Mangosteen is een tropische vrucht met een dikke, paarse schil en wit vruchtvlees dat in partjes uiteenvalt. De vrucht groeit aan een langzaam groeiende boom in Zuidoost-Azië, met name in landen als Thailand, Maleisië en Indonesië. Het wordt vaak aangeprezen als een luxe fruit, niet omdat het zeldzaam is, maar omdat het kwetsbaar is en moeilijk te bewaren tijdens transport. Wie eenmaal het frisse, lichtzoete vruchtvlees heeft geproefd, begrijpt waarom het in veel culturen wordt beschouwd als de ‘koningin der vruchten’.
Het binnenste van de vrucht is zacht en bijna romig van textuur. De smaak doet denken aan een mix van lychee, ananas en perzik, maar dan subtieler en verfijnder. Mangosteen eet je vaak vers, direct uit de schil, waarbij je het vruchtvlees er voorzichtig uithaalt met een lepel. De paarse schil is niet eetbaar en geeft gemakkelijk af aan handen en kleding, dus voorzichtigheid is geboden.
Wat deze vrucht extra interessant maakt, is dat hij niet alleen smakelijk is, maar ook veel stoffen bevat die in traditionele geneeskunde hoog gewaardeerd worden. In landen als Vietnam en de Filippijnen worden delen van de boom al generaties lang ingezet als huismiddeltje tegen allerlei kwalen. Hoewel niet alles wetenschappelijk bewezen is, blijft het een geliefde vrucht onder mensen die waarde hechten aan natuurlijke voeding.
Mangosteen is in Nederland niet altijd even gemakkelijk te vinden, maar in Aziatische winkels of op tropische markten duikt hij soms op. Als je hem tegenkomt, is het een aanrader om wat exemplaren mee te nemen en er zelf mee te experimenteren in de keuken of als smaakmaker in een drankje.
Hoe gebruiken?
Mangosteen kun je op allerlei manieren gebruiken, zolang je het vruchtvlees maar intact houdt. De meest eenvoudige manier is natuurlijk rauw, als tussendoortje of nagerecht. Je snijdt voorzichtig de schil rondom in, maakt hem open en lepel het zachte vruchtvlees eruit. Het frisse karakter maakt het tot een uitstekend dessert, vooral op warme dagen.
Je kunt het ook in fruitsalades verwerken. Mangosteen combineert goed met ananas, passievrucht, mango en citrusvruchten. De smaak blijft overeind in combinatie met zuren, maar ook een klein beetje munt of geraspte kokos doet het goed bij de zachte structuur van het vruchtvlees. Serveer met een beetje limoensap voor een lichte toets.
In soepen en curry’s zie je Mangosteen minder vaak terug, maar het is zeker mogelijk. In sommige Thaise gerechten wordt het toegevoegd aan een romige kokossoep voor een subtiele zoete ondertoon. Het vruchtvlees smelt bijna weg in de hete bouillon, dus het is meer een smaakcomponent dan een zichtbaar ingrediënt. Je voegt het best pas op het laatst toe.
Ook in desserts en ijs is het een aanrader. Denk aan mangosteenroomijs, sorbet of een mousse op basis van kokosroom. Je kunt de vrucht pureren, zeven en mengen met een beetje gelatine of agar agar voor een luchtige pudding. De neutrale kleur en fijne smaak lenen zich perfect voor combinaties met vanille, yoghurt of witte chocolade.
Medicinale toepassingen
Mangosteen wordt in de traditionele geneeskunde vaak geroemd om zijn ontstekingsremmende werking. Vooral de schil bevat stoffen zoals xanthonen, antioxidanten die zouden helpen bij het bestrijden van ontstekingen en het versterken van het immuunsysteem. In poedervorm wordt de gedroogde schil soms verkocht als supplement.
Bij huidaandoeningen zoals eczeem en acne wordt in sommige culturen een extract van de schil gebruikt als kompres of in zelfgemaakte crèmes. De werking hiervan is nog niet breed wetenschappelijk onderbouwd, maar gebruikers spreken vaak van verlichting van de klachten.
Ook tegen spijsverteringsproblemen wordt Mangosteen ingezet. In thee of als onderdeel van een afkooksel van de bast wordt het soms gebruikt bij diarree of misselijkheid. Wel is het belangrijk om dit voorzichtig te benaderen, zeker als je medicijnen gebruikt. Raadpleeg bij twijfel altijd een arts.
Mangosteen bewaren
Verse Mangosteen is kwetsbaar. Eenmaal geoogst is hij maar kort houdbaar, zeker als hij rijp is. Je bewaart hem het best koel, maar niet te koud. In de groentelade van de koelkast blijft hij drie tot vijf dagen goed, mits hij nog niet beschadigd is. Een rijpe Mangosteen voelt iets zacht aan en heeft een diep paarse schil.
Als je meerdere exemplaren hebt gekocht en ze niet direct wilt eten, kun je ze beter niet bij elkaar bewaren. Eén rotte vrucht kan de rest snel aantasten. Leg ze los van elkaar op keukenpapier en vermijd vocht.
Geschild vruchtvlees is het beste direct te eten. Als je het per se wilt bewaren, kun je het in een luchtdicht bakje in de koelkast leggen. Voeg eventueel een beetje citroensap toe om verkleuring tegen te gaan. Toch blijft het een vrucht die je liefst op dezelfde dag nog eet.
Invriezen
Mangosteen invriezen kan, maar alleen het vruchtvlees, niet de hele vrucht. Snij de schil open, lepel het vruchtvlees voorzichtig uit en leg de partjes op een bordje of bakpapiertje in de vriezer. Als ze eenmaal bevroren zijn, kun je ze in een zakje of bakje doen. Zo voorkom je dat ze aan elkaar plakken.
Let erop dat bevroren Mangosteen wat zachter wordt bij ontdooien en iets van zijn structuur verliest. De smaak blijft wel behouden, maar je gebruikt hem dan beter in smoothies, sauzen of ijs in plaats van in een salade.
Je kunt bevroren Mangosteen tot ongeveer drie maanden bewaren. Noteer altijd de invriesdatum en gebruik een goed sluitende verpakking om vriesbrand te voorkomen.
Drogen
Drogen van Mangosteen gebeurt vooral met de schil, niet met het vruchtvlees. De schil bevat veel antioxidanten en wordt vaak in poedervorm gebruikt in supplementen of thee. Je snij de schil in dunne reepjes en droogt ze in een voedseldroger of oven op lage temperatuur (rond zestig graden Celsius).
Laat de stukken goed afkoelen voordat je ze luchtdicht verpakt. Bewaar ze droog, donker en koel. Zo blijven ze tot een jaar lang goed. Je kunt ze malen tot poeder of heel laten voor het maken van thee.
Het vruchtvlees drogen is lastiger, omdat het veel vocht bevat en snel bederft. In theorie kun je het vriesdrogen, maar dat is thuis nauwelijks haalbaar. In de praktijk kies je dan liever voor invriezen.
Zelf raspen
Mangosteen raspen is ongebruikelijk, maar het kan wel met de gedroogde schil. Die moet dan echt hard en volledig droog zijn. Je gebruikt een fijne rasp of een vijzel met zeef om er een fijn poeder van te maken. Dit kun je dan als smaakmaker toevoegen aan thee of als decoratie over desserts strooien.
Het vruchtvlees zelf raspen heeft weinig zin, omdat het te zacht is en uit elkaar valt. Het is beter om het in stukjes te snijden of te pureren. Wil je consistent poeder voor supplementen of voor je eigen experimenten, dan is een gedroogde schil uit een gespecialiseerde winkel vaak praktischer.
Let erop dat veel rasp uit winkels van industriële afkomst is, vaak gemengd met vulstoffen. Als je puur wilt werken, kun je beter zelf schillen drogen en raspen.
Alternatieven
Als je geen Mangosteen hebt, zijn er gelukkig genoeg andere vruchten of smaakmakers die enigszins in de buurt komen. Een goed alternatief qua smaak is lychee. De structuur is vergelijkbaar en ook lychee heeft een zachte, zoete smaak met een fris accent. Je gebruikt hem op dezelfde manier, zowel in desserts als salades.
Ook rambutan is een optie, vooral als het om de structuur gaat. Rambutan is iets steviger, maar smaakt mild en combineert goed met kokos en citrus. In sommige recepten is het bijna één op één inwisselbaar.
Voor gerechten waarin je Mangosteen als smaakmaker gebruikt, kun je ook eens experimenteren met perzik of nectarine. Deze vruchten zijn zachter van smaak, maar geven een soortgelijke zoete en lichte toets aan bijvoorbeeld chutneys of frisse toetjes.
Soms wordt Mangosteen ook vervangen door een beetje ananassap, bijvoorbeeld in sauzen of desserts. Ananas is zuurder en dominanter van smaak, dus je gebruikt het best met mate en in combinatie met andere vruchten.
Mangosteen zelf is op zijn beurt ook een vervanger. In recepten waarin men normaal lychee, perzik of zelfs mango gebruikt, kun je met Mangosteen een subtieler, delicater accent geven. Vooral in Aziatische gerechten en desserts met kokos of pandan werkt dit bijzonder goed.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.