Dragon is een kruid dat al eeuwen wordt gebruikt in Europese keukens, vooral in de Franse keuken. Het heeft een uitgesproken, anijsachtige smaak die meteen herkenbaar is en gerechten een zachte, maar duidelijke kruidige toets geeft. Dragon is niet voor iedereen, maar als je het eenmaal waardeert, wil je het in je keuken niet meer missen. Er bestaat zowel Russische als Franse dragon, waarbij de Franse variant veel krachtiger en aromatischer is. Die laatste is dan ook de favoriet onder koks.
Wat dragon zo bijzonder maakt, is dat het op een subtiele manier smaken versterkt zonder te overheersen. Het geeft diepgang aan sauzen, verfrist een simpele salade, en tilt een doordeweeks aardappelgerecht ineens naar een hoger niveau. Veel mensen kennen dragon van bearnaisesaus, maar dat is nog maar het begin. Het is een kruid dat nieuwsgierig maakt: als je het één keer gebruikt, ga je vanzelf op zoek naar andere manieren om het in je gerechten te verwerken.
Ook in de kruidentuin is het een aparte verschijning. De planten hebben lange, smalle bladeren en kunnen behoorlijk groot worden, zeker in een zonnige tuin. Toch doet dit kruid het ook goed in een pot, op het balkon of zelfs op de vensterbank. Zolang je hem voldoende licht en warmte geeft, zal hij groeien en bloeien. De geur van verse dragonblaadjes, net geplukt, is iets wat je maar moeilijk vergeet.
Wat het extra interessant maakt, is dat het niet alleen in de keuken van waarde is. Het heeft ook medicinale eigenschappen waar veel mensen baat bij hebben. Het is één van die kruiden die zowel een rol spelen in culinaire tradities als in volksgeneeskunde. De combinatie van smaak en gezondheid maakt dragon tot een kruid dat meer aandacht verdient.
Hoe gebruiken?
Dragon wordt veel gebruikt in warme gerechten, maar het kruid komt ook goed tot zijn recht in koude bereidingen. In sauzen zoals bearnaise en hollandaise is dragon onmisbaar. Het geeft een lichte anijstoon die perfect samengaat met roomboter, eidooier en een beetje azijn. Ook bij kip en vis is het een uitstekende keuze, zeker als je een romige saus maakt of het vlees marineert met een mengsel van olie, citroen en dragon.
In salades kun je fijngesneden dragonblaadjes gebruiken om een frisse, kruidige toets toe te voegen. Denk aan een aardappelsalade met mosterd en zure room, of een groene salade met veldsla, ei en een zelfgemaakte dragonvinaigrette. De smaak combineert goed met zachte kazen en eiwitrijke ingrediënten. Ook in tonijnsalade, eiersalade of pastasalades kan een beetje van dit kruid kan wonderen verrichten.
In soepen is dragon verrassend effectief. Voeg het bijvoorbeeld toe aan een romige courgettesoep, kippenbouillon of preisoep. Omdat het niet zo hittebestendig is als sommige andere kruiden, voeg je het best op het einde van de kooktijd toe, zodat het aroma niet vervliegt. Ook in hartige taarten of quiches kun je dragon verwerken, vooral in combinatie met spinazie, room en ei.
Tot slot kun je het kruid gebruiken in azijn of olie om je eigen kruidenazijn of dragonolie te maken. Door verse dragon in wittewijnazijn te laten trekken, krijg je na enkele weken een geurige, kruidige basis voor dressings. Hetzelfde geldt voor olie, al is het dan belangrijk om goed op de houdbaarheid te letten, zeker bij vers materiaal.
Medicinale toepassingen
Dragon is van oudsher een geneeskrachtig kruid dat werd ingezet bij diverse kwaaltjes. Het heeft een licht verdovende werking en werd vroeger wel gebruikt bij kiespijn, door simpelweg op een vers blad te kauwen. Tegenwoordig wordt het nog steeds gewaardeerd vanwege zijn positieve invloed op de spijsvertering. Het stimuleert namelijk de eetlust en helpt bij het verlichten van een opgeblazen gevoel na een zware maaltijd.
Daarnaast wordt het in de kruidengeneeskunde ook ingezet bij slapeloosheid en stress. De geur en de werkzame stoffen in het blad zouden een rustgevend effect hebben. Sommige mensen maken thee van verse of gedroogde dragon om tot rust te komen voor het slapengaan. Het is zeker geen wondermiddel, maar voor wie op zoek is naar natuurlijke ondersteuning, kan het een mooie aanvulling zijn.
Ook bij menstruatieklachten zou het een verzachtende werking kunnen hebben. Dit is gebaseerd op traditionele toepassingen waarbij dragonthee of extract werd ingezet tegen krampen. Let wel: dit soort toepassingen zijn niet wetenschappelijk bewezen, maar komen voort uit eeuwenoude kennis uit de kruidengeneeskunde.
Dragon bewaren
Verse dragon is kwetsbaar en verliest snel zijn aroma als je het niet goed behandelt. Zodra je het hebt geoogst of gekocht, wikkel je het het best in een vochtig stukje keukenpapier en leg je het in een open plastic zakje in de groentelade van de koelkast. Zo blijft het enkele dagen goed, al zal de smaak wel langzaam afnemen.
Je kunt ook steeltjes dragon rechtop in een glas water zetten, net als een bosje peterselie. Zet het glas in de koelkast, en dek de bovenkant lichtjes af met een plastic zak. Ververs het water dagelijks. Op deze manier blijft het verse kruid soms tot een week goed. Let op dat je het niet te nat maakt, want dan kan het blad gaan rotten.
Voor langere houdbaarheid zijn drogen of invriezen betere opties, zeker als je zelf dragon uit eigen tuin hebt geoogst. Daarmee kun je een voorraad aanleggen die maandenlang bruikbaar blijft.
Invriezen
Dragon invriezen is eenvoudig, maar vereist wel wat voorbereiding. Was de takjes voorzichtig in koud water en dep ze droog met een schone doek. Pluk de blaadjes van de stelen, hak ze eventueel fijn en doe ze in een ijsblokjesvorm. Overgiet de vakjes met water of met een neutrale olie zoals zonnebloemolie.
Zodra de blokjes bevroren zijn, kun je ze uit de vorm halen en in een goed afsluitbaar diepvrieszakje doen. Label het zakje met de datum en gebruik het binnen zes maanden. Je kunt de blokjes direct toevoegen aan warme gerechten zonder ze eerst te ontdooien. Zo behoud je de smaak het best.
Een andere manier is om het fijn te hakken en plat te vriezen in een diepvrieszak. Duw de lucht eruit en vries het plat in. Zo kun je steeds een beetje afbreken wanneer je het nodig hebt.
Drogen
Drogen is een goede methode om dragon langer houdbaar te maken, maar je verliest daarbij wel een deel van het aroma. Knip takjes af en bundel ze tot kleine bosjes. Hang deze ondersteboven op een droge, warme en goed geventileerde plek, uit de zon. Na een week zijn ze meestal droog genoeg om de blaadjes van de takjes te ritsen.
Je kunt de blaadjes ook in een voedseldroger drogen. Stel deze in op ongeveer veertig graden Celsius en laat het enkele uren drogen tot de blaadjes kruimelig aanvoelen. Bewaar het gedroogde kruid in een goed afgesloten pot op een donkere plek. Zo blijft de smaak het langst behouden.
Gedroogde dragon is prima te gebruiken in warme gerechten zoals sauzen of stoofschotels, maar voeg het iets eerder toe dan verse dragon, zodat de smaak kan loskomen tijdens het koken.
Zelf kweken
Dragon kweken begint met de juiste soort. Franse dragon kun je niet zelf zaaien, omdat die plant steriel is. Je moet dus een plantje kopen of stekken nemen van een bestaande plant. Russische dragon kun je wel zaaien, maar die heeft een veel minder uitgesproken smaak. Kies dus liever voor een jonge Franse dragonplant van een kweker of tuincentrum.
Plant dragon op een warme, zonnige plek in goed doorlatende, licht kalkhoudende grond. Als je het in de volle grond zet, zorg dan voor voldoende ruimte, want de plant kan flink groeien. In potten doet dragon het ook uitstekend, zolang je zorgt voor drainage en regelmatig water geeft.
Geef het niet te veel voeding. Een beetje compost in het voorjaar is voldoende. Te veel stikstofrijk voedsel zorgt voor slappe bladeren met weinig smaak. Water geven doe je regelmatig, maar voorkom dat de grond constant nat blijft. Laat de bovenlaag eerst opdrogen voordat je opnieuw giet.
Knip regelmatig de toppen van de plant af om de groei te stimuleren en de plant compact te houden. Je kunt dragon vanaf mei tot diep in de herfst oogsten. Laat altijd wat blad aan de plant zitten, zodat hij zich kan herstellen.
In de winter sterft de plant bovengronds af, maar het wortelstelsel blijft leven. In het voorjaar komt hij vanzelf weer op. Geef dan wat compost en snoei oude stelen weg. Zo heb je jarenlang plezier van dezelfde dragonplant.
Alternatieven
Soms heb je geen dragon in huis, of wil je iets anders proberen. In dat geval zijn er een paar kruiden die je als alternatief kunt gebruiken. Het bekendste vervangende kruid is venkelgroen, dat ook die anijsachtige smaak heeft. Het is iets zoeter dan dragon, maar in visgerechten of sauzen werkt het prima.
Ook kervel kan dienstdoen als alternatief. Het heeft een subtiele smaak en past goed bij eiergerechten, kip of lichte roomsaus. In combinatie met bieslook en peterselie krijg je een kruidenmix die dicht in de buurt komt van wat dragon biedt in smaak en geur.
Een minder bekend alternatief is Mexicaanse dragon, ook wel Spaanse dragon genoemd. Deze is wat pittiger en scherper, maar heeft toch het typische aroma dat lijkt op de Franse variant. In salades en vleesmarinades kan deze een interessante twist geven.
Als je juist dragon als alternatief voor iets anders zoekt, denk dan aan recepten waar anijs of dille in staat. Dragon geeft een vergelijkbare richting aan de smaak, maar iets frisser. Je kunt dus experimenteren en ontdekken hoe het jouw favoriete gerechten net iets spannender maakt.
Tot slot kun je ook gedroogde dragon gebruiken als je geen verse in huis hebt. Let dan wel op de dosering, want de smaak is wat geconcentreerder. Begin met een klein beetje en proef tussendoor. Zo haal je het beste uit wat je hebt, ook zonder verse dragon.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.