Piment is een specerij dat vaak voor verwarring zorgt. Het lijkt qua naam op iets pittigs, zoals een chilipeper, maar dat is het beslist niet. Piment komt van de gedroogde bes van de pimentboom, die oorspronkelijk uit het Caribisch gebied komt. In de volksmond noemen we het ook wel ‘allspice’, omdat de smaak doet denken aan een mix van kruidnagel, nootmuskaat en kaneel. Toch is het één enkele specerij, met een uitgesproken warm, kruidig aroma dat je keuken in één keer een diepgang kan geven die je niet snel met iets anders bereikt.
De geur doet denken aan stoofpotten van vroeger. Het is het soort kruid dat je meteen herkent als het in de pan zit, zonder dat je precies kunt aanwijzen wat het is. Dat maakt het zo interessant. Je hebt er maar een beetje van nodig om een hele pan op smaak te brengen. Vaak is het de stille kracht in gerechten waarvan je niet wist waarom ze zo lekker waren. Het wordt gebruikt in de Jamaicaanse keuken, maar ook in Midden-Europese recepten zoals worst, wild en zelfs gebak.
Wat piment bijzonder maakt, is de balans tussen warmte en frisheid. Het heeft iets zoetigs zonder zoet te zijn, iets rokerigs zonder echt te roken. In zelfgemaakte worst of paté zorgt het voor die kenmerkende vleessmaak, terwijl het in zoet gebak juist een warme ondertoon geeft. Je kunt het heel gebruiken, bijvoorbeeld bij het inmaken, of fijngemalen als onderdeel van een specerijenmengsel.
Het is niet iets wat je zomaar overal tegenkomt in de supermarkt, en dat maakt het tot een ingrediënt waar je bewust naar op zoek gaat. En als je het eenmaal in huis hebt, wil je het blijven gebruiken. Het is één van die specerijen die stilletjes aan een vaste plek in je keuken verovert.
Hoe gebruiken?
Piment is ongelooflijk veelzijdig in gebruik. Je kunt het malen en gebruiken in marinades voor vleesgerechten, zoals lamsbout of runderschenkel. In stoofpotten komt het echt tot zijn recht: het haalt de volle smaken van vlees, ui en wortel op en geeft ze een warme diepte. Ook in gehakt, bijvoorbeeld voor zelfgemaakte gehaktbrood of ballen, doet een snufje wonderen.
In de zoete keuken kun je het toevoegen aan koekjesdeeg, kruidkoek of appeltaart. Het versterkt de smaken van kaneel en nootmuskaat en geeft gebak een licht kruidige twist. In combinatie met gember of sinaasappelrasp zorgt het voor een warme, volle smaak die je vaak terugziet in kerstgebak.
Salades zijn misschien niet het eerste waaraan je denkt bij piment, maar toch kun je gemalen piment ook gebruiken in een vinaigrette. Meng een beetje met azijn, mosterd en olie voor een dressing die het goed doet bij linzen, gegrilde groente of zelfs een salade met gerookte kip. Het geeft net dat beetje extra dat een simpele salade bijzonder maakt.
Ook in soepen werkt het verrassend goed. Vooral in stevige, winterse soepen zoals erwtensoep of linzensoep kan een klein beetje bijdragen aan een vollere, rondere smaak. Voeg het dan niet op het einde toe, maar laat het meekoken met de bouillon. De smaak trekt dan mooi in alle ingrediënten.
Medicinale toepassingen
Piment wordt in de volksgeneeskunde al lang gebruikt. De etherische olie die in de bessen zit, zou een milde verdovende werking hebben. Daarom werd het vroeger gebruikt tegen kiespijn, net zoals kruidnagelolie. Een watje met een beetje olie van piment op de pijnlijke plek gaf verlichting.
Verder zou het ook een gunstige invloed hebben op de spijsvertering. Het kruid stimuleert de maag en darmen om harder te werken, wat het een goed hulpmiddel maakt bij zware of vette maaltijden. Denk aan die stoofpotten waar piment in zit: het is niet alleen lekker, maar helpt je lijf ook om het eten beter te verwerken.
Sommige mensen gebruiken de specerij als ondersteuning bij verkoudheid of griep. De warme geur en smaak zouden een kalmerend effect hebben op de luchtwegen en kunnen helpen bij vastzittende hoest. Het is dan niet zozeer een genezende werking, maar eerder een verzachtende ondersteuning bij ongemakken.
Piment bewaren
Verse pimentbessen, als je die kunt krijgen, bewaar je het best op een droge, koele plaats, uit de buurt van zonlicht. Een afgesloten pot op een donkere plank is ideaal. De bessen blijven zo wel een jaar goed. Let op dat je ze niet in een vochtige ruimte bewaart, want dan kunnen ze gaan schimmelen.
Gemalen piment verliest sneller zijn kracht. Na ongeveer zes maanden merk je dat het aroma begint af te nemen. Daarom kun je beter hele bessen kopen en ze pas malen als je ze nodig hebt. Zo houd je de smaak optimaal. Gebruik een vijzel of een goed koffiemolentje voor het malen.
In glazen potjes met een goed afsluitbare deksel kun je piment makkelijk tussen andere kruiden zetten. Zorg er wel voor dat het potje schoon en droog is. Soms kun je de potjes ook vacuüm trekken met een handpomp, dat verlengt de houdbaarheid.
Invriezen
Piment invriezen is niet gebruikelijk, maar het kan wel. Vooral als je verse, hele bessen hebt, kun je die invriezen om de houdbaarheid te verlengen. Was de bessen eerst, droog ze goed af en doe ze in een diepvriesdoosje of -zakje. Label het met de datum en leg het achterin de vriezer.
Bevroren piment blijft tot een jaar goed. Ontdooi het niet volledig als je het nodig hebt, maar rasp of maal het half bevroren. Dat werkt verrassend goed en behoudt de geur.
Let op dat je gemalen piment liever niet invriest. Door het vocht in de vriezer kan het klonteren of zijn smaak verliezen. Hele bessen zijn beter bestand tegen de vrieskou en behouden hun olieachtige inhoud.
Drogen
Als je verse pimentbessen zelf wilt drogen, kun je ze op een rekje leggen op een warme, droge plek. Zet ze niet in de volle zon, want dan kunnen ze hun kleur en smaak verliezen. Beter is een goed geventileerde ruimte, bijvoorbeeld op zolder of in een droogkast.
Het drogen duurt een paar dagen tot een week, afhankelijk van de luchtvochtigheid. Je merkt dat ze droog genoeg zijn als ze hard aanvoelen en een beetje rammelen als je er een paar in een potje doet.
Na het drogen kun je ze het best bewaren in een glazen pot met schroefdeksel. Wil je extra zekerheid tegen vocht? Doe er een klein zakje ongekookte rijst bij in het potje, dat absorbeert eventuele damp.
Alternatieven
Als je geen piment in huis hebt, kun je zelf een mengsel maken van kruidnagel, kaneel en nootmuskaat. Gebruik dan van elk een derde deel. Zo kom je redelijk in de buurt van de smaak van piment, al zal het nooit helemaal hetzelfde zijn.
Ook foelie kan een beetje van het warme karakter nabootsen. Het is minder scherp, maar wel geurig en zacht. Gebruik het bijvoorbeeld in koekjes of ragout, waar de pittigheid niet onmisbaar is.
In hartige gerechten zoals chili of gehakt kun je experimenteren met laurierblad en een beetje komijn. Deze combinatie heeft een diepe, aardse smaak die piment gedeeltelijk vervangt. Het resultaat is net iets anders, maar zeker de moeite waard.
Het is zelf ook een goed alternatief voor kruidenmengsels. In plaats van speculaaskruiden of koekkruiden kun je ook een snufje gebruiken. Het resultaat is wat eenvoudiger, maar soms wil je ook net iets minder complex.
Tot slot kun je bij gebrek aan piment ook Jamaicaanse jerk kruiden gebruiken. Daar zit vaak piment in verwerkt, samen met andere kruiden. Let dan wel op dat je niet te veel toevoegt, want deze mengsels zijn vaak sterker dan je denkt.
Laat het weten als je ook het recept voor een zelfgemaakt pimentmengsel of een specerijenmix met piment erin wilt, dan maak ik dat ook voor je.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.







