Agrimonie

Agrimonie is een plant die op het eerste gezicht misschien weinig opvalt, maar wie er eenmaal oog voor heeft, ziet haar vaak staan aan de rand van wandelpaden, in bermen of bij oude weilanden. De lange bloeiaren met kleine gele bloemetjes groeien fier omhoog, terwijl de bladeren zacht behaard zijn en een fijne geur afgeven wanneer je ze tussen de vingers wrijft. Er zit iets eigens aan deze plant, alsof ze een stille kracht uitstraalt, een die vroeger al werd gewaardeerd door herboristen en genezers.

Wie zich verdiept in wilde planten, komt Agrimonie al snel tegen als een oude bekende. In oude boeken werd ze ook wel leverkruid genoemd, en ze speelde een rol in middeleeuwse kruidengeneeskunde. Men gebruikte haar vooral in aftreksels en kruidenaftreksels bij allerlei lichamelijke ongemakken. En tot op de dag van vandaag gebruiken sommige mensen haar nog steeds in huismiddeltjes, al dan niet in combinatie met andere kruiden.

Wat Agrimonie extra interessant maakt, is dat ze niet alleen voor medicinaal gebruik geschikt is, maar ook culinaire toepassingen kent. De jonge bladeren zijn eetbaar en kunnen bijvoorbeeld in een salade verwerkt worden, mits met mate. De smaak is mild bitter, een beetje nootachtig, en kan daardoor een extra laagje toevoegen aan eenvoudige gerechten. Veel mensen weten dat echter niet, omdat de plant vooral bekendstaat om haar geneeskracht.

Het is dus zeker de moeite waard om deze plant beter te leren kennen, vooral als je zelf kruiden verzamelt of kweekt. Met een beetje aandacht en geduld kun je Agrimonie zelfs zelf kweken, en het is een kruid dat goed samengaat met andere wilde planten uit de buurt. Maar voordat je haar plukt of droogt, is het handig te weten hoe je haar herkent, waarvoor je haar kunt gebruiken en hoe je haar het beste kunt bewaren.

Hoe gebruiken?

Agrimonie is vooral bekend als een plant die gebruikt wordt in thee of kruidenaftreksels. De gedroogde bladeren en bloeitoppen kunnen worden overgoten met heet water om een kruidige drank te maken. Deze thee wordt meestal niet puur gedronken, maar in combinatie met andere kruiden zoals kamille, brandnetel of citroenmelisse. Zo ontstaat een zachte, kalmerende infusie die goed past bij rustmomenten of als ondersteuning bij een verkoudheid.

In de keuken wordt Agrimonie maar zelden als hoofdkruid gebruikt, maar wie durft te experimenteren, ontdekt dat de jonge bladeren prima passen in hartige salades, zeker als je ze combineert met andere wilde bladgroenten zoals paardebloem of zuring. Je snijdt de jonge blaadjes fijn en mengt ze bijvoorbeeld door een lauwwarme aardappelsalade, of over een salade met spekjes en walnoten. De licht bittere smaak doet het goed als tegenhanger van vette of zoetige ingrediënten.

In soepen kun je Agrimonie ook verwerken, al moet je er dan wel voor zorgen dat je ze pas op het eind toevoegt, zodat de smaak niet te veel vervliegt. Denk aan heldere groentesoepen of een kruidige kippenbouillon. Sommige herboristen gebruiken haar in recepten voor kruidige bouillons met meerdere geneeskrachtige planten, waarbij ze een subtiele diepte aan de smaak toevoegt.

Verder is het blad van de Agrimonie geschikt als smaakmaker in azijn. Laat je de bladeren een paar weken trekken in appelciderazijn, dan krijg je een aromatische kruidenazijn die het goed doet in dressings of marinades. Het is een eenvoudige manier om de geurige kracht van de plant te vangen en langer te bewaren.

Medicinale toepassingen

De geneeskrachtige eigenschappen van Agrimonie zijn al sinds de oudheid bekend. De plant wordt in de volksgeneeskunde vaak ingezet bij keelproblemen, lichte spijsverteringsklachten en als tonicum voor de lever. Het werkt licht samentrekkend, waardoor het slijmvliezen kan helpen kalmeren. Vooral bij lichte keelpijn en schorheid wordt het kruid nog weleens gebruikt in gorgeldrankjes of thee.

Daarnaast wordt Agrimonie ook genoemd als ondersteuning voor mensen met een zwakke spijsvertering. Een aftreksel voor de maaltijd kan de eetlust opwekken en de spijsvertering stimuleren. Dit komt doordat de bitters in het blad een effect hebben op de werking van maag en lever.

Sommige toepassingen zijn wat minder bekend. Zo wordt het kruid ook weleens verwerkt in natuurlijke zalven bij huidproblemen. Door de milde werking op de huid wordt ze ingezet bij schaafwonden of een gevoelige huid, al zijn deze toepassingen vooral gebaseerd op traditionele kennis en minder op moderne wetenschap.

Agrimonie bewaren

Verse Agrimonie blijft maar kort goed, zeker als je haar plukt tijdens warme zomerdagen. Het beste kun je de geplukte takjes direct in een glas water zetten, net als bloemen. Zo blijft de plant nog een dag of twee fris genoeg om te gebruiken in de keuken of voor thee. Bewaar haar uit de zon en op een koele plek, bijvoorbeeld in de bijkeuken of kelder.

Wil je haar iets langer vers houden, dan kun je de bladeren en bloeitoppen in een vochtige doek wikkelen en in de groentelade van de koelkast leggen. Zo blijven ze meestal drie tot vier dagen bruikbaar. Zorg er dan wel voor dat de doek niet te nat is, anders gaan de bladeren schimmelen of rotten.

Voor langere bewaring zijn invriezen of drogen betere opties. Hiermee behoud je de meeste geur- en smaakstoffen, al verandert de textuur natuurlijk wel. Beide methodes zijn geschikt, afhankelijk van je plannen met de plant: invriezen als je haar vooral in de keuken gebruikt, drogen als je haar voor thee of medicinale doeleinden wilt bewaren.

Invriezen

Als je Agrimonie wilt invriezen, begin dan met het oogsten van jonge, gezonde bladeren en bloeitoppen. Spoel deze kort af onder koud water en dep ze voorzichtig droog met een schone doek. Verspreid de bladeren op een snijplank of bakplaat en vries ze eerst los in, zodat ze niet aan elkaar plakken. Na een paar uur kun je ze overdoen in een goed afsluitbare diepvriesdoos of vacuümzakje.

Een handige manier is om de blaadjes ook alvast fijn te hakken voordat je ze invriest. Zo kun je direct een lepeltje nemen voor gebruik in thee, soepen of salades. Vries je ze heel in, dan moet je ze bevroren snipperen. Gebruik bij voorkeur porties van niet meer dan vijftien gram per keer. Zo voorkom je dat je telkens het hele zakje moet openen.

Ingevroren Agrimonie blijft het beste houdbaar als je de temperatuur van je vriezer op min twintig graden houdt en de verpakking goed afsluit. In deze omstandigheden kun je de bladeren tot zes maanden bewaren zonder al te veel verlies van geur of smaak.

Drogen

Om Agrimonie te drogen, pluk je de plant op een droge dag, bij voorkeur in de ochtend als de dauw is verdwenen. Bind kleine bosjes samen en hang ze ondersteboven op een luchtige, schaduwrijke plek. Zorg dat de lucht goed kan circuleren, anders kunnen de planten gaan schimmelen. Na ongeveer tien dagen zijn de bladeren en bloemetjes krokant en kunnen ze in potten worden bewaard.

Je kunt ook een droogrek of droogoven gebruiken. Stel de temperatuur niet hoger in dan veertig graden, want bij hogere temperaturen gaan er etherische oliën verloren. Laat de bladeren goed afkoelen voordat je ze in glazen potten of metalen blikken doet. Bewaar ze op een donkere, koele plek.

Droog je Agrimonie goed, dan kun je ze tot een jaar bewaren. Zorg er wel voor dat je de potten af en toe controleert op vocht. Zit er condens aan de binnenkant van de pot, dan zijn de bladeren niet droog genoeg geweest en moet je ze opnieuw laten drogen.

Agrimonie kweken

Wie Agrimonie wil kweken, heeft een zonnige plek nodig met voedselrijke, goed doorlatende grond. De plant houdt van licht en warmte, maar verdraagt ook lichte schaduw. In de natuur zie je haar vaak aan de rand van open plekken in bossen of langs akkers. Je kunt haar goed in de volle grond zetten, maar ze doet het ook prima in een diepe pot.

Zaaien doe je bij voorkeur in het voorjaar. De zaden zijn klein en kiemen langzaam, dus wees geduldig. Bedek ze slechts licht met aarde en hou de grond vochtig, maar niet nat. Na ongeveer drie tot vijf weken zie je de eerste zaailingen. Laat ze rustig groeien tot ze tien centimeter groot zijn en plant ze dan uit op hun definitieve plek.

Zorg voor voldoende ruimte tussen de planten, zo’n dertig centimeter, zodat ze zich goed kunnen ontwikkelen. Geef bij droog weer regelmatig water, vooral in het eerste jaar. In het tweede jaar zal de plant bloeien met haar kenmerkende gele aren. Vanaf dat moment kun je oogsten, bij voorkeur op het moment dat de bloei net begonnen is.

Snij de bloeitoppen met een scherp mesje af en laat voldoende blad staan, zodat de plant kan blijven groeien. Oogst niet te veel van één plant, want ze moet voldoende energie behouden voor de volgende bloei. Laat ook altijd een paar planten doorschieten voor zaadvorming, zodat je nieuwe planten hebt voor het volgende jaar.

Wie binnen wil kweken, kan Agrimonie in een grote pot op de vensterbank zetten. Kies dan voor een venster op het zuiden en zorg voor regelmatig water. Binnen heeft de plant wat meer verzorging nodig, maar met een beetje liefde kun je ook binnen verse blaadjes oogsten.

Alternatieven

Als je geen Agrimonie hebt, zijn er enkele kruiden die in de buurt komen qua toepassing of smaak. Kamille is een goed alternatief voor thee, vooral als het gaat om een zachte, ontspannende werking op keel en spijsvertering. Voor de licht bittere smaak in salades kun je denken aan jonge bladeren van paardenbloem of smalle weegbree.

Bij huidtoepassingen wordt vaak smeerwortel gebruikt, al is die iets krachtiger en moet je er voorzichtiger mee omgaan. Voor mensen die zoeken naar een kruid met een kalmerende werking bij zenuwachtigheid of lichte onrust, is citroenmelisse een uitstekende vervanger. Die werkt breder in op het zenuwstelsel, maar mist de specifieke bitterstoffen van Agrimonie.

Andersom kun je Agrimonie ook inzetten als alternatief voor andere kruiden. In een kruidenthee vervangt ze bijvoorbeeld deels de rol van salie of duizendblad, vooral als je haar combineert met andere kruiden. Ook in een tinctuur kun je haar opnemen als vervanger voor gentiaan of artisjokblad bij de ondersteuning van de lever.

Bij het koken kun je Agrimonie gebruiken in plaats van blad van peterselie of zuring, vooral als je op zoek bent naar iets dat niet te scherp, is maar toch een beetje pit heeft. Probeer het eens in een omelet, een kruidige rijstsalade of door een zelfgemaakte kruidenboter. Zo ontdek je vanzelf de veelzijdigheid van deze bijzondere plant.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Aanbevolen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *