Prosciutto crudo is een Italiaanse rauwe ham die eeuwenoude traditie, vakmanschap en eenvoud combineert in één dun gesneden plakje. Het is geen gekookt vlees, maar een natuurlijk gerijpte ham die maandenlang aan de lucht heeft gehangen. Dat geeft het zijn kenmerkende zoute smaak, de diepe vleestoon, en een textuur die tegelijk stevig en bijna smeltend kan zijn. Wat het bijzonder maakt, is niet alleen de smaak, maar ook de manier waarop het gemaakt wordt: met tijd, zout en zorg. Geen ingewikkelde processen, maar puur geduld en respect voor het product.
Er zijn verschillende soorten Prosciutto crudo, afhankelijk van de regio waar het vandaan komt. Bekende varianten zijn bijvoorbeeld Prosciutto di Parma en Prosciutto di San Daniele. Elk met zijn eigen aroma, afhankelijk van het microklimaat waarin het heeft gerijpt. De ham wordt meestal gemaakt van achterpoten van het varken, die ingewreven worden met zeezout en vervolgens maanden tot zelfs jaren rijpen in goed geventileerde ruimtes. De tijd en luchtvochtigheid zijn hierbij cruciaal. Geen toegevoegde stoffen, geen rook of specerijen: het draait volledig om het natuurlijke rijpingsproces.
Wat Prosciutto crudo aantrekkelijk maakt in de keuken, is dat het veelzijdig inzetbaar is. Het past zowel bij een eenvoudig broodje als in een geraffineerd voorgerecht. Je kunt het rauw serveren op een plankje bij een glas wijn, maar ook gebruiken als smaakmaker in warme gerechten. Dankzij de intense smaak heb je er niet veel van nodig om een gerecht karakter te geven. Bovendien is het lang houdbaar als het goed bewaard wordt, wat het in elke koelkast of kelder tot een waardevolle toevoeging maakt.
Het ambacht dat achter Prosciutto crudo zit, verdient respect. Je proeft letterlijk de seizoenen, de lucht en het vakmanschap in elke hap. Het is een product waar weinig aan gedaan lijkt, maar waar toch jaren werk en kennis in schuilgaat. De eenvoud van de ingrediënten maskeert de complexiteit van het rijpingsproces. En juist die eenvoud maakt het zo bijzonder in de keuken: je hebt weinig nodig om iets compleet te maken.
Hoe gebruiken?
Prosciutto crudo komt het best tot zijn recht als je het dun serveert. Eén van de bekendste toepassingen is simpelweg op een antipastiplank, samen met kaas, olijven en vers brood. Maar er zijn veel meer manieren om deze ham te gebruiken. In een salade, bijvoorbeeld, doet het wonderen. Denk aan een combinatie met rucola, peer en walnoten, overgoten met een beetje balsamico en olijfolie. De zoute toets van de ham contrasteert prachtig met het fruitige en het nootachtige.
In warme gerechten wordt Prosciutto crudo vaak gebruikt om vlees of groenten in te wikkelen. Een klassieker is kipfilet of kalfsvlees met salie, omwikkeld met een dunne plak, en dan gebakken. Je kunt het ook over gebakken asperges draperen of op een pizza leggen nadat die uit de oven komt, zodat de ham niet te ver gaart en zijn structuur behoudt. Ook in pasta’s kun je het gebruiken: niet mee koken, maar pas op het eind toevoegen, zodat het warm wordt maar niet taai.
In soepen zie je het minder vaak, maar in bepaalde Italiaanse regio’s wordt het wel gebruikt om een bouillon mee op smaak te brengen. Een stuk Prosciutto crudo bot of zwoerd kan bijvoorbeeld meekoken in een linzensoep of groentebouillon. Daarna haal je het eruit, maar de smaak blijft achter. Het is een subtiele manier om diepte aan je soep te geven zonder vlees in de uiteindelijke kom te hebben.
Tot slot kun je ook creatief zijn met koude hapjes. Denk aan rolletjes met meloen of vijgen, of zelfs een combinatie van Prosciutto crudo met zachte geitenkaas, opgerold in een slablad. Het leent zich ook goed voor amusegerechten, waarbij je de zoute, hartige toets van de ham combineert met iets fris of iets zoets. Met een beetje fantasie zijn de mogelijkheden eindeloos, en vaak zijn de simpelste combinaties het lekkerst.
Medicinale toepassingen
Hoewel Prosciutto crudo in de eerste plaats een lekkernij is, zijn er mensen die het ook waarderen om de voedende eigenschappen. Het bevat hoogwaardige eiwitten, die goed opgenomen worden door het lichaam. Zeker voor mensen die op zoek zijn naar natuurlijke bronnen van eiwitten, zonder bewerkte toevoegingen, kan dit een optie zijn. Dankzij het langzame rijpingsproces is de eiwitstructuur beter verteerbaar dan bij vers vlees.
Daarnaast bevat het ook B-vitamines, vooral B1 en B12, die belangrijk zijn voor de energiehuishouding en het zenuwstelsel. In kleinere hoeveelheden is Prosciutto crudo dus geen slechte keuze binnen een evenwichtige voeding. Je moet het uiteraard niet dagelijks in grote hoeveelheden eten, want het bevat ook zout, maar af en toe kan het een voedzaam accent geven aan je maaltijd.
Er zijn ook mensen die zweren bij Prosciutto crudo bij vermoeidheid of als lichte energiebron bij fysieke inspanning. Omdat het vlees geconcentreerd is en makkelijk te verteren, zou het sneller energie leveren dan zwaarder vlees. Het is geen geneesmiddel, maar voor wie geen bezwaar heeft tegen dierlijke producten kan het een kleine boost geven op een vermoeid moment.
Prosciutto crudo bewaren
Als je een stuk Prosciutto crudo koopt of laat snijden, is het belangrijk om het op de juiste manier te bewaren. In de winkel krijg je het vaak vacuüm verpakt mee. Laat je dat dicht, dan kun je het gerust enkele weken in de koelkast bewaren. Zodra het open is, moet je iets zorgvuldiger zijn. Bewaar het dan bij voorkeur in bakpapier of speciale vleesfolie, niet in plastic, om te voorkomen dat het gaat zweten of schimmelen.
Heb je een heel stuk met zwoerd, dan kun je het zelfs maandenlang goed houden, mits koel en droog. In Italië hangen ze het in de kelder of in een koele voorraadkamer. De zwoerdlaag beschermt het vlees tegen uitdroging. Snijd alleen af wat je nodig hebt, en wikkel de rest weer goed in. Let altijd op eventuele geurveranderingen of slijmerige plekken, want dan is het bedorven.
Als je plakjes koopt bij de slager, consumeer die dan het liefst binnen een paar dagen. Zelfs als je ze goed afdekt, kunnen ze hun smaak verliezen of uitdrogen. Leg ze op een bord, dek ze af met een vochtige doek en bewaar ze zo. Op die manier blijven ze soepel en smaakvol, en voorkom je dat ze taai worden.
Invriezen
Invriezen van Prosciutto crudo is niet ideaal, maar het kan wel. Zeker als je een stuk over hebt dat je niet meteen kunt opmaken, is invriezen beter dan laten bederven. Snijd het in porties, wikkel elke portie strak in bakpapier en daarna in diepvriesfolie of een diepvrieszak. Lucht zo goed mogelijk eruit halen.
Laat het vlees langzaam ontdooien in de koelkast, liefst een hele nacht. Ontdooi het nooit in warm water of op kamertemperatuur, want dan verlies je textuur en smaak. Eenmaal ontdooid moet je het wel binnen een dag gebruiken, want het verliest snel zijn kwaliteit.
Wees je ervan bewust dat bevroren en ontdooide Prosciutto crudo wat droger en brozer kan zijn dan verse. Gebruik zulke plakjes dan bij voorkeur in warme gerechten waar het mee kan smelten of meegebakken wordt. Voor op een charcuterieplank zijn verse of vers gesneden plakjes altijd beter.
Hoe snijden
Prosciutto crudo snijd je bij voorkeur met een lang, dun mes dat goed scherp is. Je snijdt niet dwars op de draad, maar schuin, om lange, dunne plakjes te krijgen. Die dunne plakjes zijn belangrijk, want ze zorgen ervoor dat de ham smelt in je mond en niet taai aanvoelt. Het is ook de klassieke manier van serveren.
Heb je een groot stuk met zwoerd, verwijder dan eerst het zwoerd en een deel van het vetlaagje. Laat altijd een dun laagje vet zitten voor de smaak. Zet het stuk stabiel op een houten plank of snijstandaard, en snijd met rustige, lange halen. Geen zaagbewegingen, dat doet afbreuk aan de structuur.
Voor kleine hoeveelheden kun je natuurlijk ook de snijmachine gebruiken. Maar let erop dat de temperatuur van het mes niet te hoog wordt, want hitte beschadigt het vet en beïnvloedt de smaak. Voor wie geen ervaring heeft, is het vaak beter om het gewoon bij een goede slager te laten snijden.
Alternatieven
Als je geen Prosciutto crudo hebt, zijn er gelukkig genoeg alternatieven. Eén van de bekendste is rauwe ham uit een andere regio, zoals Serrano uit Spanje of Bayonne uit Frankrijk. Ze zijn vergelijkbaar qua structuur en gebruik, al verschillen ze licht in smaak. Serrano is wat droger en sterker, Bayonne wat zoeter en zachter.
In gerechten waar het om het zoute accent draait, kun je ook pancetta gebruiken. Die is wel gerookt of gekruid, maar voegt een diepe hartigheid toe aan warme schotels. Of kies voor spekblokjes als je de ham toch wil bakken. Voor koude bereidingen is bresaola een alternatief: een gedroogde runderham met een mildere smaak, maar vergelijkbare toepassingen.
Voor vegetariërs kun je dun geschaafde zongedroogde tomaat, gerookte aubergine of gemarineerde paddenstoelen gebruiken als vervanger. Die geven net dat umami-effect en een hartige toets in een salade of op een sandwich. Natuurlijk is de structuur anders, maar qua smaakbalans kom je een eind in de buurt.
Wat kruiden betreft kun je bij afwezigheid van Prosciutto crudo ook experimenteren met gerookt paprikapoeder of zwarte knoflook. Dat klinkt misschien vergezocht, maar juist in combinatie met bijvoorbeeld peulvruchten of groenten kun je hiermee de hartige diepte opvangen. Zeker als je probeert te koken zonder vlees.
Tot slot is Prosciutto crudo zelf ook een alternatief, bijvoorbeeld voor bacon. In recepten waar je knapperig gebakken bacon gebruikt, kun je Prosciutto crudo meebakken tot krokant. Het is minder vet, verfijnder van smaak, en geeft een heel ander, vaak lichter karakter aan je gerecht. Zo kun je ook met vertrouwde recepten verrassend variëren.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.