Adzuki bonen
Noten en zaden

Adzuki bonen

Adzuki bonen zijn kleine, roodbruine peulvruchten die van oorsprong vooral in Oost-Azië worden gegeten. Ze vallen op door hun ietwat zoete smaak en worden vaak verwerkt in zowel hartige gerechten als zoete bereidingen. In Japan en China worden ze zelfs gebruikt in desserts, zoals zoete bonenpasta’s of gevulde rijstcakejes. Bij ons zijn ze minder bekend, maar steeds vaker te vinden in natuurwinkels of biologische supermarkten.

Ze zijn bijzonder voedzaam, rijk aan plantaardige eiwitten, ijzer en vezels. Vooral mensen die plantaardig eten, grijpen vaak naar Adzuki bonen als bron van eiwit. Wat ze daarnaast interessant maakt, is dat ze relatief snel gaar zijn in vergelijking met andere bonensoorten. In de keuken lenen ze zich voor van alles: van stoofpot tot salade, van soep tot smeersel. En dat allemaal met een lichte nootachtige ondertoon.

Er kleeft ook iets zachts aan de structuur. Als je ze goed kookt, behouden ze hun vorm, maar geven ze toch een romig mondgevoel. Precies dat maakt ze populair in dahl-achtige gerechten, vullingen of purees. Wie één keer heeft gewerkt met deze bonen, merkt al snel hoe veelzijdig ze zijn, zelfs in combinatie met fruit of kruiden als kaneel en gember.

Hoewel de bonen afkomstig zijn uit een ander werelddeel, voelen ze zich ook thuis in de Europese keuken. Ze combineren goed met groente zoals pompoen, rode biet en wortel, maar ook met granen zoals rijst, bulgur of gerst. Juist dat maakt ze een interessante keuze voor wie iets anders wil dan linzen of kikkererwten.

Hoe gebruiken?

Adzuki bonen kun je gebruiken in warme gerechten zoals stoofschotels of curry’s. Ze nemen smaken goed op en blijven stevig genoeg om niet te vervallen tot pap. Daardoor zijn ze ook erg geschikt voor ovenschotels of Mexicaanse wraps, waar ze een bite toevoegen zonder te overheersen. Kruid ze gerust met komijn, laurier of tijm om ze een hartige basis te geven.

In de Aziatische keuken worden ze vaak verwerkt in zoete toepassingen. Denk aan rode bonenpasta, die wordt gebruikt in Japanse mochi of Chinese maancakejes. Hiervoor worden de bonen eerst gekookt en daarna geprakt met suiker tot een gladde, dikke pasta. Wie van experimenteren houdt, kan dit gerust eens proberen. Het resultaat doet denken aan kastanjepuree met een lichte bonensmaak.

In salades zorgen de bonen voor een voedzame en kleurrijke toevoeging. Denk bijvoorbeeld aan een salade met geraspte wortel, verse koriander, citroensap en een handje gekookte Adzuki bonen. Ook koud behouden ze hun structuur goed, waardoor je ze met gemak kunt voorbereiden en meenemen als lunch of picknick.

Daarnaast doen ze het goed in soepen. Je kunt er een eenvoudige linzensoep mee vervangen of een gevulde groentesoep van maken. In combinatie met pompoen, pastinaak of prei geven deze bonen extra body aan je bouillon. Een beetje gerookt paprikapoeder erbij en je hebt zo een stevige wintersoep.

Medicinale toepassingen

In de traditionele Chinese geneeskunde worden Adzuki bonen al eeuwen gebruikt om het lichaam te versterken. Ze zouden helpen bij het afvoeren van vocht en het stimuleren van de nierfunctie. Dankzij hun hoge gehalte aan vezels kunnen ze bijdragen aan een gezonde spijsvertering en een evenwichtige darmflora.

Ook hun ijzergehalte maakt ze interessant, zeker voor mensen die geen vlees eten. Ze kunnen helpen om vermoeidheid te verminderen bij ijzertekort, al is het belangrijk om ze te combineren met vitamine C-rijke ingrediënten om de opname van ijzer te verbeteren. Denk dan aan rode paprika, peterselie of citroensap.

Verder worden ze soms ingezet bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. De combinatie van vezels en complexe koolhydraten zorgt ervoor dat je na het eten geen snelle bloedsuikerpiek krijgt. Dat is gunstig voor mensen met insulineresistentie of beginnende diabetes.

Adzuki bonen bewaren

Gedroogde Adzuki bonen bewaar je het best op een droge, koele plek in een goed afsluitbare pot of bus. Zorg dat er geen vocht bij kan komen, anders loop je kans op schimmel of kiemvorming. In goede omstandigheden blijven ze gemakkelijk een jaar lang houdbaar.

Als je de bonen eenmaal gekookt hebt, kun je ze enkele dagen in de koelkast bewaren. Doe ze in een glazen of plastic bak met deksel en zorg dat ze onder een klein laagje kookvocht of water staan. Zo blijven ze niet uitdrogen en behouden ze hun structuur.

Langer bewaren? Dan kun je ze beter invriezen of drogen. Invriezen werkt prima voor restjes gekookte bonen, terwijl drogen handig is als je bonen uit blik of pak hebt gebruikt en toch wat over hebt. Zo gooi je minder weg én heb je altijd een voorraadje paraat.

Invriezen

Laat gekookte Adzuki bonen eerst goed afkoelen voordat je ze invriest. Verspreid ze op een schone doek zodat ze niet te nat zijn. Daarna kun je ze per portie in een diepvriesdoos of zakje stoppen. Wil je ze makkelijk kunnen doseren? Vries ze dan eerst los in op een bakplaat en doe ze daarna pas in een zakje.

In de vriezer zijn ze zo’n drie maanden houdbaar zonder veel smaakverlies. Ontdooien doe je het liefst langzaam in de koelkast, maar als je haast hebt, kun je ze ook direct in een warme pan met water of saus doen. Let dan wel op dat je ze niet te lang laat koken, anders worden ze slap.

Als je ze vooraf al hebt gekruid of in een saus hebt gestoofd, is het handig om ze in kleinere porties in te vriezen. Zo kun je precies pakken wat je nodig hebt en hoef je niet telkens de hele voorraad te ontdooien.

Drogen

Adzuki bonen kun je ook drogen, vooral als je ze zelf hebt geweekt of gekookt. Laat ze dan goed uitlekken en dep ze droog. Verspreid ze op een bakplaat en zet ze in een warme oven op zo’n vijftig tot zestig graden. Laat de ovendeur op een kier voor de luchtcirculatie.

Afhankelijk van de hoeveelheid en vochtigheid kan dit een paar uur duren. Draai ze af en toe om en controleer of ze volledig hard en droog aanvoelen. Daarna bewaar je ze in een glazen pot met een deksel. Let op dat je ze goed labelt met datum.

Gedroogde bonen kun je later weer weken en koken, net als de originele gedroogde variant. Zo verleng je hun houdbaarheid met maanden en voorkom je verspilling van restjes.

Roosteren

Roosteren van Adzuki bonen geeft een diepe, nootachtige smaak die uitstekend past in salades, als topping over soepen of als snack. Verwarm hiervoor een koekenpan zonder olie en rooster de droge, gekookte bonen op middelhoog vuur.

Blijf goed roeren zodat ze niet aanbranden. Na vijf tot zeven minuten zie je dat ze beginnen te springen, net als popcorn. Dan zijn ze knapperig en klaar om afgekoeld te worden op een stuk keukenpapier.

Je kunt ze eventueel licht zouten of mengen met kruiden zoals gerookte paprika of komijn. Zo maak je er een gezond alternatief voor chips of borrelnootjes van, dat bovendien rijk is aan vezels en eiwitten.

Adzuki bonen kweken

Adzuki bonen kun je prima zelf kweken, zowel in de volle grond als in een grote pot op het balkon of de vensterbank. Ze houden van warmte, dus zaai ze pas na de ijsheiligen in mei. Kies een zonnige plek met goed doorlatende aarde, liefst licht vochtig maar niet te nat.

Zaai de bonen ongeveer drie centimeter diep en geef regelmatig water. Binnen een paar dagen zie je al de eerste scheuten verschijnen. De planten groeien rechtop en kunnen zo’n vijftig tot zeventig centimeter hoog worden. Geef ze eventueel wat steun met een bamboestok.

Ze bloeien met kleine paarse bloemetjes en na enkele weken verschijnen de peulen. Oogsten doe je als de peulen bruin beginnen te worden en ritselend droog aanvoelen. Pluk ze dan en laat ze nadrogen in een goed geventileerde ruimte.

Je kunt de bonen daarna uit de peulen halen en bewaren zoals je gedroogde bonen bewaart. Wie wil, kan zelfs de jonge peulen vers eten, vergelijkbaar met sperziebonen. Zo heb je dubbel plezier van je eigen kweek.

Alternatieven

Als je geen Adzuki bonen in huis hebt, kun je ze in sommige gerechten vervangen door rode kidneybonen. Die lijken qua structuur en kleur op Adzuki bonen, al missen ze de lichte zoetheid. Voor Aziatische gerechten kun je ook zwarte bonen of mungbonen gebruiken.

In zoete gerechten zijn kastanjepuree of gepureerde dadels een geschikt alternatief. Ze geven een vergelijkbare zachte structuur en zoete smaak. Wie geen bonen eet, kan in hartige gerechten ook linzen of kikkererwten gebruiken, al zijn die iets minder stevig.

Adzuki bonen kunnen op hun beurt ook als vervanger dienen. Ze zijn lichter verteerbaar dan sommige andere bonen en geven minder kans op gasvorming. Daarom worden ze soms aangeraden voor mensen met een gevoelige spijsvertering.

Ook in recepten met vlees kunnen Adzuki bonen een deel van het vlees vervangen. Denk aan een chili met half gehakt en half bonen. Zo maak je je maaltijd niet alleen lichter, maar ook vezelrijker en voedzamer.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *