Fuet Español is een dunne, droge worst uit Spanje die je vaak tegenkomt op markten of bij tapas. Hij is afkomstig uit Catalonië en wordt gemaakt van varkensvlees, spek en kruiden. De worst is stevig en heeft een volle, enigszins milde smaak die zich goed leent voor allerlei toepassingen in de keuken. De karakteristieke witte schimmel aan de buitenkant hoort erbij en draagt bij aan het rijpingsproces.
Wat Fuet Español zo aantrekkelijk maakt, is de eenvoud ervan. Je hebt niet veel nodig om ervan te genieten. Een plakje op een stuk brood, wat olijven erbij, en je hebt al een volwaardige hap. Door de specifieke droging en het gebruik van zout is de worst lang houdbaar, wat van oudsher een praktisch voordeel was in de warme Spaanse regio’s waar koeling niet vanzelfsprekend was. Toch is het meer dan alleen een praktische snack: Fuet Español heeft een eigen plaats verworven in de Spaanse eetcultuur.
De smaak is rijk, maar niet scherp, kruidig zonder dat het overheerst. Dat maakt het voor veel mensen toegankelijk, ook voor wie normaal niet zo van droge worst houdt. De structuur is licht korrelig en stevig tegelijk, met een subtiele vetdooradering. Wie eenmaal gewend is aan die typische beet, gaat hem herkennen tussen alle andere worsten.
Fuet Español hoort bij tapas, bij picknicks, bij borrelplanken en bij eenvoudige maaltijden. Het is geen chique worst, maar een eerlijke, ambachtelijke lekkernij waar je op allerlei manieren van kunt genieten. En juist daarom verdient hij een plek in de keuken van iedereen die houdt van pure smaken.
Hoe gebruiken?
Je kunt Fuet Español op talloze manieren gebruiken, en dat maakt het zo’n veelzijdig product. In de meest eenvoudige vorm serveer je hem in dunne plakjes bij een stukje brood, wat kaas, en eventueel een glas rode wijn of droge sherry. Het past perfect op een borrelplank, samen met olijven, zongedroogde tomaten en geroosterde amandelen.
In salades doet Fuet Español het ook goed. Denk aan een lauwwarme salade met linzen, stukjes gegrilde paprika, jonge spinazie en dun gesneden plakjes fuet. De zoute, vlezige smaak geeft dan net die extra diepte aan de groentebasis. Hij combineert verrassend goed met bonen, kikkererwten en zelfs zoete elementen zoals rozijnen of geroosterde vijgen.
Ook in warme gerechten is fuet te gebruiken, al moet je hem dan pas op het laatst toevoegen. In een simpele tomatensoep bijvoorbeeld, kun je net voor het serveren wat dunne plakjes toevoegen. Die geven dan een hartige, kruidige toets zonder dat het vet eruit loopt zoals bij gewone worst. In een quiche of frittata kan het ook, al blijft de smaak subtieler als je hem koud toevoegt na het bakken.
Tot slot kun je hem ook gebruiken als smaakmaker in risotto of pasta. Snijd de worst dan in fijne blokjes en voeg hem toe aan het einde van de kooktijd. De hitte is voldoende om het vet iets los te maken, wat de smaak verspreidt zonder dat de structuur te papperig wordt. Fuet Español is dus verrassend veelzijdig, als je hem met respect voor zijn karakter inzet.
Medicinale toepassingen
Hoewel Fuet Español vooral wordt gewaardeerd om zijn smaak, zijn er ook aspecten die in bredere zin bijdragen aan het welzijn. Door het fermentatieproces bevat fuet melkzuurbacteriën die gunstig kunnen zijn voor de darmflora, al is dit effect beperkt vergeleken met zuivere probiotica. Toch is het iets wat meespeelt in het bewaren en rijpen van het vlees.
Daarnaast bevat fuet een flinke dosis eiwitten, wat bijdraagt aan verzadiging. Voor wie fysiek werk doet of actief sport, kan een paar plakjes een voedzame aanvulling zijn. De combinatie van eiwit en vet geeft langdurige energie. Let wel: dit is geen gezondheidsvoedsel, maar wel een product met voedingswaarde.
Voor mensen met een lage bloeddruk kan het zoutgehalte van fuet helpen om de bloeddruk iets te verhogen. Dit is uiteraard een bijeffect, geen directe toepassing. En verder is er ook een psychologisch element: zoals bij veel traditionele producten kan het eten van Fuet Español herinneringen oproepen aan reizen, samenzijn, eenvoud en genieten zonder haast. Dat is misschien wel de meest waardevolle ‘werking’ ervan.
Fuet Español bewaren
Fuet Español bewaar je het best op een koele, droge plek. Als hij nog heel is en in zijn natuurlijke schimmelkorst zit, hoeft hij niet per se in de koelkast. Een voorraadkast, kelder of koele bijkeuken volstaat. Belangrijk is dat de lucht kan circuleren en dat de worst niet in plastic wordt gestopt.
Als de fuet eenmaal is aangesneden, bewaar je hem het best in vetvrij papier of in een ademende katoenen doek in de koelkast. Zo voorkom je dat de buitenkant uitdroogt of dat hij zijn geur overdraagt aan andere producten. In de koelkast zal hij iets harder worden, maar dat maakt het snijden zelfs makkelijker.
Let ook op schimmelvorming die afwijkt van de normale witte laag. Gele, groene of zwarte plekken zijn een teken dat de fuet is aangetast door ongunstige bacteriën of vocht. Snijd dan een flink stuk weg of gooi de worst weg als je twijfelt. Beter te voorzichtig dan ziek.
Invriezen
Hoewel invriezen van droge worst niet gebruikelijk is, kan het wel als je Fuet Español langer wilt bewaren. Wikkel de worst in bakpapier en daarna in aluminiumfolie of een luchtdichte diepvrieszak. Zo voorkom je vriesbrand. Leg hem in het koudste deel van de vriezer.
Bij het ontdooien laat je de fuet langzaam terug op temperatuur komen in de koelkast. Dit duurt een dag. Daarna leg je hem een paar uur op kamertemperatuur zodat het vet weer soepel wordt. De structuur kan iets veranderen, hij wordt iets brokkeliger, maar de smaak blijft grotendeels intact.
Gebruik eenmaal ontdooide fuet binnen een paar dagen. Invriezen is vooral handig als je een grote hoeveelheid hebt ingeslagen en niet alles in korte tijd kunt opeten. Let wel: herhaald invriezen en ontdooien tast de kwaliteit wel flink aan.
Hoe snijden
Snijden van Fuet Español doe je met een scherp mes, liefst een klein koksmes of een speciaal worstmes. Een kartelmes is minder geschikt omdat je dan makkelijk de worst kapot duwt. Begin met dunne plakjes van ongeveer twee tot drie millimeter.
Je kunt diagonaal snijden voor grotere plakjes, of recht voor kleine ronde schijfjes. De diagonaal gesneden plakjes zijn mooi voor op brood of bij tapas, terwijl de rechte plakjes beter werken in warme gerechten of als snack.
Snij alleen wat je nodig hebt. De rest van de worst blijft beter als hij intact blijft. Gebruik bij voorkeur een houten plank zodat het mes goed kan glijden. Snijd nooit op kunststof of glas, dat beschadigt je mes en maakt de worst snijden lastiger.
Alternatieven
Als je geen Fuet Español kunt vinden, kun je kiezen voor andere gedroogde worsten met een vergelijkbaar karakter. Denk aan een Italiaanse salami, een Franse saucisson sec, of zelfs een Hongaarse kolbász. Let wel op het verschil in kruiding en vetgehalte. Sommige alternatieven zijn pittiger of veel vetter.
Voor vegetariërs zijn er tegenwoordig ook plantaardige varianten van droge worst. Die hebben weliswaar niet dezelfde diepgang in smaak, maar bieden toch een vergelijkbare structuur en zijn geschikt voor borrelplanken. Denk aan worstjes op basis van seitan, peulvruchten of noten.
In warme gerechten waarin Fuet Español wordt gebruikt als smaakmaker, kun je hem vervangen door gerookt spek, chorizo of pancetta. Die geven vergelijkbare hartige tonen. Let wel op het zoutgehalte, want deze alternatieven kunnen je gerecht snel te zout maken.
Andersom is Fuet Español zelf ook een goed alternatief voor andere vleeswaren. Heb je geen pancetta voor bij de pasta, dan kan een fijn gesneden fuet wonderen doen. Of gebruik hem in plaats van salami op een broodje, samen met wat rucola en zongedroogde tomaat.
Tot slot kun je in sommige gerechten ook experimenteren met tofu of tempeh die je eerst bakt met paprikapoeder en knoflook. Natuurlijk is de smaak anders, maar je krijgt dan wel het idee van een hartige, kruidige toevoeging. En dat is precies waar het bij Fuet Español ook om draait.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.