Pompoenzaden zijn de eetbare pitten die je in het hart van een pompoen vindt. Ze worden vaak achteloos weggeschept bij het uitsnijden van een pompoen, terwijl juist deze zaden een krachtige voedingsbron zijn. In veel keukens worden ze geroosterd en verwerkt in gerechten, maar ook rauw of gedroogd zijn ze prima te gebruiken. Ze zijn licht nootachtig van smaak en geven gerechten een aangename bite.
Wat veel mensen niet weten, is dat pompoenzaden al eeuwenlang worden gewaardeerd. In Midden- en Zuid-Amerika werden ze door de oorspronkelijke bevolking niet alleen als voedsel gebruikt, maar ook als medicinaal middel. Die traditie leeft voort, want tegenwoordig worden ze weer volop ingezet in gezonde diëten en als plantaardige bron van eiwitten en vetzuren.
Een handvol zaden bevat naast vezels ook zink, magnesium, ijzer en antioxidanten. Het is dus niet alleen iets knapperigs voor over de soep, maar echt een waardevolle toevoeging aan je dagelijkse voeding. Vooral als je zelf pompoenen kweekt, is het zonde om die zaden niet te benutten. Het roosteren ervan is eenvoudig, en ze blijven lang houdbaar.
Wie van zelfvoorzienend leven houdt, vindt in pompoenzaden een perfect product om niets van een groente verloren te laten gaan. Je gebruikt de pompoen in de soep of ovenschotel, en de zaden verwerk je apart. Zo wordt er niets verspild en krijg je dubbel plezier van één groente.
Hoe gebruiken?
Pompoenzaden kun je op verschillende manieren in de keuken verwerken. Een van de bekendste manieren is door ze te roosteren en als snack te eten. Je kunt ze ook mengen met noten en gedroogd fruit voor een voedzame trailmix. Veel mensen strooien ze over de yoghurt of havermout in de ochtend, zodat je ontbijt net wat meer structuur en voedingswaarde krijgt.
In salades zorgen ze voor een extra bite. Denk aan een lauwwarme salade met linzen, zoete aardappel en feta, afgewerkt met geroosterde pompoenzaden en een honing-mosterd dressing. De licht nootachtige smaak van de zaden combineert uitstekend met groente en zachte kazen. Ook in couscousgerechten of buddha bowls doen ze het goed.
Soepen en stoofpotten kunnen met pompoenzaden een lekkere crunch krijgen. Een klassieke pompoensoep met kokosmelk en kerriepoeder wordt net even interessanter met een schepje geroosterde zaden erop. Ook in een romige aardappel-preisoep of een herfstige bospaddenstoelensoep doen ze het verrassend goed.
Tot slot kun je ze verwerken in zelfgebakken brood, crackers of granolarepen. Maal ze eventueel grof of laat ze heel, afhankelijk van de structuur die je zoekt. Ze geven niet alleen smaak en bite, maar verrijken je gebak ook met extra voedingsstoffen.
Medicinale toepassingen
Pompoenzaden staan bekend om hun hoge gehalte aan zink en magnesium, wat gunstig is voor het immuunsysteem en spierfunctie. In de fytotherapie worden ze vaak ingezet bij milde blaas- en prostaatproblemen. Vooral mannen vanaf middelbare leeftijd kunnen baat hebben bij het regelmatig eten van deze zaden.
Daarnaast bevatten ze antioxidanten en plantaardige vetzuren die ontstekingsremmend werken. Mensen met gewrichtsklachten of een verhoogd risico op hart- en vaatziekten kunnen er dus voordeel uit halen. Ook vrouwen in de overgang zouden baat kunnen hebben bij het eten van deze zaden, dankzij de fyto-oestrogenen.
In traditionele geneeskunde worden pompoenzaden soms gebruikt als een mild ontwormend middel. Vooral bij kinderen wordt soms gekozen voor een natuurlijke aanpak met fijngemalen pompoenzaden in combinatie met honing of yoghurt.
Pompoenzaden bewaren
Vers geoogste pompoenzaden moeten eerst goed worden schoongemaakt en gedroogd voordat je ze kunt bewaren. Verwijder alle restjes vruchtvlees, spoel ze goed af onder koud water en droog ze grondig met een schone doek of keukenpapier. Laat ze vervolgens een paar dagen drogen op een warme plek.
Na het drogen kun je ze het best bewaren in een goed afgesloten glazen pot of metalen blik, op een donkere, droge plek. Vermijd vocht en direct zonlicht, want dat versnelt het ranzig worden van de olie in de zaden. Bewaar ze liever niet in plastic zakjes, daar kan condens in ontstaan.
Als je geroosterde zaden hebt gemaakt, kun je die in een luchtdichte pot ongeveer een maand bewaren op kamertemperatuur. In de koelkast gaan ze nog wat langer mee, maar ze verliezen dan wel wat van hun knapperigheid.
Invriezen
Pompoenzaden kun je rauw invriezen. Spreid ze na het schoonmaken en drogen uit op een bakplaat, zodat ze niet aan elkaar plakken. Vries ze zo een uurtje in en doe ze daarna in een diepvriesdoos of zak. Zo kun je ze makkelijk per portie gebruiken.
In de vriezer blijven rauwe zaden zeker zes maanden goed, als ze droog en luchtdicht verpakt zijn. Ontdooien hoeft meestal niet, je kunt ze direct verwerken in gebak, roosteren of door de granola mengen. Let wel op dat je ze niet meer nat maakt, want dan verliezen ze textuur.
Rooster je de zaden voordat je ze invriest, zorg er dan voor dat ze volledig afgekoeld zijn. Laat ook dan het vocht volledig verdwijnen, zodat ze niet zacht of taai worden in de vriezer.
Drogen
Om pompoenzaden te drogen, spoel je ze eerst schoon en leg je ze uitgespreid op een schone theedoek. Laat ze een paar dagen op een warme, goed geventileerde plek staan. Keer ze regelmatig om zodat ze gelijkmatig drogen en geen schimmel ontstaat.
Je kunt ook een voedseldroger gebruiken. Spreid de zaden uit op de bakplaat van het apparaat en stel het in op ongeveer vijftig graden Celsius. Binnen een uur of zes zijn ze helemaal droog. Bewaar ze daarna luchtdicht in een pot of blik, bij voorkeur op een donkere plek.
In de oven drogen kan ook, mits je een lage temperatuur aanhoudt. Zet de oven op vijftig graden Celsius en laat de deur op een kier. Na drie tot vier uur zijn ze goed droog, afhankelijk van de hoeveelheid en dikte van de zaden.
Roosteren
Pompoenzaden roosteren geeft ze een rijke, nootachtige smaak en een fijne knapperige textuur. Verwarm de oven voor op honderdzestig graden Celsius. Meng de zaden met een beetje olijfolie en eventueel een snufje zout of kruiden naar smaak.
Spreid ze uit over een bakplaat met bakpapier en rooster ze tien tot vijftien minuten. Schep halverwege om zodat ze gelijkmatig garen. Laat ze afkoelen op een rooster en bewaar ze in een goed afsluitbare pot.
Roosteren doe je niet alleen voor de smaak, het helpt ook om ze langer houdbaar te maken. Bovendien wordt de schil zachter en beter verteerbaar. Voor wie niet van de rauwe smaak houdt, is roosteren dus de ideale manier.
Pompoenzaden kweken
Wil je zelf pompoenzaden kweken, begin dan met het kweken van pompoenen. In het voorjaar zaai je de zaden binnenshuis voor, bijvoorbeeld in een potje op de vensterbank. Gebruik verse, voedzame potgrond en geef regelmatig water zonder dat de wortels nat blijven staan.
Na de ijsheiligen kun je de jonge planten buiten uitplanten in volle grond of in een grote kuip. Pompoenen houden van veel zon en ruimte. Zorg dus dat je ze op een open plek zet met minstens één meter ruimte tussen de planten.
Geef regelmatig compost of vloeibare mest, vooral als de eerste bloemen verschijnen. Let op voor slakken en vraat, jonge planten zijn kwetsbaar. Na een paar maanden verschijnen er grote vruchten, meestal tegen het einde van de zomer.
Wanneer je de pompoenen oogst, laat je ze goed uitharden in de zon of in een droge schuur. Snij ze daarna open en schep de zaden eruit. Spoel ze goed af, droog ze grondig en bewaar ze voor gebruik of opnieuw zaaien.
Ook op de vensterbank kun je pompoen kweken, mits je een zeer grote pot en voldoende licht hebt. De opbrengst zal kleiner zijn, maar het is leuk en leerzaam, zeker voor kinderen.
Alternatieven
Als je geen pompoenzaden in huis hebt, kun je zonnebloempitten gebruiken. Ze lijken qua structuur en smaak redelijk op elkaar en zijn net zo veelzijdig. Ook geroosterde sesamzaadjes zijn een prima alternatief, vooral in Aziatische gerechten of op brood.
Voor wie de zaden niet goed verdraagt of allergisch is, zijn pijnboompitten of gehakte noten een optie. Let wel op bij het bakken, sommige noten verbranden sneller dan zaden. Kies bij voorkeur ongezouten noten zoals cashew of amandel.
Pompoenzaden zijn zelf ook een goed alternatief voor croutons in soep of salade, zeker voor wie glutenvrij wil eten. Ze geven net zo veel crunch, maar zijn lichter verteerbaar en voedzamer.
In kruidenmengsels waarin normaliter noten of pitten worden gebruikt, zoals dukkah, kun je pompoenzaden als basis gebruiken. Ze malen goed fijn en combineren mooi met komijn, koriander en paprikapoeder.
Tot slot, als je pompoenzaden vooral om hun voedingswaarde eet, kun je ook denken aan lijnzaad of chiazaad. Deze hebben ook veel vezels, omega 3 vetzuren en mineralen, al gebruik je ze anders in de keuken.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.








Vorig jaar had ik best veel pompoenen uit de tuin. Ik heb toen voor het eerst ook de pitten klaargemaakt in de oven volgens een recept dat ik online vond. Ik had niet echt hoge verwachtingen maar wat waren ze heerlijk!!