Brandnetelsap
Sap

Brandnetelsap

Brandnetelsap is een van die dingen die je waarschijnlijk pas ontdekt als je je écht gaat verdiepen in wat de natuur te bieden heeft. Het is niet iets dat je snel uit gewoonte in huis haalt, zoals sinaasappelsap of appelazijn, maar wie eenmaal de kracht van verse brandnetelsap heeft ervaren, wil vaak niet meer zonder. In mijn eigen keuken en tuin komt het regelmatig voorbij, vooral in het voorjaar wanneer de jonge blaadjes op hun krachtigst zijn.

Wat me zo aanspreekt is dat het uit een van de meest onderschatte planten van Europa komt. Veel mensen zien de brandnetel als een vervelend onkruid dat prikt en jeuken veroorzaakt, maar de bladeren zijn rijk aan vitaminen, mineralen en chlorofyl. Het maken van sap ervan is iets wat ik elk jaar weer doe, meestal in kleine hoeveelheden, puur voor eigen gebruik en soms om te delen.

Brandnetelsap heeft een stevige, groene smaak. Het is absoluut niet te vergelijken met fruitsappen of kruidentheeën. De geur is aards, licht grassig, en voor sommigen misschien even wennen. Maar juist die pure intensiteit maakt het interessant. Als je het sap mengt met andere sappen, zoals appel of peer, ontstaat er ineens een balans die ook bij minder avontuurlijke proevers in de smaak valt.

Wat ik zelf altijd fascinerend vind, is hoe eenvoudig je het kunt maken, zolang je maar weet wanneer en hoe je de brandnetels plukt. En toch wordt het zelden commercieel gebruikt. Dat maakt het ook zo waardevol: het is iets dat je zelf in de hand hebt, letterlijk vanaf het plukken tot het drinken.

Hoe gebruiken?

Brandnetelsap kun je op veel manieren inzetten, afhankelijk van wat je doel is. Voor een dagelijkse gezondheidskuur wordt vaak aangeraden om een kleine hoeveelheid puur in te nemen op een nuchtere maag. Denk aan ongeveer vijftien tot twintig milliliter per dag, verdund met wat water of sap. Zo neem ik het zelf in tijdens het voorjaar, meestal gedurende twee tot drie weken.

In de keuken kun je brandnetelsap gebruiken in groene smoothies of sappen. Een klein scheutje is vaak al voldoende om een mix van appel, komkommer, spinazie en citroen net dat beetje extra kracht te geven. Het is dan niet alleen gezond, maar ook verrassend verfrissend. Vooral in combinatie met citrus komt de aardse toon van de brandnetel mooi naar voren.

Ook in soepen kun je brandnetelsap prima verwerken. Voeg het bijvoorbeeld pas op het einde toe aan een courgettesoep of groentebouillon, zodat de voedingsstoffen behouden blijven. Ik heb zelf weleens een romige brandnetel-preisoep gemaakt waarin ik het sap pas op het allerlaatste moment erdoor roerde. Dat gaf een prachtige diepgroene kleur en een krachtige smaak.

Wat minder bekend is, maar zeker het proberen waard: brandnetelsap in saladedressings. Meng het met een beetje appelazijn, olijfolie, mosterd en honing en je krijgt een pittige vinaigrette die het goed doet op een salade met gegrilde groenten of linzen. Let wel, gebruik dan echt maar een paar druppels sap, want de smaak is sterk.

Medicinale toepassingen

Brandnetelsap staat bekend om zijn zuiverende werking. Het wordt al generaties lang gebruikt als voorjaarskuur om het lichaam te reinigen na de winter. De combinatie van ijzer, vitamine C, calcium en chlorofyl zou de bloedcirculatie bevorderen, het lichaam ontgiften en de stofwisseling stimuleren.

Mensen met bloedarmoede gebruiken het soms als ondersteuning vanwege het relatief hoge ijzergehalte. Daarbij helpt het ook bij vermoeidheid of een gebrek aan energie, zeker in combinatie met een goed voedingspatroon. Ik merk zelf dat ik me na een weekje brandnetelsap vitaler voel, al kan dat ook deels tussen de oren zitten.

Bij reumatische klachten wordt brandnetelsap traditioneel ingezet vanwege de ontstekingsremmende werking. Oudere mensen uit mijn omgeving zweren erbij. Het sap zou verlichting geven bij gewrichtspijn, vooral als het over een langere periode gebruikt wordt. Let wel: dit is geen vervanging van medische behandeling, maar eerder een natuurlijke ondersteuning.

Brandnetelsap bewaren

Brandnetelsap is beperkt houdbaar, zeker als je het zelf maakt zonder toevoegingen of pasteurisatie. Vers sap moet je altijd meteen in de koelkast zetten, bij voorkeur in een donkere glazen fles met een goed sluitende dop. Gebruik je liever kleinere porties? Dan zijn kleine flesjes of potjes met schroefdeksel ideaal.

Zelf maak ik mijn sap altijd direct na het oogsten en bewaar ik het in porties van ongeveer honderd milliliter. Zo voorkom ik dat ik telkens de grote fles moet openen en onnodig lucht inbreng. Een geopende fles gebruik ik binnen twee tot drie dagen, zodat de voedingsstoffen optimaal blijven.

Voor langere bewaring is invriezen de beste optie. Vries het sap bij voorkeur in ijsblokjesvorm in, zodat je gemakkelijk een kleine hoeveelheid kunt ontdooien. Deze methode gebruik ik zelf al jaren, en het werkt prima zolang je het bevroren sap goed verpakt tegen lucht en licht.

Invriezen

Om brandnetelsap goed in te vriezen, begin je met het maken van een geconcentreerd sap. Dat doe je door verse jonge toppen van brandnetel (bij voorkeur voor de bloei) goed te wassen en kort te blancheren. Daarna pureer je ze samen met een klein beetje water in een blender of keukenmachine.

De pulp pers je vervolgens uit met een kaasdoek of fijne zeef, zodat je puur sap overhoudt. Giet dit sap in ijsblokjesvormen of kleine diepvriesbakjes. Laat ruimte bovenin, want vloeistof zet uit bij het invriezen. Dek af met folie of gebruik afsluitbare bakjes.

Na ongeveer vier tot zes uur zijn de blokjes volledig bevroren. Haal ze dan uit de vorm en bewaar ze in diepvrieszakjes met datumlabel. Zo kun je altijd precies doseren hoeveel je nodig hebt. In de vriezer blijft brandnetelsap op deze manier minstens zes maanden goed.

Kun je brandnetelsap verhitten of verdunnen met warm water?

Ja, dat kan. Sommige mensen vinden de smaak van koud brandnetelsap te intens. In dat geval kun je het mengen met warm, maar niet kokend water. Let op dat je het sap niet boven de zestig graden verwarmt, omdat je anders veel van de waardevolle inhoudstoffen vernietigt.

Zelf meng ik het sap wel eens met lauwwarm water, een drupje citroensap en wat honing. Dat drink ik dan als een soort kruidige bouillon. Je krijgt dan iets dat lijkt op kruidenthee, maar met een diepere smaak en een iets groener aroma.

Verhitten kun je ook overwegen als je brandnetelsap in een soep wilt gebruiken. Voeg het dan pas helemaal op het einde toe, als de soep al van het vuur is. Zo behoud je de smaak én de voedingsstoffen. Bij te lang koken verlies je het meeste van de krachtige eigenschappen.

Alternatieven

Als je geen brandnetelsap hebt of het niet kunt maken, zijn er enkele goede alternatieven. Een daarvan is sap van paardebloemblad. Dat heeft een vergelijkbare zuiverende werking en een enigszins bittere smaak. Je kunt het op dezelfde manier gebruiken in sapjes of soepen.

Een andere mogelijkheid is selderijsap. Dat is minder sterk van smaak, maar bevat ook veel mineralen en werkt vocht afdrijvend. In combinatie met een beetje citroen is dat een fijne vervanger, zeker voor mensen die niet van het aardse karakter van brandnetel houden.

Voor in de keuken kun je ook denken aan spinaziesap of peterseliesap. Beide zijn zachter van smaak en goed te combineren in groene smoothies of dressings. Ze missen misschien de krachtige eigenschappen van brandnetel, maar leveren wel een flinke portie chlorofyl en vitamine C.

Brandnetelsap is zelf ook een goed alternatief voor dure detox-sappen of multivitamines. Wie zelf oogst, heeft voor een paar cent een volwaardig, puur en lokaal product. Het enige wat je nodig hebt is een paar stevige handschoenen, een blender en een zeef.

Tot slot is er nog weegbree, een plant die vaak naast brandnetels groeit. Weegbree kun je ook tot sap verwerken en heeft een vergelijkbare werking op de slijmvliezen en luchtwegen. Vooral bij verkoudheid of hooikoorts wordt het vaak ingezet. Ook deze variant is makkelijk zelf te maken.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

1 Comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *