of in een snelle dressing. Het past bij de zomerse keuken, maar ook in een verwarmend stoofpotje komt het goed tot zijn recht. Het kruid werkt verbindend: het trekt smaken samen, laat andere ingrediënten tot hun recht komen, en voegt iets toe zonder de overhand te nemen.
Wat mij blijft fascineren is dat het zo’n klassiek kruid is dat toch steeds opnieuw verrast. Er bestaan tientallen varianten, van zoet tot citroenachtig, van paars tot groen, met elk hun eigen karakter. Als je een paar potten op de vensterbank zet en elke dag een paar blaadjes plukt, heb je altijd een verse smaakmaker bij de hand.
In de zomer groeit het krachtig buiten in een zonnige hoek van de tuin. In de winter verhuis ik een potje naar binnen, waar het net genoeg licht krijgt op de keukentafel. Het is een kruid dat leeft met de seizoenen, maar met een beetje aandacht het hele jaar door gebruikt kan worden.
Hoe gebruiken?
Basilicum doet het uitstekend in gerechten waarin tomaat, knoflook, citroen of olijfolie een rol spelen. Denk aan een eenvoudige tomatensalade, een dampende kom linzensoep of een stukje gegrilde kip. Een paar blaadjes op het laatst toevoegen, en je gerecht krijgt ineens een frisse toets.
In salades gebruik ik basilicum vaak samen met rucola of veldsla. De blaadjes scheur ik in plaats van ze te snijden, zodat de geur en smaak beter behouden blijven. Combineer het met mozzarella en tomaat, en je hebt een klassieker die nooit verveelt.
Het is ook heerlijk in soepen, vooral in lichte groentesoepen of romige tomatensoep. Voeg het pas aan het einde toe, zodat de frisse smaak niet verloren gaat tijdens het koken. Je kunt het ook pureren met wat olie en zout tot een groene basilicumolie die je over soep of gegrilde groenten kunt druppelen.
In warme gerechten is het belangrijk dit kruid niet te lang mee te laten koken. Het verliest dan snel zijn aroma. Voeg het bij voorkeur vlak voor het opdienen toe, of gebruik het als garnering. Ook in koude pastasalades is het een ideale smaakmaker, zeker als je het combineert met zongedroogde tomaten of gegrilde groenten.
Medicinale toepassingen
Basilicum wordt al eeuwenlang gebruikt vanwege zijn geneeskrachtige werking. De geurige bladeren zouden helpen bij het verlichten van spijsverteringsproblemen, vooral bij een opgeblazen gevoel of trage vertering. Een kopje basilicumthee na het eten kan rustgevend werken op de maag.
Daarnaast wordt het soms ingezet tegen stress en nervositeit. Het kruid bevat stoffen die kalmerend werken op het zenuwstelsel. In de kruidengeneeskunde gebruikt men het ook bij slapeloosheid of milde hoofdpijn, vaak in combinatie met lavendel of kamille.
Een ander interessant aspect is de werking op de luchtwegen. Door de etherische oliën werkt het licht slijmoplossend en verzachtend bij verkoudheid of een droge hoest. Je kunt de blaadjes kneuzen en in heet water doen om te stomen, of er een thee van trekken.
Basilicum bewaren
Verse basilicum blijft op zijn best als je het met zorg behandelt. Zet een bosje niet zomaar in de koelkast, want kou beschadigt de bladeren en zorgt voor zwarte plekken. Beter is het om de stengels in een glas water te zetten, net als bloemen, en dat op het aanrecht te bewaren.
Je kunt basilicum ook als potplant kopen en die op een zonnige plek in huis zetten. Zo heb je langer plezier van je plant, en kun je steeds opnieuw wat blaadjes oogsten. Geef regelmatig water, maar voorkom dat de wortels in het water blijven staan.
Als je een grote hoeveelheid basilicum hebt geoogst of gekocht, is het slim om een deel meteen te verwerken. Je kunt er pesto van maken, of basilicumolie, en die invriezen of in de koelkast bewaren. Op die manier verlies je niets van de smaak.
Invriezen
Basilicum invriezen kan prima, al verliest het blad wel wat van zijn structuur. De smaak blijft gelukkig grotendeels behouden. Was de blaadjes en dep ze goed droog. Leg ze op een dienblad in de vriezer, los van elkaar, en doe ze daarna in een goed afsluitbare diepvriesdoos of zak.
Je kunt basilicum ook in kleine porties fijnsnijden en mengen met wat olijfolie. Doe dit mengsel in een ijsblokjesvorm en vries het in. Zo heb je altijd kleine blokjes smaakmaker bij de hand voor sauzen of soepen.
Een derde mogelijkheid is om pesto te maken en die in te vriezen. Verdeel de pesto over kleine bakjes of ijsblokvormen en dek ze goed af. Zo kun je ook buiten het seizoen genieten van basilicum uit je eigen tuin of keuken.
Drogen
Basilicum drogen vraagt wat geduld en een juiste methode, anders verlies je snel geur en smaak. Pluk de blaadjes op een droge dag en spreid ze uit op een schone doek of droogrek, op een warme, luchtige plek uit de zon. Draai ze dagelijks om.
Na ongeveer een week zijn de blaadjes bros en kun je ze verkruimelen. Bewaar de gedroogde basilicum in een luchtdicht potje, liefst op een donkere plek. Zo blijft de smaak het langst behouden.
Een andere methode is drogen in een voedseldroger of op de laagste stand in de oven. Laat de ovendeur op een kier voor voldoende luchtcirculatie, en hou de temperatuur rond de veertig graden. Dit gaat sneller, maar vraagt ook nauwkeurigheid om verbranding te voorkomen.
Basilicum kweken
Basilicum kweken kun je het hele jaar door doen als je binnenshuis begint. In het voorjaar zaai je in potjes met vochtige potgrond. Zet de potjes op een lichte plek, maar niet in direct zonlicht. Binnen een week zie je de eerste groene sprietjes opkomen.
Zodra de plantjes wat groter zijn en het buiten warmer wordt, kun je ze uitplanten in een grotere pot of in de volle grond. Zorg voor een zonnige plek met beschutting tegen harde wind. Basilicum houdt van warmte, en heeft veel licht nodig om smaakvol te blijven.
Geef regelmatig water, maar voorkom dat de wortels constant nat zijn. Te veel water maakt de plant slap. Knijp regelmatig de toppen eruit, zo stimuleer je vertakking en krijg je een vollere plant. Pluk altijd van boven, dan groeit de plant mooi door.
Basilicum doet het ook goed op de vensterbank. Kies dan wel een zuidelijke vensterbank met genoeg licht. Zet de pot in een schotel, zodat overtollig water kan weglopen. Gebruik verse potgrond, en geef af en toe een beetje biologische plantenvoeding.
In de herfst kun je stekjes nemen van gezonde planten. Zet een afgesneden takje in een glas water en wacht tot er wortels ontstaan. Daarna zet je het in een klein potje, en heb je snel weer een nieuwe plant die klaar is voor de winter.
Alternatieven
Als je geen basilicum hebt, zijn er gelukkig alternatieven. Oregano heeft een kruidige, iets sterkere smaak, en werkt goed in tomatensauzen of ovengerechten. Het is wat minder verfijnd, maar wel stevig van karakter.
Peterselie is een fris alternatief, vooral in koude gerechten of als garnering. Het heeft niet de typische geur van basilicum, maar voegt toch een groene noot toe aan het bord. Vooral bij vis of aardappelgerechten werkt het goed.
Koriander is een alternatief met een uitgesproken smaak. Niet iedereen houdt ervan, maar in Aziatische en Midden-Oosterse gerechten kan het basilicum vervangen, vooral bij rijst, curry’s of frisse yoghurtsauzen.
Munt is vooral geschikt als alternatief in zomerse salades of drankjes. De smaak is totaal anders, maar geeft wel dezelfde frisse toets. Je kunt ook citroenmelisse gebruiken, zeker in combinatie met fruit of lichte desserts.
Tenslotte kan basilicum zelf een alternatief zijn voor andere kruiden. Als je normaal oregano of tijm gebruikt in een saus, probeer dan eens basilicum voor een zachtere smaak. Het kruid is verrassend veelzijdig, en verdient een vaste plek in elke keuken.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.







