Port Salut

Port Salut is een Franse kaas die zacht aanvoelt, smeuïg is van binnen en een milde smaak heeft die bijna iedereen weet te waarderen. Het is geen kaas die schreeuwt om aandacht, maar juist een die in stilte zijn plek opeist op de kaasplank of tussen een sneetje brood. De naam klinkt misschien als iets uit een klassieke Franse film, maar deze kaas heeft een heel eigen verhaal dat teruggaat tot in kloosters van de negentiende eeuw.

Wat meteen opvalt aan Port Salut is de herkenbare oranje korst, die zacht en eetbaar is. Daaronder schuilt een romige kern die goed smelt in de mond. Die zachtheid is geen toeval: de kaas wordt gemaakt van gepasteuriseerde koemelk en rijpt in relatief korte tijd. Daardoor behoudt hij zijn milde karakter, zonder de scherpe kantjes die je bij andere kazen soms tegenkomt.

Veel mensen kiezen Port Salut vanwege de toegankelijke smaak. Kinderen houden ervan, maar ook volwassenen waarderen de subtiele romigheid. Het is een kaas die zelden overheerst en zich juist makkelijk laat combineren met allerlei andere ingrediënten. Denk aan noten, fruit, ham of een klein beetje honing. Hij voelt zich zowel thuis op een toastje als gesmolten over een ovenschotel.

De oorsprong ligt in Frankrijk, maar Port Salut is inmiddels in heel Europa geliefd. In Nederland ligt hij in bijna elke supermarkt, vaak vacuüm verpakt om de smaak te behouden. Wie een zachtere kaas zoekt voor alledaags gebruik of voor iets speciaals op tafel, komt snel bij Port Salut uit.

Hoe gebruiken?

Port Salut kun je op verschillende manieren inzetten in de keuken. Op brood komt hij perfect tot zijn recht, vooral als je hem even onder de grill legt. De kaas smelt dan mooi, zonder te druipen, en geeft je een warme, romige hap die goed samengaat met geroosterd brood, tomaat of gegrilde paprika. Ook op een kaasplank doet hij het goed naast een jonge geitenkaas of een rijpe brie.

In salades kun je kleine blokjes Port Salut gebruiken als tegenhanger van iets fris of knapperigs. Denk aan veldsla met walnoten en appel, waar de zachte kaas net dat beetje balans geeft. Ook in een pastasalade met olijven, rucola en zongedroogde tomaten werkt Port Salut goed. Door zijn zachtheid breekt hij het pittige net genoeg af, zonder dat het saai wordt.

Voor warme gerechten is Port Salut uitermate geschikt om te smelten. Denk aan gratins, ovenschotels met aardappel, prei of witlof. Hij smelt zonder te schiften, wat niet elke kaas lukt. In een soep, bijvoorbeeld een romige courgettesoep, kun je vlak voor het serveren een klein stukje kaas in de kom leggen. De hitte laat hem langzaam smelten en zorgt voor een fluweelzachte nasmaak.

Tot slot kun je Port Salut ook verwerken in hartige taarten of quiches. Samen met ui, spek en bijvoorbeeld spinazie zorgt hij voor een zachte, bijna fluwelige vulling. Ook in bladerdeeghapjes of croissants doet hij het goed, vooral in combinatie met ham of gerookte kipfilet.

Medicinale toepassingen

Hoewel Port Salut geen medicijn is, zitten er toch enkele eigenschappen aan die gunstig kunnen zijn. Zo bevat hij calcium, wat belangrijk is voor sterke botten en tanden. Voor mensen die moeite hebben met harde kazen of scherpe smaken, is dit een zachte manier om toch aan die voedingsstoffen te komen.

Daarnaast bevat Port Salut vitamine B12, een belangrijke stof voor de aanmaak van rode bloedcellen en voor het goed functioneren van het zenuwstelsel. Vooral vegetariërs die geen vlees eten, kunnen hier baat bij hebben, aangezien kaas een van de weinige dierlijke bronnen van B12 is buiten vlees om.

Verder is de kaas relatief zoutarm vergeleken met veel harde kazen. Voor mensen die op hun zoutinname moeten letten, bijvoorbeeld bij een hoge bloeddruk, kan Port Salut een vriendelijkere keuze zijn. Toch blijft het natuurlijk een melkproduct met vetten, dus ook hier geldt: met mate genieten.

Port Salut bewaren

Versheid is bij een zachte kaas als Port Salut van groot belang. Als je de kaas in een originele, vacuüm verpakte verpakking koopt, kun je hem tot enkele weken in de koelkast bewaren. Zodra de verpakking open is, begint de kaas sneller te ademen en rijpen. Dat betekent dat hij zachter wordt en dat de smaak iets intenser kan worden.

Het is dan ook belangrijk om hem in vetvrij papier of in een kaaspapiertje te bewaren, eventueel met een ademend plastic kaasje eromheen. Gebruik liever geen vershoudfolie, omdat dat de kaas laat zweten, wat ten koste gaat van de textuur en smaak.

Leg de Port Salut niet op de koudste plek in de koelkast, maar liever in het midden, rond de vier tot zes graden. Zo voorkom je dat hij te hard wordt of uitdroogt. Bewaar hem ook niet te dicht bij sterk ruikende producten zoals ui of vis, want kaas neemt geuren snel op.

Invriezen

Hoewel Port Salut in theorie ingevroren kan worden, is het niet de ideale kaas om in te vriezen. Door het hoge vochtgehalte verandert de structuur na het ontdooien. De kaas wordt vaak wat korreliger en verliest zijn smeuïgheid.

Wil je toch invriezen, snijd dan porties van ongeveer honderd gram, wikkel deze in vetvrij papier en daarna in aluminiumfolie. Stop ze in een diepvrieszakje en zorg dat je de datum opschrijft. In de vriezer kun je de kaas ongeveer twee maanden bewaren.

Ontdooien doe je bij voorkeur langzaam in de koelkast, gedurende twaalf tot vierentwintig uur. Daarna kun je de kaas het beste gebruiken in warme gerechten, zoals ovenschotels of sauzen. Voor op brood of in salades is hij na het invriezen minder geschikt.

Zelf raspen

Port Salut raspen gaat wat lastiger dan bij een harde kaas. De zachte structuur zorgt ervoor dat hij snel blijft plakken aan de rasp. Wil je hem toch raspen, leg de kaas dan eerst een kwartier in de vriezer. Daarna is hij iets steviger en makkelijker te verwerken.

Gebruik bij voorkeur een grove rasp, omdat een fijne rasp de kaas snel doet breken of pletten. Rasp rustig en in één richting om te voorkomen dat je sliertjes krijgt die in klontjes aan elkaar plakken.

Je kunt ook kant-en-klare geraspte zachte kazen kopen, maar die zijn vaak gemengd met andere soorten en bevatten antiklontermiddelen. Als je voor smaak en puurheid gaat, is zelf raspen van Port Salut ondanks het werk toch vaak de betere keuze.

Alternatieven

Als je geen Port Salut hebt, zijn er verschillende kazen die een vergelijkbare zachte structuur en milde smaak hebben. Denk bijvoorbeeld aan Saint-Paulin, een Franse kaas die bijna als tweelingbroer van Port Salut kan doorgaan. Ook een jonge Brie of een zachte Goudse kaas kan in veel gevallen dienstdoen als vervanger.

Voor mensen die liever iets plantaardigs gebruiken, bestaan er tegenwoordig ook zachte vegan kazen op basis van cashewnoten of kokosolie. Deze hebben niet exact dezelfde smaak, maar wel een vergelijkbare textuur en smeltgedrag.

Omgekeerd wordt Port Salut zelf ook vaak als alternatief ingezet voor kazen met een uitgesproken smaak, zoals camembert of blauwe kaas. Zeker als er kinderen mee-eten of als je een gerecht niet te heftig wilt maken, is Port Salut een goede middenweg.

In warme gerechten kun je ook mozzarella gebruiken als vervanger. Die smelt goed en is neutraal van smaak, maar heeft wel een heel andere structuur. Voor salades is feta een optie, al heeft die juist weer meer pit.

Tot slot zijn er mensen die Port Salut vervangen door een zachte geitenkaas, zeker als ze op zoek zijn naar iets met net wat meer karakter, maar nog steeds mild genoeg om breed inzetbaar te zijn. Het hangt dus echt af van het gerecht en van je eigen voorkeur of je voor een romige koeienkaas kiest, of voor een alternatief dat net iets meer uitgesproken is.

Wilhelmus Hengstmengel

Wilhelmus Hengstmengel

Auteur en kok

Wilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.

Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.

Aanbevolen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *