Lavas, ook wel bekend als maggikruid, is een plant die je meteen herkent aan zijn doordringende geur. Het doet veel mensen denken aan de bekende smaakmaker uit de keuken, maar dit kruid komt rechtstreeks uit de tuin. Het heeft een volle, hartige geur die een beetje lijkt op selderij, maar dan krachtiger. Wie het eenmaal gebruikt in de keuken, wil het vaak niet meer missen. Niet alleen om de smaak, maar ook vanwege de veelzijdigheid.
Je komt Lavas vaak tegen in oude moestuinen, waar het al generaties lang een vaste plek heeft. De plant is meerjarig en groeit elk voorjaar opnieuw uit tot een forse struik. Hij stelt weinig eisen, wat hem aantrekkelijk maakt voor wie graag kruiden wil kweken zonder er veel omkijken naar te hebben. Toch is het de smaak die de doorslag geeft. In een stoofpot of een bouillon komt Lavas pas echt tot zijn recht.
Wie wel eens met verse Lavas heeft gekookt, weet hoe krachtig het aroma kan zijn. Je hebt er maar een klein beetje van nodig om een hele pan soep of saus een volle smaak te geven. Het is geen kruid dat op de voorgrond moet treden. Het werkt juist als stille kracht, een smaakversterker die andere ingrediënten beter tot hun recht laat komen.
En het leuke is: je kunt het zelf kweken, oogsten en zelfs invriezen of drogen. Zo heb je het hele jaar door een voorraadje achter de hand. Lavas is een kruid dat thuishoort in de keuken van iedereen die met liefde kookt, en met verse ingrediënten werkt.
Hoe gebruiken?
Lavas gebruik je meestal vers, direct van de plant. Het jonge blad is het lekkerst en heeft de zachtste smaak. Je kunt het fijnhakken en door soepen, stoofgerechten of sauzen roeren. Een klein handjevol is vaak al voldoende. In bouillons werkt het bijna als een natuurlijke smaakversterker. Voeg het blad toe tijdens het koken en laat het rustig meekoken, dan verspreidt zich een diepe, hartige smaak door het gerecht.
Ook in salades kun je Lavas gebruiken, al moet je daar voorzichtig mee zijn. Het is aan te raden om het blad heel fijn te snijden en met andere, neutralere kruiden zoals peterselie of bieslook te mengen. Zo blijft de smaak in balans. Vooral in aardappelsalades of koude pastasalades kan het een verrassend effect geven.
In sauzen kun je een klein takje laten meetrekken tijdens het opwarmen, vooral bij witte sauzen zoals bechamel of mosterdsaus. Het geeft dan een subtiele diepte aan de smaak, zonder te overheersen. Haal het takje er wel uit voor het opdienen, net zoals je bij laurierblad zou doen.
Verder kun je de stengels gebruiken om smaak te geven aan bouillon of een stoofpot. Laat ze in stukken meekoken en vis ze er voor het serveren uit. De stengels zijn vaak wat taaier, maar geven wel smaak af. Gedroogd blad is minder krachtig, maar wel handig voor in de winter als je geen verse Lavas uit de tuin hebt.
Medicinale toepassingen
Lavas wordt al eeuwenlang gebruikt in de kruidengeneeskunde. Het staat bekend als een plant met zuiverende eigenschappen. In de volksgeneeskunde wordt het vaak ingezet bij spijsverteringsklachten. Een thee van het blad of de wortel zou helpen tegen winderigheid, opgeblazen gevoel en lichte krampen.
Ook bij vochtophoping en milde nierproblemen wordt Lavas soms aangeraden. Het heeft een licht vochtafdrijvende werking en stimuleert de urineproductie. Dat maakt het populair in reinigingskuren of als ondersteuning bij het afvoeren van afvalstoffen.
Sommige mensen gebruiken Lavas ook bij keelpijn of verkoudheid, al is dat minder bekend. Een aftreksel van de wortel zou slijmoplossend kunnen werken en de luchtwegen wat verlichten. Het is daarbij wel belangrijk om altijd met mate te gebruiken en in overleg met een deskundige als je gezondheidsklachten hebt.
Lavas bewaren
Als je verse Lavas uit de tuin of uit de winkel hebt, kun je dat het beste meteen verwerken of op een goede manier bewaren. Het blad blijft in de koelkast maar een paar dagen goed. Wikkel het losjes in een vochtige theedoek en leg het in de groentelade. Zo voorkom je dat het uitdroogt of slap wordt.
Je kunt er ook voor kiezen om Lavas meteen te verwerken door het te drogen of in te vriezen. Zo blijft de smaak grotendeels behouden en heb je altijd iets achter de hand. Vooral als je een grote oogst hebt, is dat aan te raden. Gedroogde of ingevroren Lavas is heel geschikt om later in warme gerechten te gebruiken.
Let er wel op dat je het blad niet te nat bewaart. Was het pas vlak voor gebruik, zodat je schimmelvorming voorkomt. En bewaar het altijd apart van sterk geurende ingrediënten zoals prei of knoflook. Zo blijft de eigen geur en smaak behouden.
Invriezen
Lavas invriezen is een goede manier om het hele jaar door van de smaak te kunnen genieten. Begin met het plukken van jong blad, liefst in de ochtend als de dauw nog op de plant ligt. Spoel het schoon onder koud water en laat het goed uitlekken of dep het droog met een schone doek.
Snijd het blad fijn en verdeel het in kleine porties. Je kunt het invriezen in een ijsblokjesvorm met een beetje water of olie. Zo kun je later makkelijk een blokje toevoegen aan een pan soep of saus. Je kunt het ook los invriezen op een bakplaat en daarna in een goed sluitende diepvriesdoos bewaren.
In de vriezer blijft Lavas zo’n acht tot tien maanden goed. De smaak blijft redelijk goed behouden, al kan het blad na ontdooien wat slap worden. Gebruik het daarom vooral in warme bereidingen en niet meer in rauwe salades.
Drogen
Drogen is een andere manier om Lavas lang te bewaren. Het is minder intens van smaak dan vers of ingevroren blad, maar nog altijd bruikbaar in de keuken. Knip de stelen met blad af en bind ze samen tot bosjes. Hang deze ondersteboven op een droge, luchtige plek uit de zon.
Na een week of twee is het blad helemaal droog. Je kunt het dan verkruimelen en in een glazen pot of blikje bewaren. Zet het donker en koel weg, zodat de geur zo lang mogelijk behouden blijft. Gedroogde Lavas is vooral geschikt voor soepen en stoofgerechten.
Een andere methode is om het blad in de oven te drogen op lage temperatuur, bijvoorbeeld op veertig graden. Laat de ovendeur een klein stukje open zodat het vocht kan ontsnappen. Let wel op dat het niet verbrandt. Na het drogen bewaar je het net als andere kruiden.
Lavas kweken
Lavas kweken kan verrassend eenvoudig zijn. Als je een zonnig of halfschaduwrijk plekje in je tuin hebt met vochtige, voedselrijke grond, doet deze plant het prima. Het is een vaste plant die elk jaar opnieuw opkomt en flink groot kan worden. Houd daar rekening mee bij het kiezen van een plek.
Je kunt Lavas zaaien in het voorjaar, vanaf maart tot eind mei. Zaai in rijtjes in de volle grond of in een zaaibak en dek licht af. De kieming kan wat traag zijn, soms duurt het twee tot drie weken voor je iets ziet. Geef in die periode regelmatig water, maar zorg dat het niet te nat blijft.
Als de plant eenmaal aanslaat, heb je er weinig werk aan. Verwijder af en toe oude of beschadigde bladeren en geef wat compost in het voorjaar. Zo hou je de plant sterk en gezond. Je kunt vanaf het tweede jaar beginnen met regelmatig oogsten. Snijd niet te diep af, zodat de plant zich kan herstellen.
Ook in een grote pot kun je Lavas kweken. Zorg dan voor een ruime pot van minstens dertig centimeter doorsnee en voldoende drainage. Zet de pot op een plek waar hij licht krijgt, maar niet de hele dag in de felle zon staat. Geef regelmatig water, vooral in droge zomers.
Het voordeel van een pot is dat je hem makkelijk kunt verplaatsen. In de winter kun je hem bijvoorbeeld tegen een muur zetten of beschut onder een afdak zetten. De plant is winterhard, maar in een pot kan hij kwetsbaarder zijn. Je kunt hem in de winter ook kort terugsnoeien.
Alternatieven
Als je geen Lavas in huis hebt, zijn er enkele kruiden die een vergelijkbaar effect kunnen geven. Selderijblad is het bekendste alternatief. Het heeft een wat mildere smaak, maar dezelfde hartige ondertoon. Vooral in soep kun je selderij goed inzetten als vervanger.
Ook peterselie kan, zeker als je zoekt naar iets frisgroens om aan een gerecht toe te voegen. Het heeft niet die diepe smaak van Lavas, maar combineert wel goed met dezelfde gerechten. In stoofpotten en sauzen is het minder uitgesproken, maar nog steeds bruikbaar.
Voor wie iets pittigers zoekt, kan een klein beetje kervel of zelfs venkelblad uitkomst bieden. Die hebben een lichte anijssmaak die in sommige gerechten goed samengaat met aardappel of vis. Gebruik ze wel met mate, zodat het niet overheerst.
Tenslotte kun je ook denken aan laurierblad. Dat heeft een heel ander smaakprofiel, maar geeft wel diezelfde warme diepgang aan stoofgerechten. Voeg het toe tijdens het koken en haal het er voor het serveren weer uit.
Lavas is zelf ook een alternatief voor kant en klare bouillonblokjes. Als je een pan soep of saus een natuurlijke smaakversterker wilt geven zonder toevoegingen, is het blad van deze plant een uitstekend uitgangspunt. Een takje Lavas en een beetje zout kunnen soms al voldoende zijn.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.