Chayotte is een groente die je misschien niet in elke supermarkt tegenkomt, maar toch al eeuwenlang wordt gegeten in delen van Midden- en Zuid-Amerika. De vrucht heeft een wat peervormige uitstraling met een gladde of gerimpelde, lichtgroene schil. Het vruchtvlees is stevig en sappig, met een neutrale smaak die het mogelijk maakt om hem op veel verschillende manieren te gebruiken.
Wat deze groente bijzonder maakt, is dat je er bijna niets van hoeft weg te gooien. Niet alleen het vruchtvlees is eetbaar, maar ook de schil, de pit en zelfs de jonge scheuten en bladeren worden in sommige keukens bereid. Door zijn neutrale smaak neemt de groente makkelijk andere smaken op, waardoor hij vaak wordt gebruikt in curry’s, stoofpotten en roerbakgerechten.
In Europa is de groente minder bekend, maar dat begint te veranderen. Steeds meer mensen ontdekken deze veelzijdige vrucht via markten, speciaalzaken of eigen teelt. Zeker bij wie bezig is met gezond eten, plantaardige voeding of caloriearme gerechten, wint het aan populariteit. De vrucht bevat weinig koolhydraten, veel vezels en nauwelijks vet.
Chayotte heeft bovendien het voordeel dat hij zowel rauw als gekookt te gebruiken is. In salades blijft hij knapperig en fris, in warme gerechten wordt hij zacht, maar behoudt zijn structuur. Hij valt niet op door zijn eigen smaak, maar laat andere ingrediënten goed tot hun recht komen. Daarmee is het een soort kameleon in de keuken.
Hoe gebruiken?
Wie Chayotte voor het eerst in handen heeft, kan beginnen met een eenvoudige rauwe bereiding. Schil de vrucht, snij hem doormidden en verwijder de pit. Snij het vruchtvlees in dunne plakjes of reepjes en meng dit met bijvoorbeeld limoen, verse munt en wat chilipeper. Ook met fijngesneden rode ui en een handje koriander heb je zo een frisse salade.
In warme gerechten doet deze groente het ook goed. Je kunt hem stoven met ui, knoflook en tomaat, toevoegen aan curry’s of wokken met sojasaus en gember. Omdat hij stevig blijft, is hij ook geschikt voor roerbakgerechten waarin andere groenten al snel slap worden. Snij hem in blokjes, bak ze kort mee en serveer met rijst of noedels.
In ovenschotels combineert het goed met andere groenten zoals courgette, wortel en prei. Je kunt hem gebruiken in plaats van aardappel of pasta voor een lichtere maaltijd. Snij hem in plakken, leg ze dakpansgewijs in een ovenschaal en overgiet met room of tomatensaus. Strooi er wat kaas over en zet hem in de oven.
Voor wie graag experimenteert, zijn gevulde chayottes een aanrader. Halveer de vrucht, hol hem uit en vul de helften met een mengsel van bijvoorbeeld gekruid gehakt, rijst of linzen en groenten. Zet ze daarna in de oven tot alles gaar en goudbruin is. Een vegetarische versie met bonen en mais doet het ook goed.
Medicinale toepassingen
Chayotte wordt in sommige landen niet alleen gezien als voedsel, maar ook als geneeskrachtige plant. Door het hoge gehalte aan water en vezels werkt hij vochtafdrijvend en bevordert hij de spijsvertering. Mensen die kampen met een opgeblazen gevoel of trage darmen hebben baat bij het regelmatig eten van deze groente.
Daarnaast bevat het kalium, vitamine C en foliumzuur. Kalium helpt de bloeddruk in balans te houden, vitamine C ondersteunt het immuunsysteem en foliumzuur is belangrijk voor de aanmaak van nieuwe cellen. Zeker voor zwangere vrouwen of mensen die herstellen van ziekte is dit een nuttige combinatie.
In de traditionele kruidengeneeskunde worden ook theeën gemaakt van de bladeren van de plant, bijvoorbeeld om vocht af te drijven of om ontstekingen te remmen. De schil en pit worden soms fijngemalen en gebruikt in mengsels die verlichting bieden bij nierklachten of lichte gewrichtspijn.
Chayotte bewaren
Verse chayotte kun je het beste op een koele en droge plek bewaren, liefst tussen de tien en vijftien graden. In een onverwarmde voorraadkast of kelder blijft hij soms wel twee weken goed. Leg hem niet in direct zonlicht, want dan droogt de vrucht uit.
In de koelkast kun je hem ook bewaren, maar dan liever in de groentelade en los van andere producten. De luchtvochtigheid in de koelkast kan de schil wat zachter maken, wat de houdbaarheid iets verkort.
Heb je een aangesneden chayotte, dek dan de snijvlakken goed af met folie en leg hem maximaal drie dagen in de koelkast. Zorg dat hij niet vochtig wordt, want dan ontstaat er sneller schimmel.
Invriezen
Chayotte invriezen is prima mogelijk, mits je hem eerst even blancheert. Schil de vrucht, snij hem in blokjes en breng een pan water aan de kook. Laat de blokjes twee tot drie minuten koken en spoel ze dan meteen af met koud water.
Dep alles goed droog met een schone theedoek. Verdeel de stukjes over diepvriesbakjes of zakjes en label ze met de datum. In de vriezer blijft het tot acht maanden goed.
Gebruik ingevroren chayotte het liefst direct in warme gerechten. Ontdooien is niet nodig. Door het invriezen kan de structuur iets veranderen, maar in soep of stoofpot is dat geen probleem.
Drogen
Wil je chayotte langer bewaren zonder vriezer, dan kun je hem ook drogen. Snij de vrucht in dunne plakjes en blancheer ze kort in heet water. Laat de plakjes daarna goed uitlekken en droog ze op een bakplaat met bakpapier.
In een oven op vijftig graden met de ovendeur op een kier duurt het zes tot acht uur voor de plakjes helemaal droog zijn. Je kunt ook een voedseldroger gebruiken als je die hebt.
Bewaar de gedroogde stukjes in een glazen pot of blikken trommel op een droge, donkere plek. Voor gebruik laat je ze even weken in water, bouillon of melk. Daarna kun je ze verwerken in soep of stoofgerechten.
Chayotte kweken
Chayotte kweken is eenvoudiger dan je denkt. Je plant geen zaadje, maar een hele vrucht. Kies een rijpe vrucht uit met een klein kiempje aan de bovenkant. Zet deze in het voorjaar in een pot aarde, met het kiempje omhoog.
Zet de pot binnen op een warme plek, zoals een vensterbank. Hou de aarde vochtig, maar niet nat. Na een paar weken ontstaat een rank met bladeren. Zodra het buiten niet meer vriest, kun je de plant uitplanten in de volle grond of in een grotere pot op het terras.
Chayotte is een klimplant. Zorg dus voor steun: een hek, pergola of touw waarlangs hij omhoog kan groeien. De plant houdt van zon en rijke, losse grond. Geef regelmatig water en mest bij met compost of plantaardige voeding.
In de nazomer ontstaan kleine bloemen en daarna de vruchten. Als het warm genoeg blijft, kun je tot oktober oogsten. Een enkele plant kan wel twintig vruchten geven.
Bewaar één of twee vruchten om het jaar erop opnieuw te planten. In een milde winter kun je ook proberen de knollen van de plant te laten overwinteren onder een dikke laag stro of bladeren.
Alternatieven
Als je geen chayotte kunt vinden, zijn er genoeg andere groenten die je kunt gebruiken. Courgette is een van de makkelijkste vervangers. Die heeft een vergelijkbare structuur en smaak en kun je op dezelfde manier koken, stoven of rauw eten.
Ook koolrabi of jonge pompoen zijn goede alternatieven, zeker in warme gerechten. Ze blijven stevig tijdens het koken en nemen goed smaken op. In salades kun je denken aan komkommer of appel voor die frisse bite.
Wil je het vervangen in gevulde gerechten, gebruik dan bijvoorbeeld paprika of kleine aubergines. Die kun je ook uithollen en vullen.
Qua werking in de keuken is chayotte een goed alternatief voor aardappel, courgette of zelfs pasta. In dunne plakjes kun je hem gebruiken als laagjes in een lasagne of gratin.
En als je echt op zoek bent naar iets plantaardigs met een vergelijkbare voedingswaarde, dan kun je ook denken aan bleekselderij, venkel of selderknol. Daarmee geef je net wat meer aroma mee aan je gerecht, zonder dat het zwaar wordt.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.