Slangenfruit is een vrucht die je niet snel vergeet. Het heeft een schil die lijkt op de huid van een slang, met een glanzende, bruine schubachtige structuur. Als je die schil voorzichtig afpelt, komt er een vrucht tevoorschijn die qua structuur wat doet denken aan een kruising tussen een knoflookteentje en een lychee, maar dan steviger. De smaak is verrassend. Zoet, een tikje zuur, soms met een nootachtige ondertoon, en een bite die doet denken aan een stevige peer. Het is een vrucht die je niet overal tegenkomt, maar die steeds vaker opduikt in Aziatische winkels of op markten waar ze exotische producten verkopen.
Oorspronkelijk komt salak, zoals slangenfruit eigenlijk heet, uit Indonesië. Daar groeit het aan een palmsoort die vaak rond dorpjes en in de jungle staat. In landen als Bali, Java en Sumatra is salak een dagelijkse lekkernij, net als bij ons een appel of een peer. Mensen eten het daar vers van de markt, verwerken het in zoete en hartige gerechten of gebruiken het als medicijn. Het is een vrucht die daar diep geworteld zit in de eetcultuur, maar bij ons nog volop ontdekt wordt. En dat maakt het des te interessanter om ermee aan de slag te gaan.
Wat veel mensen niet weten, is dat dit fruit ook bijzonder voedzaam is. Het zit vol vezels, bevat veel antioxidanten en levert kalium en ijzer. Daardoor wordt het niet alleen als smakelijke vrucht gewaardeerd, maar ook als iets dat echt wat toevoegt aan je dagelijkse voeding. Zeker als je bezig bent met gezonde voeding, of gewoon op zoek bent naar afwisseling op je bord, is het fruit een goed idee. Je kunt het vers eten, verwerken in gerechten, of zelfs drogen of invriezen.
In deze tekst leg ik uit wat je allemaal kunt doen met dit exotische fruit, hoe je het het beste kunt bewaren, hoe je het raspt, en wat je kunt doen als je het niet in huis hebt. Want hoe lekker en veelzijdig het ook is, soms wil je weten wat een goed alternatief is. Daarbij geef ik steeds praktische tips, zoals ik ze zelf ook toepas in de keuken.
Hoe gebruiken?
Slangenfruit kun je op verschillende manieren gebruiken, afhankelijk van het gerecht dat je wilt maken. De meest voor de hand liggende manier is natuurlijk om het gewoon vers te eten. Dat doe je door de schil eraf te halen en het vruchtvlees voorzichtig in stukjes te snijden of met de hand te eten. Sommige soorten zijn iets wranger, andere wat zoeter. Je kunt ze combineren met een beetje limoensap en een snufje zout voor een frisse snack.
In salades werkt het verrassend goed. Denk aan een Aziatische koolsalade met dun gesneden spitskool, wortel, pinda’s, koriander en een dressing van rijstazijn en sesamolie. Daar past salak perfect bij. De bite is stevig, het aroma iets zurig, waardoor het mooi contrasteert met de andere ingrediënten. In fruitige salades kun je het combineren met mango, ananas of zelfs watermeloen. Snijd het dan in kleine blokjes, voeg wat verse munt toe en werk het af met citroensap.
Ook in warme gerechten is slangenfruit bruikbaar. In Indonesië zie je het bijvoorbeeld in curry’s met kokosmelk, gember en citroengras. Je kunt het daarin licht meekoken, maar voeg het pas op het einde toe zodat de structuur behouden blijft. In soepen is het minder gebruikelijk, maar het werkt wel, vooral in zure soepen zoals tom yam of een pittige pompoensoep. De kunst is dan om het fijn te snijden of te raspen, zodat de smaak zich goed verspreidt.
Tot slot kun je salak ook gebruiken in desserts. Denk aan taartjes, ijs of compotes. Je kookt het dan zachtjes met wat palmsuiker en citroensap tot het smeuïg wordt. Die massa kun je gebruiken als vulling voor bladerdeeg, of als topping op een kom havermout. In dat soort bereidingen komt het nootachtige karakter van slangenfruit echt goed naar voren.
Medicinale toepassingen
In de traditionele Indonesische geneeskunde wordt slangenfruit gebruikt tegen verschillende kwaaltjes. Een van de meest genoemde toepassingen is het bevorderen van de spijsvertering. Omdat het vruchtvlees veel vezels bevat, helpt het bij een trage stoelgang. Je moet er wel voldoende water bij drinken, want anders kan het juist verstoppend werken. Maar in combinatie met vocht werkt het als een soort natuurlijke darmreiniger.
Daarnaast zou het een positieve invloed hebben op het geheugen. Dat komt vermoedelijk door de combinatie van antioxidanten, kalium en pectine. Mensen die regelmatig slangenfruit eten, zouden volgens sommige bronnen minder last hebben van vergeetachtigheid of mentale vermoeidheid. Of dat echt bewezen is, valt te betwijfelen, maar het idee is interessant genoeg om het in de gaten te houden.
Ook het ijzergehalte is relevant. Mensen met lichte bloedarmoede of vermoeidheid kunnen baat hebben bij ijzerrijke voeding. Het bevat genoeg ijzer om daaraan bij te dragen, zeker in combinatie met vitamine C-rijke voeding die de opname bevordert. Daarom wordt het soms aangeraden aan mensen die herstellen van ziekte of een verminderde weerstand hebben.
Slangenfruit bewaren
Vers slangenfruit bewaar je het best op een koele, donkere plek, maar niet in de koelkast. De schil beschermt de vrucht goed tegen uitdroging, zolang je hem niet beschadigt. Een droge kelder of een donkere keukenkast is meestal voldoende. Daar blijft slangenfruit gemakkelijk vijf tot zeven dagen goed. Als de schil begint in te zakken of rimpelig wordt, is het tijd om hem op te maken.
Heb je het aangesneden, dan moet je wel opletten. Snijd het pas vlak voor gebruik en dek restjes goed af met huishoudfolie. Dan kun je het nog één à twee dagen in de koelkast bewaren. Langer dan dat verliest het vruchtvlees zijn bite en begint het een beetje zuur te ruiken. In dat geval kun je er nog steeds jam of compote van maken, maar rauw eten wordt minder aantrekkelijk.
Als je grotere hoeveelheden hebt, bijvoorbeeld van een markt of groothandel, dan is het verstandig om te kiezen voor invriezen of drogen. Beide methodes verlengen de houdbaarheid aanzienlijk en zorgen ervoor dat je op ieder moment van het jaar iets in huis hebt dat je kunt gebruiken.
Invriezen
Om slangenfruit in te vriezen, begin je met het zorgvuldig verwijderen van de schil. Snijd het vruchtvlees in plakken of blokjes en leg die eerst los op een bord of dienblad. Zet dat bord een uur in de vriezer. Daarna kun je de stukjes overdoen in een goed afsluitbaar diepvrieszakje of bakje. Zo voorkom je dat het aan elkaar kleeft en kun je per portie ontdooien wat je nodig hebt.
Gebruik het ingevroren salak binnen drie maanden voor de beste smaak en textuur. Het is na het ontdooien iets zachter, maar nog prima bruikbaar in soepen, sauzen of compotes. Ontdooi het altijd langzaam in de koelkast, nooit op kamertemperatuur of in warm water, om smaakverlies en structuurproblemen te vermijden.
Sommige mensen pureren het fruit voordat ze het invriezen. Dat kan handig zijn als je het later wilt gebruiken in ijs of smoothies. Voeg dan een klein beetje citroensap toe om verkleuring tegen te gaan, en giet het in ijsblokvormpjes of kleine bakjes.
Drogen
Slangenfruit drogen is een beproefde methode uit Indonesië en werkt uitstekend voor wie lang wil bewaren. Je snijdt de vrucht in dunne plakjes van ongeveer vijf millimeter dik en legt ze op een droogrekje of bakpapier. Daarna laat je ze drogen in een voedseldroger of op een lage temperatuur in de oven, bij voorkeur rond de zestig graden Celsius.
Na zes tot acht uur zijn de plakjes leerachtig en buigzaam. Als ze krokant worden, heb je ze te lang gedroogd. Laat ze afkoelen en bewaar ze daarna in een luchtdichte glazen pot. Gedroogd slangenfruit is een lekker tussendoortje, of een toevoeging aan muesli of notenmixen.
Je kunt ook variëren door de plakjes eerst te marineren in een beetje limoensap met palmsuiker en kaneel, zodat ze na het drogen een licht gekarameliseerde smaak krijgen. Daarmee maak je er eigenlijk een gezonde snack van die lang houdbaar is en rijk aan vezels.
Zelf raspen
Rasp je slangenfruit zelf, dan heb je controle over de structuur en de hoeveelheid. Het raspen doe je het best met een fijne handrasp, en altijd pas vlak voor gebruik. Omdat het vruchtvlees stevig is, gaat het vrij eenvoudig, maar je moet wel oppassen voor je vingers. Gebruik korte halen en werk van boven naar beneden. Eventuele pitten haal je er daarna uit met een lepel.
De geraspte variant is handig voor sauzen, soepen of gebak. In een curry werkt het goed omdat het snel bindt en zijn aroma makkelijk loslaat. In gebak geeft het een aparte, bijna speculaasachtige geur. Vooral in combinatie met kaneel of nootmuskaat komt dat goed tot zijn recht.
Sommige winkels verkopen kant-en-klare slangenfruitpasta of geraspte pulp in blik. Die zijn handig, maar vaak bewerkt met conserveermiddelen. De smaak is ook wat vlakker. Zelf raspen is wat mij betreft altijd de beste keuze, zeker als je verse vruchten hebt en een goede rasp in huis.
Alternatieven
Heb je geen slangenfruit in huis, dan zijn er gelukkig alternatieven. Qua smaak komt een stevige peer met een beetje citroensap al redelijk in de buurt. Ook appel met een vleugje gember kan een vergelijkbaar effect geven, vooral in salades of compotes. De textuur is anders, maar het geeft toch iets van die frisse, fruitige toon.
In warme gerechten kun je ook denken aan jackfruit. Dat heeft een vezelachtige structuur en een subtiele smaak, maar neemt goed de aroma’s van kruiden en specerijen op. In curry’s of stoofschotels werkt dat prima. Een ander alternatief is lychee, vooral als je de frisse zoetheid zoekt, al is dat wat sappiger en zachter.
Voor gebruik in gedroogde vorm kun je slangenfruit het best vervangen door mango of ananas. Beide zijn geschikt om te drogen en combineren goed met dezelfde kruiden. Gedroogde appel met kaneel werkt ook, maar is minder uitgesproken van smaak. Je kunt daar zelf wat zuur aan toevoegen voor meer balans.
Als je juist op zoek bent naar een alternatief voor slangenfruit in smoothies of desserts, dan zijn banaan en dadels goede kandidaten. Ze geven die romige textuur en zoete smaak die in veel combinaties past. Voeg dan wel iets fris toe, zoals limoen of yoghurt, om het niet te zwaar te maken.
Tot slot is slangenfruit zelf ook een alternatief voor andere tropische vruchten. Als je recepten hebt waar mango of passievrucht in staat, kun je experimenteren met slangenfruit. Het geeft net een ander accent en zorgt ervoor dat je gerechten origineler aanvoelen, zonder dat je de balans verstoort. Dat is wat koken leuk maakt: durven afwijken en iets nieuws proberen.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.