Avocado

Avocado is een vrucht die je niet zomaar even in een hokje kunt stoppen. Hij is zacht maar voedzaam, neutraal van smaak maar toch herkenbaar, romig maar stevig genoeg om in blokjes te snijden. De vrucht komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika en werd al duizenden jaren geleden gegeten door inheemse volkeren. Tegenwoordig ligt hij in haast elke supermarkt, maar hoe je ermee omgaat, weet niet iedereen. Het is niet zomaar een groene massa in een schil, het vraagt een beetje zorg en aandacht.

Er bestaan verschillende rassen, waarvan de bekendste de Hass is, met een bobbelige schil en volle smaak. Minder bekend, maar net zo waardevol, zijn de Fuerte, Bacon en Pinkerton. Iedere soort heeft z’n eigen structuur en oliegehalte. Wat mensen vaak niet weten, is dat het eigenlijk een klimboomvrucht is die pas rijpt nadat hij geplukt is. Dat maakt het bewaren en gebruiken net wat anders dan bij veel andere vruchten.

Avocado’s zijn rijk aan vetten, maar dat zijn voornamelijk onverzadigde vetten. Ze zitten ook vol vezels, wat bijdraagt aan een goed werkende spijsvertering. Omdat ze nauwelijks suikers bevatten, passen ze ook goed in een gevarieerd dieet. Toch zijn ze geen wondermiddel. Je moet ze niet gaan zien als een medicijn, maar als een voedzame aanvulling op je dagelijkse maaltijden.

Wat deze vrucht vooral bijzonder maakt, is zijn veelzijdigheid. Je kunt hem prakken, grillen, pureren, in blokjes snijden, of zelfs in zoete gerechten verwerken. Hij neemt smaken op, maar kan ook zelf een basis zijn. Met een beetje fantasie kun je er echt alle kanten mee op, van ontbijt tot diner.

Hoe gebruiken?

Een avocado kun je gebruiken op manieren die je misschien niet meteen verwacht. Het meest bekend is natuurlijk de guacamole, waarbij je het vruchtvlees fijnprakt en mengt met citroensap, ui, peper en zout. Maar je kunt het ook simpel houden: in plakjes op brood met wat citroen en zwarte peper. Voor wie graag varieert, is er zelfs chocolademousse van avocado, waarbij de romige structuur als basis dient.

In salades komt de vrucht goed tot zijn recht vanwege de zachte bite en de neutrale smaak. Denk aan een salade met veldsla, gekookte eieren, gehalveerde kerstomaatjes en blokjes avocado. Door de olieachtige structuur vervangt hij zelfs de dressing. Je hoeft dan enkel nog een beetje azijn toe te voegen voor het zuurtje. Ook in pastasalades geeft hij een romig accent zonder zwaar te zijn.

In soepen kun je het gebruiken als afmaker, bijvoorbeeld als blokjes bovenop een pittige Mexicaanse bonensoep. Je kunt hem ook mee pureren in koude soepen zoals gazpacho, om extra romigheid toe te voegen. Let wel op: koken is tricky, want de vrucht verliest bij verhitting z’n zachte textuur en kan wat bitter worden. Gebruik hem daarom bij voorkeur in koude of lauwe gerechten.

Er bestaan ook hartige ontbijtjes met avocado. Denk aan een omelet gevuld met stukjes avocado, champignons en verse kruiden. Of een smoothie met banaan, avocado en spinazie, voor een stevig maar fris begin van de dag. Je kunt het dus eigenlijk op elk moment van de dag inzetten.

Medicinale toepassingen

Avocado bevat veel enkelvoudig onverzadigde vetzuren, die een positieve invloed hebben op het cholesterolgehalte. Dat helpt bij het voorkomen van hart- en vaatziekten. Ook zit hij vol kalium, wat een belangrijke rol speelt in de bloeddrukregeling. Kalium werkt ontspannend op de vaatwanden, wat zorgt voor een betere doorbloeding.

Daarnaast bevat het antioxidanten zoals luteïne en zeaxanthine. Deze stoffen beschermen het netvlies van de ogen tegen schade door UV-straling en ouderdomsprocessen. Vooral voor mensen die veel achter een scherm zitten, kan dit een fijne aanvulling zijn in het eetpatroon.

Een derde eigenschap is de invloed op de spijsvertering. Door het hoge vezelgehalte stimuleert het de darmen en helpt het om een regelmatige stoelgang te behouden. Voor mensen die vaak last hebben van constipatie is het dus zeker de moeite waard om het wat vaker toe te voegen aan het menu.

Avocado bewaren

Een onrijpe avocado voelt hard aan en is meestal nog lichtgroen. Je kunt hem enkele dagen bij kamertemperatuur laten liggen tot hij zacht aanvoelt als je er voorzichtig op drukt. Leg je hem bij een appel of banaan, dan rijpt hij sneller door het vrijkomen van ethyleengas. Als hij rijp is, moet je hem wel snel gebruiken.

Is de vrucht eenmaal rijp, dan kun je hem nog een dag of twee in de koelkast bewaren. De kou vertraagt het rijpingsproces, maar stopt het niet helemaal. Snijd je hem open, dan is het belangrijk om de pit erin te laten zitten en het vruchtvlees te besprenkelen met wat citroensap, om verkleuring tegen te gaan.

Heb je een halve vrucht over? Wikkel die dan strak in huishoudfolie of bewaar hem in een afsluitbaar bakje met een gesneden ui erbij. De zwavel in de ui remt het oxidatieproces. Zo blijft de kleur langer mooi en de smaak behouden. In de koelkast blijft hij dan meestal nog een dag goed.

Invriezen

Wil je avocado’s langer bewaren, dan kun je ze ook invriezen. Gebruik hiervoor alleen het vruchtvlees. Lepel het uit de schil, prak het fijn en meng het met wat citroensap. Dit voorkomt dat de kleur onaangenaam bruin wordt. Verdeel de puree over kleine porties en vries ze in.

Gebruik bij voorkeur diepvriesdoosjes of vacuümzakjes om vriesbrand te voorkomen. Schrijf de datum op het bakje, want ook in de vriezer is het niet eindeloos houdbaar. Na ongeveer drie maanden verliest het vruchtvlees zijn smaak en structuur.

Na ontdooien kun je het niet meer gebruiken voor plakjes of blokjes, maar wel voor puree, sauzen of als basis voor smoothies. Laat het in de koelkast ontdooien en roer even goed door voor gebruik. Zo blijft het romige karakter het best bewaard.

Drogen

Het drogen gebeurt minder vaak, maar het kan wel. Je snijdt de avocado in dunne plakjes en dompelt die kort onder in citroenwater. Vervolgens leg je ze op een droogrek of bakpapier en laat je ze bij lage temperatuur drogen in de oven, ongeveer vier uur op vijftig graden.

Het resultaat is een soort chips die je kunt kruiden met bijvoorbeeld chilipoeder of komijn. Deze droge plakjes kun je bewaren in een luchtdicht potje en gebruiken als topping voor salades of als hartige snack.

Een andere manier is om het eerst te pureren en dun uit te smeren op bakpapier. Na het drogen kun je de massa verkruimelen tot poeder. Dit poeder kun je later gebruiken in smoothies of om sauzen mee te verrijken.

Zelf raspen

Rauwe avocado raspen is niet gebruikelijk, omdat het vruchtvlees te zacht is. Toch kun je, als je hem net aan rijp hebt, met een fijne rasp voorzichtig kleine slierten maken. Die zijn geschikt voor garnering op toast of salades. Maar het blijft een lastige klus, omdat het vruchtvlees snel breekt.

Een betere aanpak is de vrucht met een dunschiller of kaasschaaf in dunne plakjes te snijden. Zo krijg je een soort ‘ribbons’ die goed werken in bijvoorbeeld poké bowls of als garnering van koude noedelgerechten. Voor raspen is de textuur eigenlijk te romig.

Wil je toch iets vergelijkbaars als geraspte avocado, dan kun je overwegen om kant-en-klare avocadocrème te gebruiken. Die is meestal verpakt in porties, geschikt voor snelle verwerking in recepten. Let wel op toevoegingen zoals olie of zout als je voor dit alternatief kiest.

Alternatieven

Heb je geen avocado in huis, dan zijn er gelukkig alternatieven. Een eerste optie is gepureerde kikkererwten, eventueel met wat olijfolie en citroensap. Dit mengsel heeft een vergelijkbare romigheid en is rijk aan vezels. Ook witte bonenpuree kan goed werken als basis voor spreads of sauzen.

Voor gebruik in salades kun je denken aan blokjes mango of geroosterde pompoen. Die hebben een zachte beet en voegen ook wat kleur toe. Ze missen het vetgehalte, maar dat kun je aanvullen met een scheutje notenolie of een handje zonnebloempitten.

In warme gerechten kun je ook denken aan tofu. Vooral gerookte tofu geeft een extra hartige toon aan gerechten waar je normaal avocado zou gebruiken. Snijd hem in kleine blokjes en meng met wat sojasaus of limoensap voor extra smaak.

Wat kruiden betreft kun je bij afwezigheid van avocado uitgaan van wat het gerecht nodig heeft qua vet of frisheid. Korianderblad, peterselie of verse basilicum kunnen in bepaalde recepten de groene frisheid van avocado deels opvangen. Combineer dat met een zachte oliesoort zoals macadamia of druivenpitolie voor een volle mondgevoel.

Tot slot is avocado zelf ook vaak een alternatief. In veganistische baksels bijvoorbeeld, vervangt hij boter of eieren. In deze rol kun je eventueel overstappen op appelmoes, banaan of lijnzaadpap, afhankelijk van het gerecht en de gewenste textuur.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Aanbevolen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *