Erwten zijn kleine groene pareltjes uit de natuur die al eeuwenlang deel uitmaken van onze voeding. Ze zijn bescheiden van uiterlijk, maar krachtig van inhoud. Of je ze nu vers uit de tuin haalt, gedroogd koopt of uit de diepvries haalt, deze kleine zaden zijn een welkome aanvulling op elk bord. Veel mensen zien erwten als een bijgerecht of vulling, maar wie zich er echt in verdiept, ontdekt hoe veelzijdig en voedzaam ze zijn.
Wat deze peulvruchten zo aantrekkelijk maakt, is hun zachte smaak in combinatie met een stevige bite. Ze passen zich aan aan het gerecht waar ze in verwerkt worden, zonder hun karakter te verliezen. In de Hollandse keuken worden ze vaak geassocieerd met stamppotten of erwtensoep, maar in andere delen van de wereld vinden we ze terug in curry’s, salades en zelfs spreads. Die flexibiliteit maakt ze geschikt voor elk seizoen, of je nu zin hebt in iets warms of verfrissends.
De teelt is bovendien iets wat veel mensen zelf kunnen doen. Ze vragen niet veel: wat aarde, wat steun om te klimmen en vooral wat geduld. Binnen enkele weken kun je al resultaat zien. Vers geplukte erwten uit eigen tuin hebben een volle smaak die je zelden uit een blikje of diepvrieszak haalt. En het mooie is dat je ook nog zelf kunt kiezen of je ze rauw wilt snoepen, kort wilt blancheren of wilt drogen voor later gebruik.
Wie goed kijkt, ziet dat erwten meer zijn dan alleen voedsel. Ze vertegenwoordigen een stukje traditie, een verbinding met de aarde. En misschien wel het belangrijkst: ze bieden talloze mogelijkheden om creatief mee te koken, te bewaren en zelfs te genezen.
Hoe gebruiken?
Erwten kun je op vele manieren inzetten in de keuken. Je kunt ze bijvoorbeeld zachtjes koken en pureren tot een zachte crème, ideaal als basis voor spreads of als romige vulling in hartige taartjes. In combinatie met munt ontstaat er een verfrissende smaak die goed samengaat met lamsvlees of gegrilde groenten. Een schepje zure room erbij en je hebt een voorgerecht waar je gasten nog lang over napraten.
In koude salades geven erwten een zoete noot en wat extra beet. Ze combineren goed met quinoa, geraspte wortel, rode ui en een dressing van citroen en olijfolie. Ook in pastasalades doen ze het goed, zeker als je er wat feta, olijven en stukjes paprika aan toevoegt. De kleur alleen al zorgt voor een aantrekkelijk bord.
In soepen zijn erwten onmisbaar. Denk aan de klassieke erwtensoep, waarin ze urenlang meepruttelen met knolselderij, prei en spek. Maar ook in lichte groentesoepjes komen ze tot hun recht. Een kort gekookte erwt behoudt zijn frisse kleur en bite, en is een mooie tegenhanger voor aardse smaken zoals paddenstoelen of aardappel.
Tot slot kun je erwten ook gebruiken in stoofschotels, bijvoorbeeld in combinatie met rijst en kruiden. In de Indiase keuken zijn er recepten met erwten, kokosmelk en garam masala die romig en licht pittig tegelijk zijn. Voeg er wat geroosterde cashewnoten aan toe voor extra textuur en je hebt een volwaardig hoofdgerecht.
Medicinale toepassingen
Erwten bevatten veel vezels, wat ze bijzonder geschikt maakt om de spijsvertering te ondersteunen. Vezels zorgen voor een gezonde darmwerking en dragen bij aan een stabiele bloedsuikerspiegel. Mensen met lichte constipatie kunnen baat hebben bij het regelmatig eten van erwten, zeker als deze gecombineerd worden met andere vezelrijke groenten zoals boerenkool of broccoli.
Daarnaast deez peulvruchten rijk aan plantaardige eiwitten. Dat maakt ze niet alleen interessant voor vegetariërs, maar ook voor mensen die willen herstellen van een ziekte of intensieve sportbeoefening. De eiwitten dragen bij aan spieropbouw en herstel, zonder het lichaam te belasten zoals sommige dierlijke eiwitten dat kunnen doen.
Ook is het een goede bron van B-vitaminen en foliumzuur, wat belangrijk is voor vrouwen die zwanger zijn of dat willen worden. Foliumzuur ondersteunt namelijk de ontwikkeling van het zenuwstelsel bij het ongeboren kind. Regelmatig erwten eten kan zo bijdragen aan een gezonde zwangerschap.
Erwten bewaren
Als je verse erwten hebt geplukt of gekocht, kun je ze het best binnen enkele dagen gebruiken. Bewaar ze in hun peul in de groentelade van de koelkast. Zo blijven ze knapperig en sappig. Zonder peul verliezen ze snel hun stevigheid en smaak, dus het is aan te raden om ze pas vlak voor gebruik te doppen.
Wil je ze iets langer bewaren? Dan kun je ze ook kort blancheren. Een minuutje in kokend water is genoeg. Laat ze daarna snel afkoelen in ijswater en dep ze droog. Deze geblancheerde erwten kun je vervolgens twee tot drie dagen in een afgesloten bakje in de koelkast bewaren.
Voor wie langer wil genieten van erwten, zijn er ook andere bewaarmogelijkheden. Invriezen en drogen zijn twee technieken die de smaak en voedingswaarde grotendeels behouden. Hieronder vind je per methode een duidelijke handleiding.
Invriezen
Erwten invriezen doe je het beste zo snel mogelijk na het oogsten of kopen. Begin met het doppen, en blancheer ze vervolgens anderhalve minuut in kokend water. Koel ze onmiddellijk terug in ijswater en laat ze goed uitlekken op een schone doek.
Verdeel de erwten daarna over diepvrieszakjes of bakjes. Druk zoveel mogelijk lucht eruit voordat je ze afsluit. Schrijf de datum op de verpakking, zodat je weet hoelang ze al liggen. In de vriezer blijven ze tot twaalf maanden houdbaar, mits goed verpakt.
Bij gebruik kun je ze bevroren direct in soepen, sauzen of roerbakgerechten doen. Laat ze nooit op het aanrecht ontdooien, want dan verliezen ze hun stevigheid en kleur. Koken is ook niet meer nodig, opwarmen volstaat.
Drogen
Erwten drogen is een iets ouderwetsere techniek, maar zeker de moeite waard als je weinig vriesruimte hebt. Gebruik hiervoor verse, gedopte erwten die je eerst twee minuten blancheert. Laat ze daarna goed uitlekken en leg ze uitgespreid op een schone theedoek.
Droog de erwten vervolgens in een voedseldroger of in de oven op zestig graden Celsius. Dit proces duurt enkele uren, afhankelijk van de dikte en vochtigheid. Ze zijn klaar als ze hard en knapperig aanvoelen. Bewaar ze in goed afgesloten glazen potten op een donkere, droge plek.
Gedroogde erwten kun je weken en daarna koken. Ze zijn ideaal voor stevige soepen of als vulling in groenteburgers. De smaak is iets dieper en aardser dan bij verse erwten, maar net zo voedzaam.
Erwten kweken
Erwten kweken begint al vroeg in het voorjaar. Zodra de vorst uit de grond is, kun je beginnen met zaaien. Kies een zonnige plek in de tuin en verrijk de grond met compost. Zaai de erwten op rijen, met zo’n vijf centimeter tussen de zaden. Dek licht af met aarde en geef voorzichtig water.
Binnen tien dagen zie je de eerste scheuten verschijnen. Zodra de planten vijftien centimeter hoog zijn, kun je steunstokken of gaas plaatsen. Erwtenplanten zijn klimmers en hebben houvast nodig om stevig en recht omhoog te groeien. Zorg ook voor regelmatige, maar niet overmatige bewatering.
Na acht tot tien weken kun je beginnen met oogsten. Pluk de peulen als ze goed gevuld aanvoelen. Oogst regelmatig, want hoe vaker je plukt, hoe meer de plant zal produceren. Jonge erwtjes zijn het zoetst, dus wacht niet te lang.
Erwten kweken in een pot op het balkon of de vensterbank kan ook, mits je een diepe pot gebruikt en zorgt voor voldoende zonlicht. Dezelfde steunstokken zijn ook hier nodig. Let erop dat potten sneller uitdrogen, dus geef iets vaker water.
Wie variatie wil, kan kiezen voor suikererwten of peultjes. Deze worden met peul en al gegeten en vragen iets minder verzorging. Ze zijn iets sneller oogstbaar en hebben een wat zachtere smaak. Ook deze soorten kun je uitstekend in de tuin of pot kweken.
Alternatieven
Geen erwten in huis? Er zijn gelukkig diverse alternatieven die je kunt gebruiken. Linzen zijn bijvoorbeeld een prima vervanger, vooral in stoofgerechten en curry’s. Ze hebben een vergelijkbare structuur en een neutrale smaak die makkelijk te kruiden is.
Voor salades kun je denken aan tuinbonen of sojabonen. Ze bieden net als erwten een frisse bite en zitten vol eiwitten. Tuinbonen hebben iets meer een bittere toon, terwijl sojabonen juist wat romiger zijn.
In spreads of smeersels kun je erwten vervangen door avocado of kikkererwten. De textuur is dan anders, maar de smaak blijft smeuïg en rijk. Voeg verse kruiden toe voor een frisse draai.
Wil je erwtjes vervangen in soepen? Dan zijn spliterwten of groene linzen het meest geschikt. Deze binden de soep goed en zorgen voor een stevige, voedzame basis.
Erwten zelf zijn op hun beurt ook een goed alternatief voor vlees. Door hun hoge gehalte aan plantaardige eiwitten en ijzer kunnen ze dienen als hoofdcomponent van een vegetarische maaltijd. Denk aan een erwtenspread op brood, of een groenteburger met gepureerde erwten als basis.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.