Weegbree groeit gewoon tussen de stoeptegels, aan de rand van een veld of op een verwaarloosd stukje tuin. Het is een van die planten die je makkelijk over het hoofd ziet, maar als je er eenmaal oog voor hebt, valt het op hoe krachtig en nuttig dit plantje eigenlijk is. Van oudsher werd het gezien als een echte bondgenoot bij kleine kwaaltjes, en in de keuken komt het ook steeds vaker terug in wilde gerechten.
Ik loop vaak met mijn hond langs bosranden waar weegbree zich rustig tussen het gras wurmt. De lange, smalle bladeren van de smalle weegbree, of de bredere variant die meer lijkt op een lepel, zijn niet alleen decoratief, maar ook eetbaar. En als je goed kijkt, zie je dat vlinders en bijen het ook weten te waarderen. Er zit een zekere eigenwijsheid in die plant, die zich niets aantrekt van maaibeurten of dor gras. Hij blijft komen.
Wat me altijd opvalt, is de veerkracht. Trek je een blad uit de grond, dan komt er vaak meteen een nieuwe tevoorschijn. En dat maakt het ook zo’n interessante plant om over te schrijven. Weegbree is taai, veelzijdig en ondanks zijn bescheiden voorkomen een ware schat voor wie er aandacht voor heeft. Niet alleen als wilde groente, maar ook als huismiddeltje en als plantje in je eigen tuin of balkonpot.
Wie zich verdiept in de mogelijkheden van weegbree, zal merken dat je er meer mee kunt dan je denkt. Het past in gerechten, je kunt het drogen, invriezen, bewaren en zelfs kweken. Daarom neem ik je mee langs de toepassingen en het gebruik van deze vaak vergeten plant.
Hoe gebruiken?
In de keuken is weegbree verrassend veelzijdig. De jonge blaadjes zijn mals en kun je rauw gebruiken in een salade, vooral als je ze oogst in het voorjaar. Ze hebben een zachte, wat grasachtige smaak, een beetje zoals jonge spinazie. Meng ze met andere wilde kruiden zoals paardenbloem of madeliefjes en je hebt een frisse lentesalade op je bord.
Kook je met weegbree, dan kun je het gebruiken zoals spinazie of raapstelen. De bladeren worden iets taaier bij het koken, dus kort blancheren is vaak voldoende. In een soep of stoofgerecht kun je de smaak mooi laten meekomen, vooral in combinatie met aardse smaken zoals paddenstoelen of linzen. In bouillon geeft het een zachte groene toets.
Ook in pesto werkt weegbree goed. Door de stevige structuur is het aan te raden de jongste blaadjes te gebruiken. Combineer met zonnebloempitten, knoflook, een scheutje olijfolie en eventueel wat Parmezaanse kaas. Een paar druppels citroensap houden de kleur fris. Deze pesto kun je gebruiken op toast of als saus bij pasta.
Weegbreezaadjes zijn eveneens eetbaar en worden soms geroosterd of gemalen in crackers en koekjes. Ze bevatten slijmstoffen die licht laxerend werken en passen goed in een vezelrijk dieet. Je moet ze wel goed laten weken, want ze zwellen flink op in water.
Medicinale toepassingen
Weegbree wordt al eeuwenlang ingezet bij wondverzorging. Het sap uit het blad helpt tegen insectenbeten en kleine sneetjes. Even kneuzen tussen de vingers en op de huid leggen: het verlicht de jeuk en bevordert genezing.
Bij hoest en verkoudheid kan weegbree de slijmvliezen tot rust brengen. De plant bevat slijmstoffen die een verzachtend effect hebben op keel en luchtwegen. Een simpele thee van gedroogde blaadjes of siroop met honing kan al verlichting geven.
Ook bij maag- en darmklachten speelt het een rol. Door de combinatie van looistoffen en slijmstoffen werkt weegbree zowel ontstekingsremmend als licht adstringerend. Het wordt daarom traditioneel ingezet bij lichte diarree of buikpijn. Natuurlijk altijd met mate en bij twijfel eerst overleggen met een arts.
Weegbree bewaren
Wil je verse weegbree bewaren, dan is het belangrijk om de bladeren schoon en droog te houden. Oogst ze bij voorkeur in de ochtend, wanneer het dauw nog op de bladeren ligt. Spoel ze voorzichtig af en dep droog met een doek. In een open bakje met een stuk vochtig keukenpapier blijven ze in de koelkast twee tot drie dagen goed.
Voor langere bewaring kun je de bladeren ook licht blancheren, net als spinazie. Daarna direct in ijswater dompelen om de kleur te behouden. Vervolgens goed laten uitlekken en in porties invriezen of drogen. Zo kun je er later thee of pesto van maken.
Zaadjes kun je apart verzamelen en in een luchtdicht potje bewaren. Zorg dat ze goed droog zijn, want anders gaan ze schimmelen. Bewaar ze op een koele, donkere plek en gebruik ze binnen zes maanden voor het beste aroma.
Invriezen
Om weegbree in te vriezen begin je met het sorteren van de jongste, stevigste blaadjes. Was ze grondig, blancheer ze tien tot vijftien seconden in kokend water, en koel ze meteen af in ijswater. Laat goed uitlekken en dep droog.
Verdeel de bladeren over een bakplaat, zodat ze niet aan elkaar plakken. Laat ze een uurtje aanvriezen in de vriezer. Daarna kun je ze overdoen in diepvrieszakjes of doosjes. Zo blijven ze tot zes maanden houdbaar, en kun je makkelijk een handje pakken wanneer je ze nodig hebt.
Ook weegbreepesto kun je prima invriezen in kleine porties. Gebruik hiervoor een ijsblokjesvorm. Handig voor een enkele portie door de soep of over geroosterde groenten.
Drogen
Drogen doe je het liefst op een donkere, luchtige plek. Spreid de bladeren uit op een schone doek of droogrek en draai ze elke dag even om. Binnen vijf tot tien dagen zijn ze helemaal droog, afhankelijk van de luchtvochtigheid.
Je kunt ook een droogoven gebruiken. Zet deze op veertig graden en laat de bladeren rustig drogen tot ze kraakdroog aanvoelen. Bewaar ze daarna in een goed afgesloten glazen pot, uit de buurt van licht.
Gedroogde weegbree is uitstekend geschikt voor thee of als toevoeging in kruidenmengsels. Het aroma is mild, maar komt goed tot zijn recht in combinatie met munt of citroenmelisse.
Weegbree kweken
Weegbree kweken is eenvoudig en vergt weinig onderhoud. Zaai het zaad direct op de plek waar je het wilt laten groeien. De plant houdt van zon tot halfschaduw en groeit goed in arme, zandige grond. Zorg voor een losse bodem en hark de zaadjes licht in. Houd de grond vochtig tot de kiemplantjes opkomen.
Eenmaal opgekomen groeit de plant snel. Je kunt de bladeren het hele seizoen blijven oogsten. Knip ze boven de grond af, zodat de wortel intact blijft en weer kan uitlopen. Het loont om weegbree in een pot te zetten als je een balkon hebt. Zorg dan wel voor goede drainage.
Laat een paar planten doorschieten zodat ze zaad vormen. Zo heb je elk jaar opnieuw een voorraadje. De bloemen zijn onopvallend, maar trekken wel insecten aan. Zo ondersteun je ook nog eens de biodiversiteit in je tuin.
Wil je smalle of brede weegbree? Beide soorten zijn eetbaar, maar verschillen iets in structuur en smaak. De smalle variant is steviger, de brede zachter. Je kunt ze ook naast elkaar zetten en vergelijken wat je het lekkerst vindt.
Vergeet niet dat weegbree ook goed combineert met andere planten in de tuin. Het verdringt geen buren en werkt zelfs licht genezend op uitgeputte grond. Een natuurlijke aanvulling dus in de moestuin.
Alternatieven
Als je geen weegbree hebt, zijn er genoeg planten die je kunt gebruiken. Voor salades kun je denken aan veldzuring of raapstelen. Die hebben een vergelijkbare frisse of licht bittere smaak en laten zich goed combineren met andere wilde kruiden.
In thee kun je munt of kamille gebruiken in plaats van weegbree, zeker bij keelpijn of verkoudheid. Ze hebben ook een verzachtende werking, al mist de specifieke textuur van de weegbree.
Voor pesto kun je smalle bladeren van brandnetel of daslook gebruiken. Wel goed blancheren en in kleine hoeveelheden gebruiken vanwege de krachtigere smaak. Zo blijft de pesto mild, zoals je dat ook met weegbree zou hebben.
Weegbree zelf is op zijn beurt ook een alternatief voor spinazie of veldsla. Zeker in voorjaar en vroege zomer kun je jonge blaadjes gewoon rauw verwerken. Als je eenmaal weet hoe het smaakt, is het een verrassend goede aanvulling.
Soms wordt het ook medicinaal gezien als een alternatief voor druppels of tabletten tegen hoest. De werking is zacht, maar natuurlijk. En dat is voor veel mensen al een reden om er eens mee te beginnen.

Wilhelmus Hengstmengel
Auteur en kokWilhelmus Hengstmengel kent de keuken als zijn broekzak. Al meer dan vijftien jaar verdiept hij zich in alles wat met smaak te maken heeft. Niet alleen de grote lijnen, zoals verse groenten, rijpe vruchten of goed stuk vlees, maar juist ook de kleine dingen die vaak over het hoofd worden gezien. Kruiden. Specerijen. Noten en zaden. Die eenvoudige smaakmakers die, als je ze op het juiste moment gebruikt, een bord eten ineens tot leven kunnen wekken. Een handje geroosterde sesamzaadjes, een snufje gerookt paprikapoeder, of wat fijngemalen komijnzaad, dat soort details maken voor hem het verschil.
Wat hem drijft is zijn achtergrond als groenteboer. Daar heeft hij niet alleen geleerd om kwaliteit te herkennen, maar ook hoe je ingrediënten moet behandelen zodat ze niet alleen vandaag goed zijn, maar ook volgende week nog hun kracht behouden. Hij weet precies hoe je kruiden moet drogen zonder dat ze hun geur verliezen, of hoe je noten en zaden bewaart zodat ze knapperig blijven. Voor Wilhelmus is koken geen kwestie van dure spullen of ingewikkelde recepten, maar van aandacht, timing en het juiste gevoel voor smaak. En dat begint bij hoe je met je voorraadkast omgaat.