Pitaja, dat is het woord dat je in gedachten houdt zodra je dat levendige, exotische fruit met zijn felle schil en zachte binnenkant in je handen hebt. Pitaja wordt ook wel drakenfruit of drakenvrucht genoemd, en komt oorspronkelijk uit Midden- en Zuid-Amerika, maar het wordt tegenwoordig ook in Aziatische landen geteeld. De buitenkant ziet eruit alsof het uit een sprookje komt, met groene schubachtige uitsteeksels, en vanbinnen vind je sappig vruchtvlees vol kleine zwarte pitjes. De kleur varieert van wit tot diep paarsroze, afhankelijk van de soort.
Wat veel mensen aantrekt in pitaja is de zachtheid van de textuur. Het is niet knapperig zoals een appel of stevig zoals een mango, maar eerder romig en sappig. Het heeft een subtiele zoetheid die ergens tussen peer en kiwi in zit. Je moet het fruit echt proeven om te begrijpen hoe zacht en verfrissend het is. Je lepel glijdt er moeiteloos doorheen en elke hap geeft een lichte verkoeling. Dat maakt pitaja niet alleen geschikt als los fruit, maar ook als ingrediënt in frisse salades of desserts.
Er is ook iets meditatiefs aan het bereiden van pitaja. Het opensnijden, het uitlepelen, het toevoegen aan een gerecht. Je moet er even voor gaan zitten, even je aandacht erbij houden. En dan heb je iets in handen wat je niet snel terugvindt in doorsnee fruit. Het heeft niet alleen een exotische uitstraling, maar ook een heel eigen karakter. Je herkent het aan de geur, de textuur en het zachte mondgevoel.
In een wereld vol appels en bananen is pitaja een welkome afwisseling. Niet alleen voor de smaak, maar ook om te experimenteren met nieuwe recepten of om je kinderen kennis te laten maken met andere smaken dan die uit de supermarkt. Pitaja nodigt uit tot spelen. Met kleur, met structuur, met smaak. En dat maakt het fruit niet alleen interessant voor thuiskoks, maar ook voor wie bewust bezig is met voeding.
Hoe gebruiken?
Je kunt drakenfruit op verschillende manieren gebruiken, afhankelijk van wat je in de keuken wilt bereiken. De meest voor de hand liggende manier is om het vruchtvlees gewoon uit te lepelen. Snijd de vrucht doormidden en lepel de binnenkant eruit. Dat kun je zo eten als tussendoortje, maar je kunt het ook door yoghurt roeren of als garnering op een smoothie bowl leggen.
In salades zorgt het voor een frisse, lichtzoete toets die goed combineert met rucola, komkommer en limoen. Omdat het vruchtvlees zacht is, moet je wel oppassen dat je het pas op het einde toevoegt, anders wordt het snel te slap. Een dressing van sesamolie, limoensap en een beetje honing past hier perfect bij.
In soepen zie je deze drakenvruchten minder vaak terug, maar in koude vruchtensoepen doet het het verrassend goed. Je kunt er bijvoorbeeld een verfrissende gazpacho van maken met watermeloen, munt en een beetje chilipeper. De pitaja zorgt dan voor de romigheid en de zachte fruitige smaak, zonder te overheersen.
Voor gebak of desserts is het haast een droom. Je kunt het pureren en mengen in een cheesecake, je kunt het als topping gebruiken op panna cotta, of je maakt er een kleurrijke gelei van. Doordat het een neutrale, frisse smaak heeft, combineert het goed met vanille, kokos, citroen of witte chocolade. Ook in ijs of sorbet komt het fruit goed tot z’n recht.
Medicinale toepassingen
Pitaja staat bekend als een fruitsoort die weinig calorieën bevat, maar toch rijk is aan voedingsstoffen. De aanwezigheid van antioxidanten zoals betalainen helpt het lichaam om vrije radicalen af te voeren. Dat zou kunnen bijdragen aan een lagere ontstekingsgevoeligheid, vooral bij mensen met chronische klachten zoals artritis of eczeem.
De kleine zwarte pitjes in het vruchtvlees bevatten omega 3-vetzuren, en dat maakt drakenvruchten interessant voor mensen die hun cholesterolwaarden op natuurlijke wijze willen beïnvloeden. Ook wordt het fruit soms aanbevolen bij mensen met diabetes type 2, omdat het een lage glycemische index heeft en weinig effect heeft op de bloedsuikerspiegel.
Verder is pitaja mild laxerend. Niet heftig, maar wel ondersteunend bij mensen die een trage spijsvertering hebben. Omdat het veel vezels bevat, stimuleert het de darmen en draagt het bij aan een regelmatige stoelgang. In de volksgeneeskunde van Latijns-Amerika werd pitaja dan ook al lang gebruikt als ondersteunend middel bij darmklachten.
Tot slot wordt gezegd dat pitaja ook bijdraagt aan een betere huidconditie. Niet alleen door het eten, maar ook door het vruchtvlees direct op de huid aan te brengen als een verkoelend masker. De combinatie van vocht, vitamines en antioxidanten zou kunnen helpen bij een droge of geïrriteerde huid.
Pitaja bewaren
Verse pitaja kun je het beste bewaren op een koele plek buiten de koelkast zolang de vrucht nog niet helemaal rijp is. Zodra je merkt dat de vrucht een beetje meegeeft als je erop drukt, kun je hem beter in de koelkast leggen. Daar blijft hij nog vier tot zes dagen goed. Leg hem bij voorkeur in de groentelade, waar de temperatuur iets stabieler is.
Als je het drakenfruit al hebt opengesneden, dan moet je het vruchtvlees in een goed afgesloten bakje doen. In de koelkast blijft dit nog twee tot drie dagen lekker. Zorg er wel voor dat je het snel gebruikt, want eenmaal blootgesteld aan lucht wordt het snel waterig en minder smaakvol.
Je kunt ook overwegen om het vruchtvlees direct te verwerken in een recept of om te pureren en in ijsblokvormpjes te gieten. Zo heb je kleine porties pitaja die je later in smoothies of dranken kunt gebruiken. Dat is vooral handig als je fruit tegen het einde van de houdbaarheid aan zit.
Invriezen
Om drakenfruit in te vriezen, begin je met het schoonmaken van de vrucht. Snijd de schil eraf en snij het vruchtvlees in blokjes. Leg deze eerst los op een bord of bakplaat in de vriezer. Zo voorkom je dat ze aan elkaar plakken. Na een paar uur kun je ze overscheppen in een diepvriesdoos of zakje.
Wil je pitaja gebruiken voor smoothies of ijs, dan kun je het ook eerst pureren. Giet de puree in ijsblokvormpjes en vries deze in. Daarna bewaar je de blokjes in een goed afgesloten zak. Dat maakt het gebruik extra makkelijk, want je kunt steeds precies de hoeveelheid nemen die je nodig hebt.
Diepgevroren pitaja is tot wel acht maanden houdbaar, mits het goed verpakt is. Gebruik bij voorkeur diepvrieszakken met zip of vacumeerzakken. Let wel op: na het ontdooien is de structuur wat slapper, dus gebruik het niet in gerechten waar je een stevige textuur nodig hebt.
Drogen
Drogen is een iets bewerkelijker klus, maar zeker de moeite waard als je zelfvoorzienend wilt werken. Snijd het vruchtvlees in dunne plakjes en leg deze op een droogrekje of in een droogoven. De temperatuur mag niet hoger zijn dan 55 graden Celsius. Laat de plakjes minimaal 10 uur drogen.
Als je geen droogoven hebt, kun je de vruchten ook in een gewone oven drogen op de laagste stand, met de deur op een kier. Dit duurt wel langer en je moet erbij blijven om aanbranden te voorkomen. Draai de plakjes halverwege om voor een gelijkmatige droging.
Gedroogde pitaja kun je goed bewaren in een glazen pot met deksel. Let op dat er geen vocht bij komt. De gedroogde stukjes kun je toevoegen aan ontbijtgranen, muesli, of je kunt ze weken in water en in gebak verwerken. De smaak wordt iets geconcentreerder en zoeter tijdens het drogen.
Zelf raspen
Raspen van pitaja is niet gangbaar zoals bij gember of wortel. Toch kan het zinvol zijn in bepaalde gerechten. Als je pitaja in bevroren toestand hebt, kun je die over een rasp halen voor decoratie op taart of in desserts. Let wel op dat je een grove rasp gebruikt en niet te veel kracht zet, want het vruchtvlees is zacht.
Een alternatief is om een zeer rijpe pitaja eerst in te vriezen en daarna te raspen met een microplane of fijne rasp. Zo krijg je fijne kristallen pitaja die je kunt gebruiken als smaakaccent op koude gerechten of als ijskoude topping op fruitsalades.
Voor wie pitaja regelmatig nodig heeft in deze vorm, is het handiger om porties in te vriezen en te pureren, zodat je het niet hoeft te raspen. In de praktijk is raspen vooral een creatieve toepassing en zeker niet de standaard. Kopen in poedervorm of als puree is dan een beter idee, als je het vooral als kleurstof of smaakmaker wilt gebruiken.
Alternatieven
Als je geen pitaja in huis hebt, zijn er enkele vruchten die qua textuur en smaak in de buurt komen. Kiwi is een voor de hand liggende vervanger. De zachte structuur en lichtzure smaak geven een vergelijkbaar effect in smoothies en fruitsalades. Let wel op: kiwi is iets scherper van smaak.
Een andere optie is papaja. Die is iets zachter en minder uitgesproken van smaak, maar heeft dezelfde romige beet. In combinatie met citrus of limoen krijg je een soortgelijk verfrissend effect. Ook papaja past goed bij kokos of yoghurt en is geschikt voor desserts en salades.
In gebak kun je mango als alternatief gebruiken. Mango is zoeter en voller van smaak, maar qua structuur komt het goed overeen met pitaja. Vooral in taarten en ijs kun je mango gebruiken zonder dat je veel verschil merkt in mondgevoel.
Wil je een alternatief dat meer crunch geeft, dan kun je denken aan peer. Peer mist de tropische uitstraling, maar geeft wel een sappige, zachte textuur aan gerechten. Vooral in combinatie met noten of blauwe kaas is peer een prima vervanger.
Tot slot is pitaja zelf ook een alternatief. In recepten waar normaal framboos of aardbei wordt gebruikt, kun je pitaja inzetten voor een neutralere, minder zoete smaak. Zeker in warme gerechten of compotes zorgt het voor balans zonder te overheersen. Zo gebruik je het fruit niet alleen als vervanger, maar ook als aanvulling in je keukenarsenaal.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.
Ik vind drakenfruit er altijd zo mooi uitzien, maar heb het nog nooit geproefd.