Citroengras
Kruiden

Citroengras

Citroengras heeft een frisse, citrusachtige geur die onmiddellijk je zintuigen prikkelt wanneer je het kneust of in je handen wrijft. Het wordt vaak gebruikt in Aziatische keukens, vooral in Thaise, Vietnamese en Indonesische gerechten. Toch blijft het voor veel mensen een onbekend ingrediënt, terwijl het eigenlijk makkelijk te gebruiken én te kweken is. In de keuken levert het een zachte maar uitgesproken citrussmaak zonder zuurheid, wat het een bijzondere smaakmaker maakt.

De stengels zijn stevig en vezelig. Je gebruikt ze vaak door ze te kneuzen of fijn te snijden, zodat de smaak goed vrijkomt tijdens het koken. Niet alle delen zijn eetbaar, maar ze geven wel aroma af. De geur doet denken aan citroen, limoen en een vleugje gember, en dat maakt het zo geschikt voor zowel hartige als zoete bereidingen. Als je ooit een verse stengel in je hand hebt gehad, dan begrijp je meteen waarom dit kruid zo geliefd is in currypasta’s, soepen en marinades.

Het wordt al eeuwen gebruikt, niet alleen om zijn smaak, maar ook om zijn geneeskrachtige eigenschappen. In Indonesië noemt men het sereh, en het is een vast onderdeel van talloze traditionele recepten. Ook in Suriname en op de Antillen kennen mensen het als een kruid met kracht. Wat minder mensen weten, is dat je citroengras ook prima kunt kweken op je vensterbank of in de tuin, mits je het goed verzorgt en de juiste omstandigheden biedt.

Het bijzondere is dat het eigenlijk een grassoort is. Toch is het veel meer dan zomaar een spriet. Het kruid geeft gerechten een diepere laag, een frisse toets zonder de zurigheid van citroensap. In combinatie met kokosmelk, knoflook en gember werkt het als een soort smaakbrug tussen alle ingrediënten. Daardoor is het een onmisbare speler in de Aziatische keuken én een verrassende toevoeging in fusiongerechten.

Hoe gebruiken?

Citroengras kun je op meerdere manieren inzetten, afhankelijk van het gerecht dat je maakt. In veel gevallen kneus je de stengel eerst door er met de achterkant van een mes op te slaan. Zo breek je de vezels open en komt het aroma vrij. Je kunt daarna het citroengras laten meetrekken in een soep of saus, en het er later weer uit halen. Dit werkt bijvoorbeeld uitstekend in Thaise kokossoep of Vietnamese pho.

Je kunt het ook heel fijn snijden, vooral als het jonge, zachte stengels betreft. In dat geval kun je het gewoon mee eten. Denk aan een curry of roerbakgerecht waar je de citroengrasstukjes doorheen mengt. Ook bij het maken van marinades voor kip, vis of tofu kun je citroengras gebruiken als basis, samen met knoflook, limoen en chilipeper.

In salades kun je het inzetten als smaakmaker in de dressing. Je rasp dan wat verse stengel of gebruikt een fijngehakt stukje, gemengd met limoensap, vissaus, een beetje suiker en chili. Die combinatie werkt goed bij een Aziatische kipsalade of een salade met glasnoedels en verse groenten. De frisse toon van het citroengras zorgt ervoor dat het geheel licht en levendig blijft.

Ook in zoete gerechten komt citroengras tot zijn recht. Denk aan een panna cotta of rijstpudding met kokosmelk, waarin je de stengel mee laat trekken voor een zachte citrussmaak. Zelfs in thee wordt het vaak gebruikt: een infusie van kokend water, wat verse gember en een stukje levert een verwarmende drank op die ook nog eens goed is voor je spijsvertering.

Medicinale toepassingen

Citroengras heeft een lange geschiedenis als geneeskrachtig kruid. In de volksgeneeskunde van Azië en Zuid-Amerika wordt het vaak ingezet bij maag- en darmklachten. Het zou helpen om gasvorming tegen te gaan, krampen te verlichten en de spijsvertering te bevorderen. Ook als je last hebt van een opgeblazen gevoel, kan een thee van citroengras verlichting geven.

Daarnaast heeft het volgens sommige traditionele toepassingen een licht koortsverlagend effect. In de tropen wordt het wel gebruikt bij griepachtige klachten of lichte verkoudheden. Door de antibacteriële eigenschappen zou het ook helpen bij ontstekingen in het lichaam, al moet je bij medische klachten uiteraard altijd je arts raadplegen.

Ten slotte is het ook bekend als rustgever. De geur heeft iets kalmerends en wordt daarom soms toegevoegd aan aromatherapie of ontspannende baden. Het kan helpen bij stress, slapeloosheid of onrustige gevoelens. Een kopje warme thee met citroengras voor het slapen gaan is voor veel mensen een vast ritueel geworden.

Citroengras bewaren

Verse stengels blijven het langst goed als je ze in een luchtdichte zak of bak in de koelkast bewaart. Het liefst wikkel je ze eerst in een stukje vochtige keukenrol. Zo blijven ze sappig en drogen ze minder snel uit. In de groentelade kun je ze op deze manier zeker 2 tot 3 weken goed houden.

Gedroogd citroengras kun je veel langer bewaren, al is de smaak dan wel wat minder uitgesproken. Toch is het een prima oplossing voor wie geen verse stengels voorhanden heeft. Gebruik het bij voorkeur in infusies, soepen of stoofpotten, zodat de smaak langzaam kan vrijkomen in vocht.

Je kunt ook kiezen voor ingevroren citroengras. Dat is handig als je een grote bos hebt gekocht of uit eigen tuin oogst. Door het goed voor te bereiden en in te vriezen, behoud je veel van het aroma en hoef je niets weg te gooien. Zie hieronder hoe je dat het beste doet.

Invriezen

Begin met het schoonmaken van de stengels. Snij het onderste deel met de wortelaanzet weg en verwijder de buitenste taaie bladeren. Spoel de stengels af onder koud water en dep ze goed droog met een schone doek.

Citroengras invriezen doe je het best in porties. Je kunt de stengels heel laten of alvast in stukken snijden van ongeveer 10 centimeter. Verpak ze per stuk of per portie in diepvrieszakjes, idealiter vacuüm. Schrijf de datum op het zakje en leg ze plat in de vriezer zodat ze niet aan elkaar vriezen.

Ingevroren citroengras blijft ongeveer 6 maanden goed. Gebruik het rechtstreeks uit de vriezer in warme gerechten. Het aroma is iets milder dan vers, maar nog altijd duidelijk aanwezig. Voor koude bereidingen is vers meestal beter.

Drogen

Begin opnieuw met het schoonmaken van de stengels. Verwijder de buitenste bladeren en snij het onderste stuk af. Snij de stengel vervolgens in dunne ringetjes of lange repen, afhankelijk van je voorkeur en gebruik.

Leg het citroengras uitgespreid op een rekje of bakpapier, op een droge en warme plek. In de zon of op een warme vensterbank werkt goed, zolang het maar goed geventileerd is. Je kunt ook een voedseldroger gebruiken op lage temperatuur, zo rond de 40 graden Celsius.

Gedroogd citroengras kun je bewaren in een afgesloten pot op een donkere, droge plaats. Het is tot een jaar houdbaar, maar het aroma wordt na een paar maanden wel wat zwakker. Gebruik gedroogd citroengras vooral in thee, bouillon of stoofgerechten, waar het de tijd krijgt om smaak af te geven.

Citroengras kweken

Citroengras kweken is eenvoudiger dan veel mensen denken. Je kunt het zowel in de tuin als in een pot op de vensterbank of het balkon telen. Begin met verse stengels uit de winkel, het liefst met een klein stukje wortel eraan. Zet deze in een glas water op een lichte plek tot ze wortels krijgen.

Zodra de wortels ongeveer 5 centimeter lang zijn, kun je de stekken in een pot met goede potgrond zetten. Zorg dat de pot voldoende afwatering heeft en zet hem op een zonnige plek. Citroengras houdt van warmte en licht, en groeit het best bij temperaturen boven de 20 graden Celsius.

Geef regelmatig water, maar laat de grond niet doorweekt worden. Citroengras houdt van licht vochtige aarde. In de zomer kun je de pot buiten zetten, bijvoorbeeld op een terras of balkon. Binnen groeit het prima als je een zonnige vensterbank hebt.

Na enkele maanden zie je nieuwe scheuten verschijnen. Als de plant goed groeit, kun je de stengels voorzichtig oogsten. Snij ze bij de basis af en laat de rest van de plant staan, zodat hij verder kan groeien. Met wat geluk kun je meerdere keren per jaar oogsten.

In de winter kun je het binnen verder laten groeien of tijdelijk rust geven. Zet de pot dan op een koele, maar lichte plek en geef minder water. In het voorjaar zal de groei weer op gang komen zodra de temperatuur stijgt.

Alternatieven

Als je geen citroengras in huis hebt, zijn er enkele goede alternatieven. Een combinatie van limoenrasp en een klein beetje gember komt aardig in de buurt. Deze mix geeft die frisse, citrusachtige smaak met een warm ondertoontje, net als citroengras.

Ook kaffir limoenblaadjes kunnen dienst doen als smaakmaker in Aziatische gerechten. Ze geven een soortgelijke citrusgeur af, al is de smaak wat scherper en minder grassig. Een stukje citroenschil kan ook volstaan, vooral in infusies of dressings.

Voor koude gerechten kun je eventueel citroenmelisse gebruiken. Dit kruid geeft een mild citrusaroma af, al mist het de intensiteit van citroengras. In soepen en curry’s kun je het echter niet goed meekoken, dus het gebruik is beperkt.

Andersom is citroengras ook een prima alternatief voor andere citrussmaken, zeker in gerechten waarbij je geen extra zuur wilt toevoegen. Denk aan dressings waar citroensap te overheersend zou zijn, of stoofpotten die wel frisheid kunnen gebruiken, maar geen extra vocht.

Tot slot kun je in sommige gevallen ook met citroenverbena werken. Dat heeft een intens citrusaroma en komt vooral in thee en desserts goed tot zijn recht. Het is niet exact hetzelfde, maar kan een verrassend effect geven als vervanger van citroengras.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *