Banaan is een vrucht die bijna iedereen wel kent. Het is een van de meest gegeten fruitsoorten ter wereld, vooral vanwege de zachte structuur, zoete smaak en het gemak waarmee je het kunt meenemen of verwerken. In Nederland en België wordt de banaan al generaties lang gegeten als tussendoortje, door de yoghurt of op een boterham geprakt. Maar wie zich verdiept in de oorsprong en toepassingen, merkt al snel dat deze vrucht veel veelzijdiger is dan je op het eerste gezicht zou denken.
De meeste bananen die in Europa worden verkocht, komen uit tropische landen als Ecuador, Colombia en de Filipijnen. De plant waar bananen aan groeien ziet eruit als een boom, maar is eigenlijk een enorme kruidachtige plant. Elke ‘boom’ draagt maar één tros bananen, en sterft daarna af. Die tros wordt meestal geoogst als de bananen nog groen zijn, zodat ze tijdens het transport kunnen rijpen.
Van binnen is een banaan zacht en romig. De schil beschermt het vruchtvlees, maar verandert snel van kleur zodra de vrucht begint te rijpen. Een onrijpe vrucht is lichtgroen en stevig, terwijl een rijpe banaan geel is met eventueel bruine vlekjes. Sommige mensen vinden een overrijpe vrucht juist het lekkerst, bijvoorbeeld om mee te bakken.
Hoewel veel mensen denken dat deze fruitsoort vooral suiker bevat, zit deze vrucht ook vol met vezels, kalium en vitamines zoals B6 en C. Het is dus niet alleen lekker, maar ook voedzaam. Je kunt er eindeloos mee variëren in gerechten, en je hebt er meestal geen messen of snijplanken voor nodig. Gewoon pellen en eten.
Hoe gebruiken?
Banaan kun je op allerlei manieren gebruiken in de keuken. De meest voor de hand liggende manier is gewoon uit de hand, als snel en voedzaam tussendoortje. Maar je kunt het ook fijnprakken en mengen door yoghurt, havermout of kwark. Vooral bij sporters is dit populair, omdat het snel energie levert zonder je maag te zwaar te belasten.
In salades wordt het niet vaak verwacht, maar het kan een verrassend effect geven. Denk aan een koude kipsalade met banaan, curry en rozijnen, of een fruitsalade met banaan, appel en sinaasappel. In combinatie met citroensap blijft het vruchtvlees langer fris van kleur.
Ook in warme gerechten komt het fruit goed tot zijn recht. In de Surinaamse en Indonesische keuken wordt bijvoorbeeld gebakken banaan geserveerd als bijgerecht of toetje. En in bakrecepten kun je overrijpe banaan gebruiken om suiker of vet te vervangen. Denk aan bananenbrood, muffins of pannenkoeken.
In smoothies is het bijna onmisbaar. Het maakt de drank romig zonder room toe te voegen. Samen met melk of plantaardige drank, wat havermout en een handje bessen heb je in een paar minuten een voedzaam ontbijt of hersteldrank. Ook in ijs is het een uitstekend basisingrediënt, zeker als je zuivelvrij wilt werken.
Medicinale toepassingen
Banaan heeft eigenschappen die verder gaan dan alleen smaak en vulling. Door het hoge gehalte aan kalium helpt het bij het reguleren van de bloeddruk. Mensen met een verhoogde bloeddruk kunnen baat hebben bij het regelmatig eten van deze vrucht.
Daarnaast bevat het tryptofaan, een stofje dat in het lichaam wordt omgezet in serotonine. Dit wordt ook wel het ‘gelukshormoon’ genoemd. Het kan helpen om stemmingen te verbeteren, vooral bij mensen die zich wat neerslachtig voelen of last hebben van stress.
De vezels in banaan, met name in onrijpe bananen, hebben ook een gunstig effect op de spijsvertering. Ze stimuleren een gezonde darmflora en kunnen helpen bij milde diarree of juist obstipatie. Door de zachte textuur is het bovendien een van de eerste fruitsoorten die aan jonge kinderen gegeven wordt.
Banaan bewaren
Verse banaan kun je het beste bij kamertemperatuur bewaren, liefst los van ander fruit. De schil is gevoelig voor ethyleengas, dat ook door andere vruchten wordt uitgescheiden. Hierdoor kunnen bananen sneller rijpen dan je wilt.
Wil je de rijping juist vertragen, dan kun je de steel van de tros inpakken met aluminiumfolie of een stukje huishoudfolie. Dit houdt het gas vast bij de steelaanzet en remt het rijpingsproces. Bananen in de koelkast bewaren is niet aan te raden, omdat de schil dan sneller zwart wordt. Het vruchtvlees blijft wel goed, maar ziet er minder aantrekkelijk uit.
Als je een banaan al hebt gepeld en maar half hebt opgegeten, kun je het andere stuk in een afgesloten bakje in de koelkast bewaren, eventueel met wat citroensap erop tegen verkleuring. Binnen een dag moet je het wel opmaken.
Invriezen
Banaan invriezen kan uitstekend, zeker als je ze wilt verwerken in smoothies, ijs of gebak. Gebruik bij voorkeur rijpe of overrijpe exemplaren. Pel de banaan, snij in plakjes van ongeveer een halve centimeter en leg deze op een bakplaat met bakpapier. Laat ze eerst los invriezen, en doe ze daarna in een diepvrieszakje.
Zo blijven ze niet aan elkaar plakken en kun je makkelijk de gewenste hoeveelheid pakken. Bewaar de plakjes niet te lang, want na een maand of drie gaat de smaak wat achteruit. Eenmaal ontdooid zijn ze zacht, en daardoor ideaal om mee te bakken of te pureren.
Een handige tip is om een paar geprakte bananen in porties van honderd gram in te vriezen, bijvoorbeeld in een ijsblokjesvorm of kleine bakjes. Dat werkt ideaal als je ze later nodig hebt voor bananenbrood of pannenkoeken.
Drogen
Banaan drogen is een eenvoudige manier om ze langer houdbaar te maken. Snij het fruit in dunne plakjes van ongeveer drie millimeter. Leg deze op een rooster of bakpapier in een oven op vijftig tot zestig graden. Laat de deur op een kier zodat het vocht kan ontsnappen.
Na zes tot acht uur zijn de plakjes stevig en taai, met een zoete, geconcentreerde smaak. Laat ze volledig afkoelen en bewaar ze daarna luchtdicht. Je kunt ze als snack eten, door de muesli mengen of meegeven als gezond tussendoortje in de broodtrommel.
Wie een voedseldroger heeft, kan nog preciezer werken. Zorg dan dat je de plakjes gelijkmatig snijdt en het proces regelmatig controleert. Gedroogde banaan blijft maanden goed, zolang je ze droog en donker bewaart.
Zelf raspen
Banaan raspen is niet iets wat je vaak hoort, maar in sommige recepten kan het handig zijn. Denk aan pannenkoekbeslag of koekjes waarin je een zachte, goed verdeelde structuur wilt. Gebruik hiervoor een grove rasp en kies een goed rijpe banaan. Te rijpe bananen worden te smeuïg en zijn dan beter te prakken.
Het raspen van banaan doe je bij voorkeur boven een kom, zodat je geen pulp verliest. Let wel op: het vruchtvlees wordt snel bruin door contact met zuurstof. Werk dus snel of besprenkel het met een beetje citroensap. Het kan helpen als je de benaan, wel eerst pellen, een paar uur invriest, om vervolgens het fruit te raspen. Geraspt is het vooral lekker door de yoghurt of door de vla, en je kunt er erg goed ijs mee maken.
In de winkel vind je zelden geraspte banaan, omdat het nauwelijks houdbaar is. Verse banaan raspen blijft daarom iets wat je beter zelf doet, vlak voor gebruik. Voor de meeste toepassingen is prakken overigens praktischer, maar als je een luchtig beslag wilt, werkt raspen net wat fijner.
Alternatieven
Als je geen banaan in huis hebt, zijn er gelukkig genoeg alternatieven, afhankelijk van waarvoor je het nodig hebt. Voor smoothies kun je bijvoorbeeld avocado gebruiken. Die geeft ook een romige structuur, zonder de zoetheid. Voeg dan eventueel wat honing of dadel toe voor de smaak.
In bakrecepten waar banaan als bindmiddel dient, kun je appelmoes gebruiken. Ongezoete appelmoes geeft structuur én een vleugje zoet. Ook pompoenpuree werkt verrassend goed, vooral in herfstige gerechten met kaneel of nootmuskaat.
Wil je gewoon iets zoets en zachts voor op brood of in de yoghurt, dan zijn mango of perzik prima keuzes. Ze hebben een vergelijkbare consistentie en passen goed bij ontbijt- of nagerechten. Houd er wel rekening mee dat ze iets meer vocht bevatten.
In hartige gerechten waar banaan een zachte balans brengt, zoals in curry’s of stoofpotten, kun je denken aan zoete aardappel of pastinaak. Beide zijn neutraal van smaak, zacht van structuur en geven een warme ondertoon aan het gerecht.
Tot slot is banaan zelf vaak een alternatief voor andere ingrediënten. In vegan recepten wordt het vaak gebruikt in plaats van ei, boter of suiker. Een geprakte banaan kan zo drie functies tegelijk vervullen. Maar heb je dat niet in huis, dan kun je één ei vervangen door een eetlepel gebroken lijnzaad met drie eetlepels water. Laat dit even weken en het bindt net als ei.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.