Kiwano is een vrucht die meteen opvalt door zijn stekelige schil en feloranje kleur. Van buiten lijkt hij een beetje op een kruising tussen een cactus en een meloen, maar van binnen zit hij vol glibberige groene zaadjes die doen denken aan komkommer en passievrucht tegelijk. In eerste instantie weet je misschien niet goed wat je ermee moet, maar wie hem eenmaal geproefd heeft, vergeet hem niet snel meer. De smaak is zacht, lichtzoet en heeft iets fris-citrusachtigs, wat hem geschikt maakt voor allerlei culinaire toepassingen.
Kiwano wordt ook wel Afrikaanse gehoornde meloen genoemd. Hij komt oorspronkelijk uit de droge gebieden van Zuidelijk Afrika, zoals Namibië en Botswana, waar hij niet alleen als dorstlesser wordt gegeten, maar ook gewaardeerd wordt om zijn voedzame eigenschappen. Tegenwoordig wordt hij ook gekweekt in warmere delen van Europa en zelfs in kassen in Nederland. De vrucht groeit aan lange, rankende planten die verwant zijn aan komkommer en augurk. Het is een exotisch gewas, maar toch verrassend goed houdbaar.
Hoewel de kiwano hier nog niet zo bekend is, wint hij langzaam terrein, vooral onder mensen die op zoek zijn naar afwisseling op hun bord. Je kunt hem rauw eten, verwerken in gerechten of gebruiken in drankjes. De binnenkant eet je het beste met een lepel: je snijdt hem open en schept het vruchtvlees eruit. De zaadjes kun je gewoon mee-eten, net als bij passievrucht. Het is een vrucht waar je wat mee kunt spelen, zowel qua smaak als qua presentatie.
In de keuken is kiwano niet alleen geschikt als ingrediënt, maar ook als decoratie. Zijn unieke uiterlijk maakt hem aantrekkelijk op feestelijke schalen en in exotische cocktails. Hij combineert goed met zowel zoet als hartig en voegt een frisse toets toe aan een gerecht. Als je op zoek bent naar een ander soort fruit dat net wat spannender is dan appel of peer, is dit een goede keuze om mee te experimenteren.
Hoe gebruiken?
Kiwano leent zich voor verrassend veel gerechten. Omdat de smaak vrij mild is en het vruchtvlees sappig, maar niet extreem zoet, kun je hem gebruiken in zowel fruitige als hartige combinaties. Je kunt het vruchtvlees bijvoorbeeld mengen met yoghurt of kwark voor een fris ontbijt. Een beetje honing erbij en wat geroosterde noten zorgen voor extra structuur. Ook in smoothies doet hij het goed, vooral in combinatie met banaan, kiwi of ananas.
In salades is kiwano een waardevolle aanvulling vanwege zijn sappigheid. Een salade met rucola, avocado, stukjes sinaasappel en kiwano levert niet alleen een smaakvol, maar ook een visueel aantrekkelijk gerecht op. Je kunt het vruchtvlees losjes over de salade lepelen of mengen met een vinaigrette. Door de lichtzure smaak past hij goed bij olieachtige ingrediënten zoals zalm of feta.
In soepen kun je kiwano op het eind toevoegen voor een frisse twist. Denk aan koude zomerse soepen zoals gazpacho. Het is niet gebruikelijk om hem mee te koken, omdat de structuur dan verloren gaat, maar als afwerking doet hij het goed. Je kunt hem ook pureren en als basis gebruiken voor een koude fruitsaus of als topping bij een groentesoep.
Voor desserts werkt kiwano bijzonder goed. Een eenvoudig gerecht zoals vanille-ijs of rijstpudding wordt ineens spannend als je er wat kiwano overheen schept. Ook in fruitcocktails of gelei kun je hem verwerken. Je hoeft hem niet per se te combineren met andere exotische vruchten, ook appel of peer werkt verrassend goed. Het draait vooral om de frisheid en de textuur.
Medicinale toepassingen
Kiwano wordt in traditionele Afrikaanse geneeskunde al eeuwen gebruikt als dorstlesser en licht laxerend middel. Door het hoge vochtgehalte helpt het vruchtvlees bij uitdroging, zeker in warme klimaten. Ook wordt het ingezet bij maag- en darmklachten. De zachte vezels en zaden zouden een gunstige werking hebben op de spijsvertering, vooral bij lichte verstopping.
De vrucht bevat relatief veel vitamine C en magnesium. Dit draagt bij aan het ondersteunen van het immuunsysteem en een goede spierfunctie. Voor sporters is het een natuurlijke manier om elektrolyten aan te vullen, vooral na het zweten. Door de lage energiewaarde is hij ook geschikt binnen een caloriearm dieet.
Sommige bronnen noemen de aanwezigheid van antioxidanten, zoals beta-caroteen en luteïne, die zouden bijdragen aan celvernieuwing en bescherming tegen vrije radicalen. Hoewel dit lastig te meten is bij incidentele consumptie, past het zeker binnen een gevarieerd en plantaardig voedingspatroon. De kiwano is dan een van de vele bouwstenen van een voedzame levensstijl.
Er zijn ook toepassingen als rustgevend fruit, bijvoorbeeld bij lichte spanning of rusteloosheid. Dat is deels psychologisch, maar het kan helpen om het in de avond te eten, vanwege het verkoelende en verzachtende effect op de maag. Niet als medicijn, maar als aanvulling op andere ontspannende gewoonten.
Kiwano bewaren
Verse kiwano kun je relatief lang bewaren, vooral als hij nog stevig is en de stekels niet beginnen in te drogen. Je kunt hem op kamertemperatuur bewaren als je hem binnen een paar dagen wilt gebruiken. Let wel op dat hij niet in de volle zon ligt, want dan droogt de schil snel uit en wordt het vruchtvlees slapper.
Als je de kiwano langer wilt houden, is de koelkast een betere plek. Leg hem dan in het groentevak, los van ethyleen-producerende vruchten zoals appels of bananen. Zo blijft hij wel tot twee weken goed. Let erop dat hij niet te vochtig ligt, want de schil is gevoelig voor schimmel als er veel condens ontstaat.
Een aangesneden vrucht kun je het beste met huishoudfolie afdekken en maximaal twee dagen in de koelkast bewaren. Schep het vruchtvlees er eventueel uit en bewaar het apart in een afgesloten bakje. Je kunt het ook in een ijsblokjesvorm invriezen als je het later wilt verwerken in drankjes of desserts.
Invriezen
Kiwano invriezen doe je niet met de hele vrucht, maar alleen met het vruchtvlees. Snijd de vrucht in de lengte doormidden, schep met een lepel het sappige, zaadrijke binnenste eruit en doe dit in een ijsblokjesvorm of kleine bakjes. Laat het vruchtvlees onafgedekt eerst bevriezen, en verpak het daarna luchtdicht, bijvoorbeeld in diepvrieszakjes of vacuümverpakking.
Gebruik je het later in een smoothie, dan kun je het bevroren direct toevoegen. Voor andere toepassingen, zoals saus of desserts, kun je het ontdooien in de koelkast. Reken op een bewaartermijn van drie maanden voor optimale smaak. De structuur verandert iets, maar de smaak blijft goed behouden.
Je kunt het vruchtvlees ook pureren vóór het invriezen, zodat je het makkelijker kunt verdelen of mengen met andere ingrediënten. Voeg geen suiker toe bij het invriezen, dat verandert de smaak tijdens het ontdooien. Gewoon puur houden is het beste.
Drogen
Kiwano drogen is minder gangbaar, maar mogelijk. Snijd het vruchtvlees los van de zaden en spreid het uit op een bakplaat of droogrekje. Dit is wel een precies werkje omdat het vruchtvlees glibberig is. Je kunt ook een neteldoek gebruiken om het vocht eruit te persen voor je begint.
Laat de stukjes of pulp drogen in een voedseldroger of in een oven op lage temperatuur, rond de vijftig graden Celsius. Houd de deur op een kier zodat het vocht weg kan. Het proces duurt meerdere uren. Controleer regelmatig of de structuur stevig maar buigzaam wordt.
Bewaar gedroogde kiwano in een luchtdicht potje op een donkere plek. Je kunt het later verwerken in muesli, thee of als decoratie bij desserts. De smaak is dan intenser en iets zuriger dan vers, maar nog steeds verfrissend.
Zelf raspen
Kiwano raspen klinkt misschien vreemd, maar het kan – afhankelijk van wat je ermee wilt doen. De schil is stevig en niet eetbaar, dus wat je raspt is het vruchtvlees, inclusief de zaden. Dit werkt vooral goed als je de kiwano wilt gebruiken in koude sauzen of als basis voor vinaigrettes. Een fijne rasp of een kleine pureestamper werkt het best.
Sommige mensen kiezen ervoor om het vruchtvlees te zeven of door een passe-vite te draaien om de zaden te scheiden. Dit kan handig zijn als je een gladde saus of sap wilt. Voor smoothies of salades is dat niet nodig, dan kun je het vruchtvlees gewoon met zaden gebruiken.
Raspen is vooral praktisch als je de kiwano wilt combineren met specerijen of zuren. Denk aan citroensap, gember of koriander. Je mengt het dan tot een frisse dressing of marinade. Voor het beste resultaat gebruik je een rijpe vrucht die makkelijk uitgehold kan worden.
Wil je tijd besparen, dan kun je ook kant-en-klaar vruchtvlees kopen in sommige Aziatische of biologische winkels. Maar vers raspen geeft toch de beste geur en smaak, vooral als je de vrucht net aangesneden hebt.
Alternatieven
Heb je geen kiwano in huis, dan zijn er gelukkig een aantal alternatieven die qua textuur en smaak in de buurt komen. Komkommer is een van de meest toegankelijke vervangers. Het mist de citrusachtige toon van kiwano, maar de sappigheid en zachte beet zijn vergelijkbaar. Je kunt komkommer raspen, pureren of in blokjes snijden, net zoals je met kiwano zou doen.
Ook passievrucht is een goed alternatief, vooral als je op zoek bent naar iets met meer geur en zoetzuur profiel. De structuur lijkt sterk op die van kiwano, met glibberig vruchtvlees en eetbare zaadjes. In smoothies of desserts kun je ze bijna één op één uitwisselen.
Als je een iets stevigere vrucht zoekt met een zachte smaak, probeer dan papaja. Deze is minder sappig, maar geeft een zachte textuur en lichtzoete ondertoon aan gerechten. Voor salades of sappen werkt papaja goed als vervanger, vooral als je wat citroensap toevoegt voor frisheid.
Een verrassende optie is kiwi. De kleur is anders, maar de structuur en de combinatie van fris, zuur en zoet lijken wel wat op kiwano. Kiwi’s zijn makkelijk verkrijgbaar en goed te gebruiken in fruitige gerechten. Wel is de smaak wat uitgesprokener.
Tot slot kun je ook denken aan aloë vera vruchtvlees of watermeloen voor specifieke toepassingen. Kiwano is op zichzelf een uniek product, maar voor de meeste bereidingen kun je creatief zijn met andere vruchten die dezelfde eigenschappen benaderen. Zo kun je toch een exotisch tintje aan je gerechten geven zonder dat je de originele vrucht in huis hoeft te hebben.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.