Cashewnoten zijn voor mij altijd een beetje bijzonder, omdat ze zoveel meer doen dan alleen maar knapperigheid geven aan een gerecht. Ze voelen warm aan, bijna romig, en dat merk je al zodra je er een eet. In mijn keuken belanden ze vaak spontaan in een pan of schaal omdat ze zo prettig meekoken of meebakken, zonder dat ze hun zachte beet verliezen. Het is opvallend hoe veelzijdig ze aanvoelen, waardoor je telkens weer iets nieuws probeert.
Ik vind het fijn om met een product te werken dat niet zo schreeuwerig aanwezig is. Ze dringen zich niet op, maar voegen juist rust toe in de smaak. Wanneer je ze fijn maakt, krijg je zelfs een soort pasta, die meteen een gerecht bindt. Het voelt vaak alsof je met iets werkt dat zowel noot als room tegelijk is, een eigenschap die maar weinig ingrediënten hebben.
Wie met cashewnoten kookt, merkt al snel dat je ze net zo makkelijk naar hartig als naar zoet kunt trekken. Dat maakt dat je met één potje eigenlijk een hoop kanten op kunt. In stoofgerechten verzachten ze kruiden en in salades geven ze een zachte beet die je niet gauw hebt met een andere noot. Het helpt mij vaak om creatief te blijven, zeker wanneer ik met heel eenvoudige ingrediënten toch iets warms en vol smaak wil neerzetten.
Wat mij vooral aanspreekt, is dat ze prettig werken in zowel koude als warme gerechten. Daardoor blijft het leuk om ermee te experimenteren. Je hoeft niet te kiezen tussen koken of bakken, want beide kan gewoon. En hoe meer je ermee werkt, hoe meer je merkt dat ze bijna vanzelf in het ritme van jouw keuken passen.
Hoe gebruiken
Als ik uitleg wat je er allemaal met cashewnoten kunt doen, merk ik vaak dat mensen verrast reageren. Je kunt ze namelijk volop gebruiken in warme gerechten zoals curry, ragout, stoofschotels en zachte sauzen. De romige structuur maakt dat een saus meteen voller wordt wanneer je ze mee laat koken en daarna fijn maakt met een staafmixer.
Ook in koude bereidingen passen ze goed. Ik denk aan salades met frisse groente, waar een zachte nootachtige toets soms precies is wat een dressing nodig heeft. Je kunt ze klein snij of kneuzen voor een iets grovere textuur. In combinatie met bijvoorbeeld komkommer, wortel of een lichte yoghurtdressing komt hun smaak rustig naar voren.
In soepen kun je dezelfde truc toepassen. Wanneer je een groentesoep hebt die net iets meer body mag krijgen, kun je een handvol toevoegen en zacht laten meepruttelen. Mix je alles aan het eind, dan krijg je een romige soep zonder dat je zuivel hoeft te gebruiken. Dat maakt het een fijne keuze voor mensen die plantaardig koken.
Tot slot zijn ze ook heel geschikt voor zoete gerechten. Denk aan een beslag voor koekjes, een crumble, een ontbijtmengsel of een smeuïge cake. Ze geven die milde nootachtige smaak die niet overheerst, maar wel iets warms toevoegt.
Medicinale toepassingen
Er wordt vaak verteld dat cashewnoten ondersteunend kan zijn bij vermoeidheid, omdat het natuurlijke oliën en mineralen bevat die bijdragen aan een stabiel gevoel gedurende de dag. Wie regelmatig een kleine hoeveelheid eet, merkt soms dat het langer verzadigt dan veel andere tussendoortjes.
Daarnaast wordt gezegd dat het kan helpen bij spanning in het lichaam. De natuurlijke vetten worden door sommige mensen ervaren als verzachtend, vooral wanneer je het gebruikt in warme gerechten waar het langzaam oplost. Het voelt alsof je iets eet wat rust brengt zonder dat je lichaam er zwaar van wordt.
Ook zie je in veel landen dat het ingezet wordt voor de algehele weerstand. Het past goed binnen een voedingspatroon dat gericht is op rustige energie en lichte ondersteuning van de spijsvertering.
Cashewnoten bewaren
Als je ze goed wilt bewaren, moet je vooral letten op lucht, licht en temperatuur. In een goed afgesloten pot blijven ze het langst fris. Bewaar ze bij voorkeur op een plek waar het koel en droog is, want warmte maakt de natuurlijke oliën sneller ranzig.
Zet ze niet bij een raam, want direct licht kan de smaak beïnvloeden. In een voorraadkast blijven ze meestal prima, mits jij de pot echt telkens afsluit.
Controleer altijd even de geur voor gebruik. Ze horen neutraal te ruiken. Ruikt het vettig of vreemd, dan kun je ze beter niet meer gebruiken.
Invriezen
Cashewnoten invriezen is eenvoudig en helpt vooral wanneer je een grote voorraad hebt gekocht. Je doet ze in een goed afsluitbaar zakje en drukt de lucht eruit. Daarna leg je het zakje plat in de vriezer, zodat de cashewnoten gelijkmatig bevriezen.
Wanneer je ze later wilt gebruiken, kun je gewoon de gewenste hoeveelheid eruit pakken. Ze ontdooien snel en kunnen daarna direct de pan in.
Het fijne is dat de smaak vrijwel gelijk blijft, zolang je ze maar goed verpakt. Zo voorkom je dat ze geuren van andere producten opnemen.
Drogen
Cashewnoten drogen doe je vooral om ze langer houdbaar te maken, al zijn ze van zichzelf al redelijk droog. Je kunt ze nog iets verder drogen in de oven op lage temperatuur. Spreid ze uit op een bakplaat en zet de oven rond de tachtig tot negentig graden.
Laat de deur op een kier staan zodat vocht kan ontsnappen. Na een uur of iets langer zijn ze merkbaar droger en steviger.
Laat ze volledig afkoelen en bewaar ze daarna in een afgesloten pot, dan blijven ze lang knapperig.
Roosteren
Cashewnoten roosteren geeft een warme smaak die heel anders is dan de rauwe variant. Je verwarmt een droge koekenpan op middelhoog vuur en schudt de noten af en toe om. Het roosteren gebeurt snel, dus blijf erbij.
Zodra je een lichte goudkleur ziet, haal je ze uit de pan en laat je ze afkoelen. De hitte in de noten zorgt dat ze nog iets doorgaren.
Gebrande cashewnoten kun je gebruiken in hartige gerechten maar ook in zoete toepassingen. De smaak wordt dieper en voller, waardoor een simpel gerecht al snel meer karakter krijgt.
Cashewnoten kweken
Zelf cashewnoten kweken is niet eenvoudig, maar het kan wel wanneer je geduld hebt en een warme plek kunt creëren. De plant houdt van warmte en licht, dus binnenshuis bij een groot raam werkt vaak het beste. Wanneer je in een tuin werkt, zet je hem op de warmste plek die je hebt en bescherm je hem tegen wind.
De plant groeit langzaam en heeft een ruime pot nodig. Kies voedingrijke grond die vocht vasthoudt maar niet te nat wordt. Teveel water zorgt voor wortelproblemen, dus geef liever vaker kleine beetjes.
Wanneer de plant ouder wordt, ontwikkelt hij stevige bladeren en later de bekende vrucht. Dat proces duurt lang en lukt alleen wanneer de temperatuur hoog genoeg blijft.
Ook kun je in warme maanden de plant naar buiten zetten, maar haal hem binnen zodra de avonden afkoelen. De overgang van koud naar warm verdraagt hij slecht.
Met geduld, licht en zorg kun je wel degelijk plezier beleven aan deze plant. Zelfs wanneer je geen oogst krijgt, is het een bijzondere plant om te houden.
Alternatieven
Wanneer je geen cashewnoten in huis hebt, kun je soms wel iets gebruiken dat een vergelijkbaar mondgevoel geeft. Zonnebloempitten zijn een geschikte keuze omdat ze een zachte smaak hebben en makkelijk te roosteren zijn. In salades doen ze het verrassend goed.
Pompoenpitten zijn ook een fijn alternatief. Ze zijn steviger, maar wanneer je ze kort roostert, geven ze dezelfde warme toets. In combinatie met groente werken ze bijna net zo veelzijdig.
Voor romige sauzen kun je kiezen voor witte bonen of kikkererwten. Die kun je fijn maken tot een gladde massa. Het geeft natuurlijk een andere smaak, maar het zachte mondgevoel komt aardig in de buurt.
In zoete baksels kun je kiezen voor amandelen. Die hebben een mild karakter dat goed werkt in koekjes en cakes. Je kunt ze malen om een structuur te krijgen die vergelijkbaar is.
Andersom kun je de noot zelf inzetten als alternatief voor andere noten die wat uitgesprokener smaken. In gerechten waar amandel of walnoot te sterk is, geeft de zachtere toon van deze noot meer balans.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.






