Baru noten zijn kleine, donkerbruine zaden die afkomstig zijn van de baruzeiroboom uit het Braziliaanse savannegebied, de Cerrado. Deze zaden worden lokaal al eeuwenlang gegeten en zijn pas sinds kort buiten Zuid-Amerika bekender geworden. Ze vallen op door hun volle, nootachtige smaak die doet denken aan een kruising tussen pinda’s en cashewnoten, maar dan met iets meer pit. Ze zijn licht knapperig van structuur en worden vaak geroosterd gegeten.
Wat Baru noten uniek maakt, is dat ze van nature bijzonder rijk zijn aan eiwitten, ijzer en antioxidanten, terwijl ze tegelijk een laag vetgehalte hebben vergeleken met andere noten. Deze combinatie maakt ze vooral interessant voor mensen die plantaardig eten of op hun vetinname letten, zonder in te leveren op smaak of voedingswaarde. Er zijn steeds meer sporters en gezondheidsbewuste eters die Baru noten integreren in hun dagelijkse voeding.
Ondanks hun tropische afkomst zijn Baru noten verrassend veelzijdig in Europese keukens. Ze passen zowel in zoete als hartige gerechten, en laten zich goed combineren met bonen, rijst, groenten en zelfs fruit. Bovendien zijn ze van nature glutenvrij, wat ze aantrekkelijk maakt voor mensen met coeliakie of glutenintolerantie. Wie ze eenmaal heeft geproefd, merkt snel dat hun smaak net even anders is dan die van de bekende noten.
Baru noten worden vaak in kleine hoeveelheden verkocht vanwege de beperkte oogst en het arbeidsintensieve proces van het openen van de harde schil. Toch is hun voedingswaarde indrukwekkend genoeg om ze een vast plekje te geven in een bewuste voorraadkast. Vanwege de stevige structuur blijven ze lang vers, zeker als je weet hoe je ze moet bewaren of drogen.
Hoe gebruiken?
Baru noten lenen zich uitstekend voor gebruik in allerlei gerechten. Je kunt ze bijvoorbeeld grof hakken en gebruiken als topping over een pastasalade met geroosterde groenten en kruidenolie. Door hun volle smaak komen ze goed tot hun recht naast ingrediënten als courgette, paprika en volkorenpasta. Ze geven een lichte bite aan de salade, zonder te overheersen.
In warme gerechten kun je Baru noten toevoegen aan stoofschotels of curry’s, vooral op het moment dat je het vuur lager zet. Zo behouden ze hun structuur, maar trekken ze toch wat van de saus naar zich toe. Denk aan een bonenstoof met komijn, koriander en kokosmelk, waarin je op het eind wat geroosterde Baru noten strooit voor extra smaak en textuur.
Ook in soepen kunnen ze iets toevoegen, vooral als je de soep op het bord afwerkt met fijngehakte Baru noten. Een romige pompoensoep, bijvoorbeeld, krijgt een aardse toets als je er een paar geroosterde noten overheen strooit. In combinatie met verse peterselie of koriander en een scheutje olie werkt het bijna als een complete topping.
Voor het ontbijt zijn Baru noten ook bruikbaar. Je kunt ze malen tot een grove pasta en mengen met honing en kaneel om op brood te smeren. Of voeg ze toe aan zelfgemaakte granola, samen met havervlokken, kokosvlokken en een beetje ahornsiroop. Na het bakken geeft dat een voedzaam, knapperig mengsel waar je yoghurt of kwark helemaal mee tot leven brengt.
Medicinale toepassingen
Baru noten worden in traditionele Braziliaanse geneeskunde gebruikt vanwege hun ontstekingsremmende eigenschappen. De combinatie van antioxidanten, zink en onverzadigde vetzuren zou het immuunsysteem kunnen ondersteunen en de algehele weerstand helpen verhogen. Vooral bij mensen die gevoelig zijn voor griep of verkoudheid worden ze soms aanbevolen.
Daarnaast wordt gezegd dat het eten van Baru noten kan bijdragen aan een gezonde bloedsuikerspiegel. Door hun hoge gehalte aan vezels en eiwitten veroorzaken ze namelijk geen snelle stijging van de bloedsuiker, wat gunstig kan zijn voor mensen met beginnende insulineresistentie of diabetes type 2. Let wel: dit is geen vervanging van medicatie, maar een mogelijke aanvulling op een gezond eetpatroon.
Sommige mensen gebruiken Baru noten ook als ondersteuning bij het herstel na fysieke inspanning. Door de combinatie van magnesium en ijzer helpen ze het lichaam sneller te regenereren, vooral bij spiervermoeidheid. Dit maakt ze geliefd bij duursporters, wandelaars en mensen die intensief tuinieren of fysiek werk doen.
Baru noten bewaren
Verse Baru noten bewaar je het best op een koele, droge plek, in een afgesloten glazen pot of metalen blik. Zo blijven ze beschermd tegen licht en vocht, wat de kwaliteit ten goede komt. Vermijd plastic zakjes, omdat daarin gemakkelijk condens kan ontstaan. Daardoor verliezen de noten sneller hun krokante beet.
Als je een grotere hoeveelheid hebt gekocht, kun je een deel apart houden voor dagelijks gebruik en de rest op een donkere plek bewaren, bijvoorbeeld in een voorraadkast of kelder. Controleer af en toe op muffe geur of kleine beestjes, vooral als de noten niet vacuüm verpakt zijn gekocht. Ze kunnen tot drie maanden goed blijven bij kamertemperatuur.
Geroosterde Baru noten blijven iets korter houdbaar dan rauwe noten, omdat het vetgehalte iets verandert door het verhitten. Als je ze toch lang wilt bewaren, kun je ze beter invriezen of drogen. Dat voorkomt ranzigheid en houdt de smaak fris.
Invriezen
Baru noten kun je prima invriezen, vooral als je ze lang wilt bewaren. Gebruik bij voorkeur een stevige diepvriesdoos of vacuümzak. Verspreid de noten in een enkele laag zodat ze niet aan elkaar plakken. Bewaar ze op minimaal min achttien graden Celsius en schrijf de datum van invriezen op het bakje.
Laat ze bij het ontdooien gewoon op kamertemperatuur komen. Leg ze daarvoor op een schone theedoek of in een vergiet, en geef ze een paar uur de tijd. Vermijd de magnetron, want daarmee tast je de structuur en smaak aan. Na het ontdooien kun je ze meteen verwerken of nog even roosteren voor extra aroma.
Je kunt ook kleine porties invriezen, zodat je steeds een handjevol kunt pakken. Handig als je regelmatig een topping nodig hebt voor salades of muesli. Ze blijven tot wel een jaar houdbaar in de vriezer als je ze goed verpakt.
Drogen
Baru noten drogen is een slimme manier om ze extra lang te bewaren. Verspreid de noten in een enkele laag op een bakplaat met bakpapier en laat ze drogen in een oven van maximaal vijftig graden Celsius. Zet de ovendeur op een kier zodat het vocht weg kan. Dit duurt tussen de zes en acht uur.
Eenmaal droog kun je ze nog licht roosteren voor meer smaak. Bewaar ze daarna luchtdicht, liefst in een glazen pot met een rubberen ring. Gedroogde Baru noten blijven onder goede omstandigheden tot een jaar goed. Ze zijn ideaal voor het maken van notenmeel of om toe te voegen aan je zelfgemaakte muesli.
Drogen is ook handig als je noten uit een bulkverpakking hebt gekocht. Door een deel te drogen voorkom je dat ze bederven of slap worden. Het is een veilige en natuurlijke manier van conserveren.
Roosteren
Baru noten roosteren haalt het volle aroma naar boven en maakt ze beter verteerbaar. Verwarm de oven voor op honderdvijftig graden Celsius en spreid de noten uit op een bakplaat. Rooster ze ongeveer twaalf minuten, tot ze licht beginnen te geuren. Schep ze halverwege een keer om voor gelijkmatige garing.
Je kunt ook roosteren in een droge koekenpan op middelhoog vuur. Blijf goed roeren en let op dat ze niet verbranden. Zodra ze knapperig zijn en licht goudbruin, haal je ze van het vuur. Laat ze afkoelen op een bord voordat je ze gebruikt of bewaart.
Roosteren vermindert de licht bittere nasmaak die sommige mensen in rauwe Baru noten proeven. Bovendien krijgen ze een lichtzoete toets die goed combineert met salades, yoghurt en zelfs in hartige sauzen.
Baru noten kweken
Zelf Baru noten kweken is niet eenvoudig, maar met veel geduld en de juiste omstandigheden is het mogelijk. De baruzeiro is een tropische boom die veel zon nodig heeft en niet tegen vorst kan. Wie het wil proberen, begint met rauwe zaden die nog niet verhit zijn geweest. Laat ze enkele dagen weken in lauw water om de kiemkracht te activeren.
Zaai ze in een diepe pot met luchtige, goed doorlatende aarde. Gebruik een mengsel van compost, zand en wat klei. Zet de pot op een warme vensterbank of in een kas met constante temperaturen boven de twintig graden. De eerste scheuten laten vaak weken op zich wachten, dus geduld is echt vereist.
Zodra het plantje bovenkomt, geef je spaarzaam water. Te natte wortels zijn funest. Laat de plant wennen aan de buitenlucht door hem af en toe buiten te zetten op warme dagen. Zet hem ’s nachts wel terug naar binnen, zeker in koudere klimaten zoals Nederland of Oostenrijk.
In een goed klimaat kan de boom na vijf tot tien jaar beginnen met vruchten dragen. In pot blijft hij vaak kleiner en draagt hij minder vruchten. Je doet het dus vooral voor het plezier en niet voor een grote oogst. Toch is het een leuke uitdaging voor wie van bijzondere gewassen houdt.
Als je de boom goed verzorgt en beschermt tegen tocht en kou, kan hij tientallen jaren meegaan. Zorg dan wel voor voldoende voeding in de vorm van compost en natuurlijke mest. Geef hem af en toe een grotere pot zodat de wortels kunnen groeien.
Alternatieven
Als je geen Baru noten kunt vinden, zijn er gelukkig goede alternatieven die qua smaak en gebruik vergelijkbaar zijn. Geroosterde pinda’s komen het dichtst in de buurt, vooral als je ze combineert met een vleugje zeezout. Cashewnoten zijn iets romiger, maar kunnen in veel recepten goed vervangen.
Zonnebloempitten of pompoenpitten zijn ook bruikbare opties in salades en muesli. Ze hebben een iets mildere smaak maar wel een vergelijkbare textuur. Je kunt ze zelf roosteren met kruiden om ze meer diepgang te geven. Denk aan paprikapoeder, rozemarijn of gerookt zeezout.
Baru noten zijn zelf ook een goed alternatief voor andere noten bij notenallergieën, al moet je altijd eerst nagaan of er kruisreacties zijn. Sommige mensen verdragen Baru noten wel terwijl ze slecht reageren op bijvoorbeeld amandelen of walnoten.
Als smaakmaker in currygerechten kun je ook tahin of amandelpasta gebruiken als vervanger voor de notensmaak. Die geven een soortgelijke romige ondertoon, zeker als je het gerecht afmaakt met verse kruiden zoals koriander of peterselie.
In zelfgemaakte energierepen of granola’s kun je Baru noten vervangen door een mix van haver, lijnzaad en wat rozijnen. Zo houd je de structuur en voedingswaarde intact, terwijl je toch een goedkopere of beter verkrijgbare oplossing gebruikt.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.