Cactusvijg is een vrucht die je niet zomaar over het hoofd ziet. Met zijn stekelige schil en zachte, sappige binnenkant roept hij meteen vragen op. Wat is het precies? Hoe gebruik je het? En waarom wordt deze vrucht al eeuwenlang gewaardeerd, niet alleen om zijn smaak maar ook om zijn werking op het lichaam? In veel streken, vooral rond de Middellandse Zee en in Midden-Amerika, is dit een gewone vrucht. Bij ons is hij minder bekend, maar steeds vaker te vinden in speciaalzaken of op markten. Toch weten veel mensen nog niet goed wat je ermee kunt doen.
In de keuken is cactusvijg een bijzonder ingrediënt. Het vruchtvlees is fris en lichtzoet, soms met een wat korrelige structuur, vol kleine pitjes die je gewoon kunt eten. Hij lijkt een beetje op meloen of peer, maar dan met een eigen karakter. Er zijn verschillende kleuren, van geel tot roodpaars, en elke variant heeft een iets andere smaak. Het sap kun je gebruiken in drankjes, het vruchtvlees in salades of desserts. Ook voor jam, compote of chutney is hij geschikt. Maar eerst moet je wel weten hoe je de schil verwijdert, want die zit vol fijne stekels.
De plant zelf, de cactus waar deze vrucht op groeit, is een vertrouwde verschijning in droge gebieden. Hij heeft weinig water nodig en groeit op arme grond. Juist door die omstandigheden ontwikkelt de vrucht bijzondere eigenschappen. In Mexico wordt hij al duizenden jaren geteeld en gegeten. Niet alleen de vrucht, ook de jonge stengels worden daar als groente bereid. Bij ons is vooral de vrucht verkrijgbaar. Vaak ligt hij in het koelvak, maar soms ook gewoon op kamertemperatuur. Het is dan belangrijk om hem goed te bekijken: rijp is hij als hij iets meegeeft bij zachte druk.
Veel mensen laten de cactusvijg liggen omdat ze niet weten hoe ze hem moeten gebruiken. Toch is het zonde om deze vrucht over het hoofd te zien. Hij is verrassend veelzijdig, rijk aan voedingsstoffen en heeft een subtiele, maar uitgesproken smaak. Wie hem eenmaal heeft leren kennen, gebruikt hem al snel vaker in de keuken. Zeker als je houdt van frisse, fruitige accenten in je gerechten, biedt cactusvijg volop mogelijkheden. In het volgende deel bekijken we waar je hem allemaal voor kunt inzetten en hoe je dat aanpakt.
Hoe gebruiken?
Cactusvijg kun je zowel rauw als verwerkt eten. Als je hem vers eet, snij je de uiteinden eraf, maak je een insnede in de schil en trek je die er voorzichtig af. Wat overblijft is een sappig stuk vruchtvlees dat je kunt opsnijden. In blokjes gesneden is het heerlijk door een fruitsalade met meloen, mango en wat limoensap. De structuur doet een beetje denken aan kiwi, maar dan minder zuur. Let wel: de pitjes zijn hard, maar eetbaar. Sommige mensen vinden ze hinderlijk, anderen kauwen er gewoon op.
In salades is cactusvijg een mooie tegenhanger van bittere of pittige smaken. Je kunt hem bijvoorbeeld combineren met rucola, zachte geitenkaas en walnoten. Ook past hij goed bij tomaat en avocado, zeker als je de salade afmaakt met een beetje olijfolie en citroensap. In koude gerechten geeft hij een frisse toets en zorgt hij voor variatie in textuur. Als je het vruchtvlees pureert en mengt met yoghurt of kwark, krijg je een bijzonder nagerecht of ontbijt.
Cactusvijg is ook geschikt voor warme bereidingen, al moet je dan voorzichtig zijn met de hitte. In soepen gebruik je hem als smaakmaker aan het eind van de kooktijd, zodat de aroma’s behouden blijven. Een voorbeeld is een lichte groentesoep met courgette en munt, waarbij een schepje cactusvijgpuree op het bord zorgt voor kleur en frisheid. In stoofgerechten zie je hem minder vaak, maar in bepaalde Mexicaanse recepten wordt hij juist toegevoegd als natuurlijke zoetmaker.
Sap van cactusvijg is bijzonder dorstlessend. Je kunt het zelf persen of kopen in flessen. Meng het met bruisend water en citroen voor een verfrissend drankje, of gebruik het in cocktails in plaats van sinaasappelsap. Ook in jam en gelei komt het sap goed tot zijn recht. Voeg dan wat citroensap toe voor de juiste zuurgraad. Het vruchtvlees kun je ook invriezen voor later gebruik, bijvoorbeeld als basis voor smoothies of sorbet.
Medicinale toepassingen
Cactusvijg staat al lang bekend om zijn geneeskrachtige werking. In traditionele Mexicaanse geneeskunde wordt hij gebruikt bij maagklachten en ontstekingen. De vrucht bevat veel antioxidanten, vitamine C, magnesium en kalium. Hierdoor helpt hij bij het ondersteunen van het immuunsysteem en het reguleren van de bloeddruk. Mensen met een verhoogd cholesterolgehalte gebruiken hem soms als onderdeel van een dieet, omdat hij oplosbare vezels bevat die cholesterol kunnen binden in de darm.
Een ander bekend effect is zijn werking op de bloedsuikerspiegel. Er zijn aanwijzingen dat de cactusvijg kan bijdragen aan een stabielere glucosewaarde na de maaltijd. Daarom wordt hij ook onderzocht bij de ondersteuning van mensen met diabetes type 2. Het gaat dan vooral om het sap of extract, vaak in combinatie met een uitgebalanceerd dieet. De vrucht zelf bevat van nature suikers, maar in bescheiden hoeveelheid, en met veel vezels.
Daarnaast werkt cactusvijg hydraterend. Door het hoge watergehalte en het mineraalprofiel is het een goede keuze bij uitdroging of na lichamelijke inspanning. In sommige culturen gebruikt men het ook bij een kater: een glas cactusvijgsap na een avond uit zou helpen tegen hoofdpijn en misselijkheid. Dat is nooit wetenschappelijk bewezen, maar het laat wel zien dat de vrucht breed gewaardeerd wordt om zijn verfrissende en herstellende eigenschappen.
Cactusvijg bewaren
Verse cactusvijg is beperkt houdbaar, maar met de juiste aanpak kun je hem een paar dagen bewaren. Laat hem bij voorkeur niet op kamertemperatuur liggen. Leg hem in de koelkast in het groentevak, het liefst los van andere vruchten. Hij blijft dan ongeveer drie tot vijf dagen goed. Let erop dat hij niet wordt geplet, want het vruchtvlees is gevoelig voor kneuzingen.
Als je hem geschild hebt, bewaar het vruchtvlees dan in een afgesloten bakje in de koelkast. Dit blijft maximaal twee dagen goed. Je kunt er wat citroensap over druppelen om verkleuring tegen te gaan. Laat het bakje niet openstaan, want de geur trekt snel insecten aan en het vruchtvlees droogt uit. Heb je sap gemaakt van de cactusvijg, bewaar dat dan in een afgesloten fles en consumeer binnen drie dagen.
Een overschot kun je beter verwerken of invriezen. Denk aan jam, saus of puree. Door de vrucht eerst te koken en daarna in te vriezen, verleng je de houdbaarheid aanzienlijk. In bewerkte vorm kun je de cactusvijg zelfs maandenlang bewaren zonder dat de smaak veel verandert. Hieronder leggen we uit hoe je dat precies doet.
Invriezen
Cactusvijg kun je goed invriezen als je hem eerst schilt. Snij beide uiteinden eraf en trek de schil los. Snij het vruchtvlees in blokjes of pureer het, afhankelijk van wat je ermee wilt doen. Doe de stukken in een diepvriesbakje of zakje en sluit het goed af. Voorzie het van een label met datum, want in de vriezer blijft het maximaal zes maanden goed.
Je kunt ook sap invriezen in ijsblokvormpjes. Dat is handig als je het later in drankjes of sauzen wilt gebruiken. Vries de blokjes eerst los in en bewaar ze daarna in een zakje. Zo voorkom je dat ze aan elkaar vastvriezen. Laat ingevroren vruchtvlees langzaam ontdooien in de koelkast, dan blijft de textuur beter behouden.
Let op dat het sap na ontdooien soms iets wateriger is. Roer het daarom altijd goed door of gebruik het in bereidingen waar dat niet uitmaakt, zoals smoothies of ijs. Als je de cactusvijg hebt ingevroren na verhitting, bijvoorbeeld in een compote of jam, is hij ook na het ontdooien prima bruikbaar in desserts of op brood.
Drogen
Drogen is een andere manier om cactusvijg langer te bewaren. Begin met rijpe vruchten. Schil ze, snij het vruchtvlees in dunne plakken van ongeveer een halve centimeter en leg die op een bakplaat met bakpapier. Zet de oven op vijftig graden Celsius en droog de plakken in ongeveer zes tot acht uur, met de ovendeur op een kier.
Een alternatieve manier is drogen in een voedseldroger. Dit geeft een constanter resultaat en is energiezuiniger. Ook hierbij duurt het drogen enkele uren, afhankelijk van de dikte van de plakken. Bewaar de gedroogde stukken in een luchtdichte pot of bak op een koele, donkere plek. Zo blijven ze maandenlang goed.
Gedroogde cactusvijg kun je eten als snack, toevoegen aan muesli of verwerken in gebak. De smaak wordt geconcentreerder en de textuur iets taai. Dit maakt ze ook geschikt als toevoeging aan kruidenthee of als basis voor energierepen met noten en zaden.
Zelf raspen
Cactusvijg raspen is niet iets wat je vaak tegenkomt in de keuken, maar het kan wel degelijk zinvol zijn, bijvoorbeeld als je de schil wilt gebruiken voor geur of kleur, of om kleine stukjes vruchtvlees te verwerken in een saus, dressing of dessert. Het is belangrijk dat je eerst goed weet wat je raspt: de schil of het vruchtvlees, want dat maakt uit voor je aanpak.
Als je de schil wilt gebruiken, moet je eerst de stekels verwijderen. Dit doe je door de vrucht onder stromend water schoon te borstelen met een groenteborstel of schuursponsje (gebruik handschoenen). Daarna kun je de schil raspen met een fijne rasp, zoals je dat bij citrusschil zou doen. Rasp alleen het buitenste laagje, want daar zit de meeste geur en kleur. Gebruik het meteen, want het oxideert snel.
Wil je juist het vruchtvlees raspen, bijvoorbeeld voor gebruik in ijs of saus, dan moet je de cactusvijg eerst schillen. Snij de uiteinden van de vrucht, maak een snee in de lengte en trek de schil voorzichtig los. Daarna kun je het vruchtvlees over een grove rasp halen. Houd er rekening mee dat de pitjes hard zijn en dat raspen wat lastiger gaat dan bij zachte vruchten. In dat geval kun je ook kiezen voor pureren of fijnsnijden.
In de meeste gevallen is het raspen van cactusvijg geen must, maar een mogelijkheid. Zeker als je zoekt naar een manier om de smaak subtiel in een gerecht te verwerken, of als je een bijzonder accent zoekt in een dressing of saus. Let goed op dat je alleen schone, rijpe vruchten gebruikt en wees voorzichtig bij het hanteren van de schil vanwege de onzichtbare stekels.
Alternatieven
Als je geen cactusvijg hebt, zijn er gelukkig andere opties. Een rijpe peer heeft een vergelijkbare textuur, zeker als je een sappige soort kiest. Ook gele meloen of papaja komt qua structuur en zoetheid in de buurt. Die vruchten zijn makkelijker verkrijgbaar en net zo geschikt voor salades, smoothies of desserts.
Voor kleur en frisheid kun je denken aan granaatappelpitjes. Ze hebben weliswaar een andere structuur, maar geven net zo’n frisse toets en een vleugje zuur. In combinatie met zachte kazen of couscoussalades zijn ze een uitstekende vervanger. Ook kiwi kan soms volstaan, al is die wat zuurder en groener van smaak.
In warme gerechten kun je mango gebruiken. Vooral als je de cactusvijg zou stoven of verwerken tot saus, geeft mango een vergelijkbaar effect. Voeg dan wat citroensap toe om de balans te behouden. In chutneys of compotes is mango zelfs een populaire vervanger.
Cactusvijg is op zijn beurt ook een alternatief voor andere vruchten. In recepten waar normaal abrikoos of perzik gebruikt wordt, kun je deze vrucht inzetten voor een subtielere, minder zoete smaak. Ook in koude soepen of gazpacho’s is het een mooie vervanger voor watermeloen of komkommer, met een iets steviger bite.
Tot slot, als je op zoek bent naar een medicinale werking, dan kun je bij gebrek aan cactusvijg denken aan aloë vera of verse vijgen. Die hebben ook hydraterende eigenschappen en bevatten veel antioxidanten. Maar als het je om de smaak en structuur gaat, dan is zelf proberen en proeven altijd de beste weg.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.